Previous Page  45 / 99 Next Page
Information
Show Menu
Previous Page 45 / 99 Next Page
Page Background

43

hele zorgproces zal informeren naar de zorgwensen

van je naaste(n). De huisarts bespreekt dan in ieder

geval met je naaste of hij psychosociale zorg en/of

ondersteuning bij verzorgende en/of huishoudelijke

taken nodig heeft. Daarnaast stem je samen met de

neuroloog, revalidatiearts of huisarts af hoe vaak en

door wie er geïnformeerd wordt naar de zorgwensen en

behoeften van je naaste(n). Deze afspraak/afspraken

worden opgenomen in jouw IZP.

Bij de kinderen van de ADCA/SCA-patiënt spelen er,

naast eventuele zorg en ondersteuningsvragen, meestal

ook andere belangrijke vragen. Dit zijn bijvoorbeeld:

• de kans dat zij de aandoening zelf kunnen krijgen

en of ze dit al willen weten of niet;

• de kans dat hun eventuele kind(eren) ADCA

kunnen krijgen.

Met deze vragen kunnen zij terecht bij bijvoorbeeld de

neuroloog of klinisch geneticus. Mochten zij graag met

een zorgverlener over deze onderwerpen willen praten,

dan kan de huisarts hen naar een geschikte zorgverlener

doorverwijzen (zie ook

paragraaf 4.2.2

,

paragraaf 5.3 , paragraaf 8.4

en de

bijlage

). Ook behoort het krijgen

van een ‘systemische evaluatie’ tot de mogelijkheden.

Tijdens een systemische evaluatie wordt bijvoorbeeld

gekeken naar de (veranderde) relatie tussen jou,

je partner en je kind(eren). Er wordt dan niet alleen

gekeken naar de personen op zich, maar ook naar de

relaties die jullie onderling hebben (zie ook

B5

).