Previous Page  9 / 23 Next Page
Information
Show Menu
Previous Page 9 / 23 Next Page
Page Background

Sarcoïdose

De klachten treden vooral ’s nachts op.

-- Enerzijds heeft de patiënt last van

hyperesthesieën

,

zoals tintelingen, brandend gevoel, prikkelingen,

stekende of schietende pijn. Ook niet-pijnlijke prikkels

kunnen pijn doen (allodynie), zoals de aanraking van

dekens op de benen.

-- Anderzijds is er soms juist een

verminderde sensibiliteit

:

een diffuus of bijvoorbeeld een doof of koud gevoel in

voeten/benen en/of handen. Dit kan soms zo erg zijn dat

patiënten het verschil niet meer voelen tussen warm

of koud, met brandwonden tot gevolg. Ze kunnen zich

sneller verwonden.

-- Bij DVN zijn de spierkracht en de reflexen vrijwel

normaal. Toch

neemt de mobiliteit af

; door de

gevoelsstoornis lopen mensen onzeker.

-- De neuropathie kan een verklaring zijn voor een deel van

de

pijnklachten

en een deel van de moeheid.

7

Andere gevolgen zijn vormen van

autonome dysfunctie

,

zoals:

-- orthostatische hypotensie;

-- zweten;

-- blozen (facial flushing);

-- droge ogen/mond);

-- erectiestoornissen;

-- maag-darmklachten.

7

·

·

Hypercalciëmie/hypercalciurie

Verhoogd calcium in het

bloed komt bij 5-11% van de patiënten voor met name in de

zomerperiode (bij zonlichtblootstelling). Hoog calcium in

de urine komt vaker voor.

13

Het komt onder andere door een

teveel aan calcitrol. Dit is een stof die door geactiveerde

macrofagen wordt gemaakt.

Hypercalciëmie/hypercalciurie kunnen uitdrogings-

verschijnselen of nierproblemen veroorzaken

(zie

Symptomen, Orgaangerelateerde klachten,

Nierproblemen

).

7

Hematologische problemen

Daling van het aantal

bloedcellen komt voor bij splenomegalie, maar draagt

niet bij aan het stellen van de diagnose (zie

Symptomen, Orgaangerelateerde klachten, Vergrote lymfeklieren en andere klieren (adenopathie)

). Zonder splenomegalie komt

leukopenie bij 40% van de sarcoïdosepatiënten voor, maar

deze is meestal niet ernstig.

7

Bij 4-20% van de patiënten

komt anemie voor.

Afwijkingen van de trombocyten zijn beschreven

(idiopathische trombocytopenie, IDP).

7

·

·

KNO-problematiek

Bij betrokkenheid van de bijholten,

neus en keel kunnen klachten bestaan als chronische

bijholteontsteking of heesheid.

·

·

Cardiale klachten

Ongeveer 5% van de patiënten heeft

hartklachten:

-- geleidingsstoornissen;

-- ventriculaire aritmie;

-- hartfalen.

Patiënten hebben meestal last van hartkloppingen

en/of duizeligheid met of zonder flauwvallen. Plotselinge

dood komt voor. Bij autopsie van patiënten blijkt het hart

vaker aangedaan te zijn, maar dit heeft dan (nog) niet tot

klachten geleid (20-25%).

3,7

·

·

Klachten bij pulmonale hypertensie

Patiënten kunnen

kortademig en moe zijn door een verhoogde druk van

het longvaatbed. Sarcoïdose-geassocieerde pulmonale

hypertensie (SAPH) draagt bij aan hogere morbiditeit en

mortaliteit. Het treedt op als gevolg van:

-- fibrosering van de vaten door granulomateuze vasculitis;

-- druk op a. pulmonalis door adenopathie;

-- longfibrose;

-- diastolische dysfunctie van het linker ventrikel.

SAPH kan al in een vroeg stadium van fibrosering

optreden.

2,7

·

·

Nierproblemen

Interstitiële nefritis door sarcoïdose komt

sporadisch voor. Vaker zijn nierproblemen het gevolg

van hypercalciëmie en hypercalciurie. Nierverkalking

(nefrocalcinosis), nierstenen (nefrolithiasis) en

nierinsufficiëntie kunnen hierdoor optreden.

Nierstenen kunnen de eerste en enige presentatie zijn van

sarcoïdose.

1,7

Betrokkenheid van de nieren (nierinsufficiëntie) draagt bij

aan een slechtere prognose.

·

·

Maag-darmproblemen

Sarcoïdose in het

maagdarmkanaal komt zeer zelden voor. De maag

is het vaakst aangedaan. Slokdarm, blindedarm en

alvleesklier zijn nog minder vaak betrokken. De klachten

van gastro-intestinale sarcoïdose kunnen lijken op

een passagestoornis (gevoel dat het eten niet wil

zakken) of lijken op de ziekte van Crohn (malabsorptie,

buikpijn, diarree), tuberculose, een schimmelinfectie of

alvleesklierkanker (diabetes, icterus).

1,7

Als deze oorzaken

zijn uitgesloten, kan gastro-intestinale sarcoïdose mogelijk

een verklaring zijn.

·

·

Leverproblemen

Granulomen in de lever komen vaak

voor, maar geven zelden klachten. Bij 20% is de lever

vergroot. Leverenzymen kunnen verhoogd zijn, ook zonder

klachten. In zeer zeldzame gevallen kan leversarcoïdose

leiden tot verminderde galafvoer (icterus), verminderde

doorbloeding van de lever en soms levertrombose.

1,7

Sarcoïdose in de lever geeft geen portale hypertensie en

heeft daarom geen invloed op de mortaliteit.

7

·

·

Gewrichtsklachten

Ongeveer 25-39% van de patiënten

heeft hier tijdelijk last van. Verschillende gewrichten

kunnen aangedaan zijn: de knieën, de enkels, de ellebogen

en de pols, maar ook de kleine gewrichten van handen en

voeten. De klachten zijn bijna altijd acuut en gaan weer

over. Bij een zeer klein deel van de patiënten (

1%) zijn de

klachten chronisch.

7

·

·

Spierklachten

Sarcoïdose kan zich met uitsluitend

chronische spierpijn presenteren. Spierzwakte (myopathie)

kan optreden door sarcoïdose of als bijwerking van

medicatie (

prednison

) of het gevolg zijn van neuropathie.

De spieren kunnen bij neuropathie atrofisch worden.

13

7