Previous Page  13 / 23 Next Page
Information
Show Menu
Previous Page 13 / 23 Next Page
Page Background

Sarcoïdose

namelijk het hart vaker aangedaan te zijn zonder dat dit

tot klachten heeft geleid (20-25%).

Asymptomatische cardiale sarcoïdose verloopt relatief

gunstig.

Cardiale sarcoïdose met klachten is zeer bepalend voor

de morbiditeit en mortaliteit. De behandeling bestaat

uit afweerremmende medicatie (zie

Beleid, Algemene behandeling, Systemische medicamenteuze behandeling )

.

Sommige patiënten krijgen een ICD (implantable

cardioverter defibrillator). Indicaties zijn ventriculaire

ritmestoornissen (tachycardie, fibrilleren) en falen van de

linkerventrikelfunctie.

3,7

·

·

Pulmonale hypertensie

Er zijn aanwijzingen dat een deel

van de patiënten met pulmonale hypertensie (SAPH) baat

heeft van behandeling met

bosentan

, een endotheline

receptorantagonist (ERA). Dit middel mag onder bepaalde

voorwaarden bij PHworden voorgeschreven door

cardiologen, longartsen of bijvoorbeeld reumatologen met

specifieke ervaring.

2,31

Nierproblemen

Zie

Beleid, Algemene behandeling, Systemische medicamenteuze behandeling .

Bij

eindstadium nierfalen is transplantatie een optie, maar

sarcoïdose kan optreden in het transplantaat.

1

Maag-darmproblemen

Sarcoïdose in de maag en/of

darmen komt zelden voor. Belangrijk is de ziekte van

Crohn uit te sluiten. Zie

Beleid, Algemene behandeling, Systemische medicamenteuze behandeling .

1

Leverproblemen

Als alleen de lever is aangedaan, dan

is in principe geen behandeling nodig; ook niet bij milde

leverstoornissen. Wanneer wel behandeling van alleen

de lever nodig is, dan is

urseodeoxycholzuur

het middel

van keuze. Als meerdere organen betrokken zijn, dan

start het overleg over de systemische behandeling van

sarcoïdose (zie

Beleid, Algemene behandeling, Systemische medicamenteuze behandeling )

. Levertransplantatie is in

een eindstadium van leverklachten een optie.

1

Gewrichtsklachten

Bij gewrichtsklachten bestaat

de behandeling naast gedoseerde rust en pijnstillers

(

paracetamol

of eventueel NSAID’s) uit lokale injectie met

corticosteroïden. Bij uitgebreide of chronische klachten

kan een systemische behandeling met corticosteroïden

(

prednison

) nodig zijn (zie

Beleid, Algemene behandeling, Systemische medicamenteuze behandeling )

.

1,30

Hormoonstoornissen: SIADH, schildklierstoornissen,

bijnierinsufficiëntie

De endocrinoloog behandelt

de hormoondeficiënties met suppletietherapie.

Hormoondeficiënties hebben ook met behandeling een

grote impact op het dagelijks leven (zie

Aandachtspunten voor de huisarts, Specifieke aandachtspunten, Gevolgen hormoonstoornissen

).

·

·

Behandeling OSAS

Bij ernstige klachten doet een longarts,

KNO-arts of neuroloog slaaponderzoek. Bij ernstige

klachten zijn er verschillende opties mogelijk: zoals

afvallen, een bitje of nachtelijke beademing (zie

NHG-Standaard Slaapproblemen en slaapmiddelen )

.

Psychosociale aspecten

·

·

Zelfmanagement

Stimuleer zelfmanagement. Het

spreekt vanzelf dat het belangrijk is dat patiënten ook

zelf invloed hebben op hun gezondheid. Onder andere

door lichaamsbeweging en opvolgen van leefstijladviezen

dragen zij bij aan het optimaliseren van hun

gezondheidstoestand. Het is goed voor het welbevinden

dat patiënten hier zelf de regie hebben.

6

Psychosociale ondersteuning

Het is belangrijk

dat professionals de behoefte aan ondersteuning

peilen bij de patiënt en zijn naasten en zo nodig hulp

inschakelen (zie

Aandachtspunten voor de huisarts, Specifieke aandachtspunten, Psychosociale aspecten

en zie ook

Aandachtspunten voor de huisarts, Specifieke aandachtspunten, Ondersteuning mantelzorger

s

).

Familiaire sarcoïdose

Sarcoïdose is niet erfelijk, maar genetische factoren spelen

wel een rol. Eerstegraads familieleden hebben in enkele

gevallen wel een grotere kans op sarcoïdose.

Het beloop van de ziekte blijkt onder andere mede

afhankelijk van het HLA-type. HLA-typen zijn wel erfelijk.

Genetische analyse (HLA-typering) is daarom nodig

bijvoorbeeld om iets te kunnen zeggen over de follow-up

frequentie.

8

De precieze genetische achtergrond bij sarcoïdose is dus

onbekend; er bestaat (nog) geen genetische test voor

sarcoïdose. Het is daarom niet te voorspellen of een kind van

de patiënt ook sarcoïdose zal krijgen.

Het is raadzaam om bij eerstegraads familieleden met

klachten die bij sarcoïdose kunnen passen eerder aan deze

diagnose te denken en gericht onderzoek (meestal bij een

longarts) aan te vragen.

Zwangerschap en bevalling

·

·

Vruchtbaarheid

Sarcoïdose zelf heeft geen gevolgen voor

de vruchtbaarheid.

Sommige medicijnen hebben invloed op de vrucht. Daarom

moet het medicatiegebruik door de aanstaande ouder

met sarcoïdose al voor de conceptie worden besproken.

Zowel mannelijke als vrouwelijke patiënten moeten

namelijk minstens 3-6 maanden voor de conceptie het

gebruik van sommige afweerremmende medicijnen staken

(bijvoorbeeld

methotrexaat

,

azathioprine

). Mannen

kunnen het gebruik na de conceptie weer hervatten.

30

·

·

Zwangerschap

Bijzondere maatregelen zijn tijdens de

zwangerschap niet nodig. Spontane abortus, miskraam en

aangeboren afwijkingen komen niet vaker voor.

6

Wel moet de behandelend arts of de huisarts controleren

of de medicijnen die de patiënte gebruikt niet schadelijk

zijn voor de foetus en deze zo nodig aanpassen. Zwangeren

mogen bijvoorbeeld middelen als

methotrexaat

en

azathioprine

niet gebruiken.

11

E

rfelijkheid en zwangerschap