Previous Page  10 / 15 Next Page
Information
Show Menu
Previous Page 10 / 15 Next Page
Page Background

MED en SED

de (kinder-)orthopedisch chirurg om te beoordelen of er

een indicatie is voor behandeling. De (kinder-)orthopedisch

chirurg vraagt zo nodig de neuroloog in consult voor

neurologische evaluatie van de symptomen. De huisarts

en/of de patiënt kan bij operaties de anesthesioloog

laten weten dat de patiënt SED congenita en mogelijk

instabiliteit van wervels heeft (ter preventie van

overstrekking van de hals bij intubatie).

·

·

Valpreventie

Met name op latere leeftijd kunnen de

complicaties van fracturen tot morbiditeit en mortaliteit

leiden. Een ergotherapeut kan adviseren over maatregelen

ter preventie van vallen thuis. Na een val is het belangrijk

dat de patiënt blijft bewegen, al dan niet onder begeleiding

van een fysiotherapeut.

·

·

Lengte

Voor SED congenita zijn aparte groeicurves

beschikbaar.

10

Verwijs kinderen met MED en SED al op

de vroege kinderleeftijd naar een expertisecentrum voor

evaluatie en begeleiding van de groei.

·

·

Overgewicht

Ondersteun patiënten met overgewicht bij

het afvallen en gezond leven. Schakel zo nodig een diëtist

en/of een fysiotherapeut in.

·

·

Vermoeidheid

Bij vermoeidheidsklachten is het van

belang om een evenwicht te vinden tussen activiteiten en

rust.

·

·

Oogafwijkingen

Verwijs patiënten met SED congenita

naar de oogarts voor regelmatige controle op spontane

retinaloslating. Raad contactsporten af. Bij balsporten kan

de patiënt een beschermende bril gebruiken.

·

·

Gehoorafwijkingen

Ongeveer 20% van de patiënten

met SED congenita heeft hoorapparaten nodig. Adviseer

deelname aan de neonatale gehoorscreening. Verwijs de

patiënt voor regelmatige screening naar de KNO-arts, in

ieder geval tot hij/zij gaat praten. Wanneer de diagnose

op latere leeftijd gesteld wordt, verwijs dan de patiënt

ten minste één maal naar de KNO-arts om het gehoor te

laten testen. Daarnaast is het belangrijk dat de KNO-arts

en/of de huisarts de (ouders van de) patiënt adviseren om

lawaaischade zoveel mogelijk te beperken.

·

·

Revalidatie

Na een operatie kan een revalidatie-

programma zinvol zijn. Bij sommige patiënten met MED

en SED kan postoperatieve revalidatie lang duren en

moeizaam verlopen omdat andere gewrichten makkelijk

overbelast worden. Ook bij participatieproblemen

(zoals opleiding, werk, hobby’s) kan een advies van een

multidisciplinair revalidatieteammet kennis van MED en

SED nuttig zijn.

·

·

Psychosociale aspecten

Door pijn, mobiliteitsproblemen

en vermoeidheid kan een patiënt weinig sociale contacten

hebben. De huisarts vraagt hier actief naar en kan zo

nodig verwijzen naar maatschappelijk werk of andere

hulpverleners (bijvoorbeeld een praktijkondersteuner).

Psychosociale ondersteuning kan ook zinvol zijn bij het

leren omgaan met chronische pijn en beperkingen en bij

beroepskeuze of werk.

·

·

Ondersteuning van naasten

Partners en andere

naasten spelen een belangrijke rol bij het opvangen

van de beperkingen. Afhankelijk van de draagkracht

kan dit een grote draaglast voor hen zijn. Ook de

partner, gezins- en familieleden hebben te maken met

verwerking en acceptatie van de nieuwe en steeds

veranderende situatie. De huisarts vraagt hier actief naar

en kan zo nodig verwijzen naar maatschappelijk werk of

mantelzorgondersteuning.

·

·

Arbeidsparticipatie

De ziekte kan invloed hebben op

het vermogen om te werken. Bij het kiezen van een

beroep kan de patiënt rekening houden met de mogelijke

toekomstige klachten. De huisarts kan de patiënt wijzen

op de expertise van de bedrijfsarts of verwijzen naar een

revalidatieteam. KenniscentrumWelder kan advies geven

over werk, uitkeringen en verzekeringen (zie

Consultatie en verwijzing )

.

·

·

Voorzieningen en aanpassingen

Voorzieningen en

aanpassingen kunnen nodig zijn, afhankelijk van de

beperkingen. De huisarts kan de patiënt wijzen op

mogelijke vergoedingen, zoals het persoonsgebonden

budget (PGB) en verwijzen naar instanties, onder andere de

gemeente, MEE enWelder (zie

Consultatie en verwijzing )

.

·

·

Lotgenotencontact

Via de Nederlands-Belgische

Vereniging MED-SED is contact met lotgenoten mogelijk.

Ook kunnen patiënten, naasten en anderen daar terecht

voor informatie over de ziekte (zie

Consultatie en verwijzing )

.

·

·

Nieuwe ontwikkelingen

In België (UZ Leuven) wordt

onderzoek verricht naar de toepassing van autologe

stamcellen met behulp van de AMIC-procedure

(Autologous Matrix Induced Chondrogenesis).

8