Previous Page  6 / 15 Next Page
Information
Show Menu
Previous Page 6 / 15 Next Page
Page Background

MED en SED

4

S

ymptomen

Symptomen MED

·

·

Gewrichtsklachten

De symptomen van MED ontstaan op

de vroege kinderleeftijd en bestaan uit pijn in de heupen

en knieën en vermoeidheid na langdurig lopen. De pijn

ontstaat in eerste instantie na lichamelijke inspanning,

maar is later meer chronisch van aard. Vaak is er sprake

van een waggelende of schommelende gang en soms

hyperlaxiteit van de aangedane gewrichten. Door corpora

libera kunnen slotklachten ontstaan. In de loop van de tijd

neemt de artrose toe, met standsafwijkingen van de knieën

en heupen, chronische pijn en bewegingsbeperkingen tot

gevolg. De ernst van de klachten is mede afhankelijk van

het type MED.

De volgende gewrichten zijn bij MED het meest aangedaan:

-- heupen (relatief gespaard bij patiënten met

collageen-IX-mutaties);

-- knieën;

-- enkels;

-- schouders;

-- polsen.

Voor zover bekend zijn scapulae, claviculae, sternum,

ribben, bekken, kaken, schedel, aangezicht en gebit niet

aangedaan bij MED.

·

·

Lengte

Bij een deel van de MED-patiënten is de

lichaamslengte iets korter dan gemiddeld (145-170 cm),

met relatief korte extremiteiten ten opzichte van de romp.

Er zijn echter ook patiënten met een normale lengte en

postuur.

·

·

Neuromusculaire symptomen

Naast skeletafwijkingen

komen bij MED ook neuromusculaire symptomen als

hypotonie en lichte tot matige spierzwakte voor. Op

volwassen leeftijd zijn deze symptomen meestal minder

uitgesproken.

·

·

Dubbel aangelegde knieschijf

De ‘double-layered patella‘

komt voornamelijk voor bij de autosomaal recessieve

vorm van MED, maar is ook beschreven bij de autosomaal

dominante vormen van MED.

7

Klachten als gevolg van

een dubbele knieschijf zijn zeer zeldzaam. De dubbele

knieschijf wordt dan ook vaak per toeval gevonden op

een laterale röntgenfoto van de knie, of in het kader van

röntgendiagnostiek bij een vermoeden van MED of SED.

Wanneer de zachte weefsellaag instabiel is, kunnen er

symptomen ontstaan als slotklachten, instabiliteit of

subluxatie, voornamelijk tijdens strekken van het been.

Ook kan een pijnlijke ‘klik‘ ontstaan bij 30

0

-40

0

flexie.

·

·

Vermoeidheid

Zoals ook bij andere chronische

aandoeningen meldt een groot deel van de patiënten

vermoeidheid als één van hun belangrijkste klachten. De

vermoeidheid is vaak ernstig en invaliderend en beïnvloedt

in belangrijke mate de kwaliteit van leven.

·

·

Psychosociale aspecten

De pijn, vermoeidheid en

mobiliteitsklachten die patiënten ervaren, kunnen een

negatieve invloed hebben op het algehele functioneren,

zowel lichamelijk als op sociaal en emotioneel gebied.

·

·

Overige symptomen

Bij ongeveer de helft van de

patiënten met autosomaal recessieve MED komen de

volgende symptomen voor:

-- klompvoeten;

-- brachydactylie: korte, brede handen met verbreding

van de vingergewrichten;

-- clinodactylie: radiale of ulnaire deviatie van één of

meerdere vingers;

-- scoliose, kyfose of lordose van (een deel van) de

wervelkolom;

-- zwelling of cysten van de oren.

Symptomen SED congenita

Bij SED congenita hebben patiënten deels dezelfde

symptomen als bij MED, namelijk gewrichtsproblemen,

vermoeidheid en psychosociale problemen. Daarnaast

komen de volgende symptomen voor:

-- Afwijkingen aan de rug: door vervormde of afgevlakte

ruggenwervels kan een kyfose, lordose en/of scoliose van

de wervelkolom ontstaan.

-- Pijn en stijfheid van de rug en nek.

-- Atlanto-axiale instabiliteit komt voor bij ongeveer

30% van de patiënten. Dit wordt veroorzaakt door

hyperlaxiteit van de gewrichtsbanden en/of hypoplasie

van het os odontoideum (een afwijking in de C2-wervel

die bij 55-80% van de SED-patiënten voorkomt);

-- Klompvoeten (10%).

-- Kleine lengte, waarbij de romp in verhouding tot

de ledematen meer in groei achterblijft. Over de

te verwachten eindlengte wordt zeer wisselend

gerapporteerd in de literatuur, variërend van 93-130 cm

tot gemiddeld 138 cm. Bij SED congenita is een correlatie

tussen het soort mutatie en de te verwachten lengte

beschreven.

10

-- Afwijkingen van de thorax: pectus carinatum (25-30%) of

pectus excavatum (5-10%).

-- Oogafwijkingen: myopie (45%), glasvochtafwijkingen

(15-20%), cataract (15-20%) en retinaloslating (10-15%);

-- Gehoorverlies (35-40%), met name van hoge tonen.

De helft van de patiënten met gehoorverlies heeft

hoorapparaten nodig.

-- Palatoschisis (20-25%).

-- Neonatale respiratoire problemen (20-25%).