Previous Page  5 / 15 Next Page
Information
Show Menu
Previous Page 5 / 15 Next Page
Page Background

MED en SED

Bij een kwart van de patiënten erft MED autosomaal

recessief over. Dit wordt veroorzaakt door mutaties in het

DTDST-gen, ook wel SLC26A2-gen genoemd.

Ook SED wordt op verschillende manieren overgeërfd. De

meest voorkomende vorm is SED congenita, dat autosomaal

dominant overerft en voor zover bekend altijd veroorzaakt

wordt door mutaties in het COL2A1-gen.

SynoniemenMED

·

·

Dysostosis epiphysealis multiplex

·

·

Ziekte van Fairbank

·

·

Ziekte van Ribbing-Müller (NB: niet te verwarren met

de ziekte van Ribbing, hetgeen een vorm van multipele

diafysaire sclerose is)

(Differentiaal) diagnose, beloop en prognose

·

·

Diagnose

Meestal wordt de diagnose MED of SED gesteld

door de klinisch geneticus, (kinder-)orthopedisch chirurg of

kinderarts op basis van de lichamelijke klachten, eventuele

aangeboren afwijkingen, familieanamnese en aanvullende

röntgendiagnostiek.

DNA-onderzoek kan de diagnose bij 50-90% van de

patiënten bevestigen. Bij de rest van de patiënten wordt

met de huidige technieken geen mutatie gevonden. Men

spreekt dan van een klinische diagnose MED of SED.

Vaak is er een positieve familieanamnese. Een negatieve

familieanamnese sluit de diagnose echter niet uit: er

kan sprake zijn van een autosomaal recessieve vorm,

een de novo mutatie of variabele expressie (waarbij een

mutatiedrager geen of nauwelijks klachten heeft).

·

·

Differentiaal diagnose

De differentiaal diagnose van MED

en SED is uitgebreid, waardoor de diagnose MED of SED niet

altijd gesteld wordt. Ziekten die overeenkomsten vertonen

met MED en SED zijn onder andere:

-- Ziekte van Perthes: idiopathische necrose van de heupkop,

meestal unilateraal.

-- Lysosomale stapelingsziekten zoals de ziekte van Morquio

of ziekte van Maroteaux-Lamy (mucopolysaccharidose

type IV of type VI) en oligosaccharidosen (bv. mucolipidose

type III).

-- Ziekte van Bechterew oftewel spondylitis ankylopoetica:

spondylarthropathie, waarbij vooral de wervelkolom en

bekkengewrichten zijn aangedaan.

-- Ziekte van Scheuermann: vergroeiing van de wervelkolom

met versterkte thoracale kyfose en lumbale lordose, soms

ook scoliose.

-- Reumatologische aandoeningen.

-- Andere skeletdysplasieën, waaronder

pseudoachondroplasie (PSACH), dat net als MED

veroorzaakt wordt door mutaties in het COMP-gen.

-- Neuromusculaire symptomen bij kinderen bij wie

hypotonie en spierzwakte op de voorgrond staan, maar

zonder pijnklachten.

·

·

Beloop

Het beloop van MED en SED kenmerkt zich

door toenemende gewrichtsafwijkingen en uiteindelijk

chronische gewrichtspijnen. Vrijwel alle (jong-)volwassenen

en veel kinderen met MED en SED hebben klachten (hoge

penetrantie). De ernst van de ziekte en ook de mate waarin

de patiënten klachten ervaren kan echter sterk wisselen

(variabele expressie), ook binnen families. Dit geldt ook

voor de leeftijd waarop de klachten voor het eerst tot uiting

komen. Zo kunnen bij MED de klachten op de kinderleeftijd

beginnen, maar bij mildere vormen ook op volwassen

leeftijd. Bij kinderen staan de pijnklachten niet altijd op de

voorgrond, maar zijn afwijkingen in het looppatroon en

vermoeidheid het meest in het oog springend.

MED en SED leiden tot premature osteochondritis of

artrose waardoor patiënten op middelbare leeftijd en soms

al in de 2

e

decade gewrichtsprothesen (heup, knie) nodig

kunnen hebben. Patiënten kunnen een rolstoel of andere

loophulpmiddelen nodig hebben om langere afstanden af te

leggen.

·

·

Prognose

De levensverwachting wordt niet beperkt door

MED en SED.

3