46,XY DSD: Algemeen
Voorkomen
·
·
Incidentie
Er bestaat geen eenduidigheid over de incidentie
van 46,XY DSD, maar deze betreft naar schatting 1:20.000
geboortes.
13
Dit betekent dat een huisarts met een
gemiddelde normpraktijk die 30 jaar werkt, ten hoogste één
patiënt met 46,XY DSD in de praktijk ziet. De incidentie van
geboortes waarbij sprake is van een ambigu genitaal wordt
geschat op 1:4.500-5.500.
13
Etiologie en erfelijkheid
·
·
Etiologie
De verschillende varianten van 46,XY DSD kunnen
worden afgeleid van afwijkingen in het proces van de
geslachtsontwikkeling.
In de eerste zes weken van de embryonale ontwikkeling
verloopt de ontwikkeling van de gonaden hetzelfde bij
XX- en XY-individuen. Onder normale omstandigheden
groeien de gonaden bij XY-individuen vanaf de 7
e
week uit
tot androgeen producerende testes, onder invloed van
onder andere het
SRY
-gen op het Y-chromosoom. Inmiddels
is bekend dat niet alleen het
SRY
-gen maar ook diverse
genen op andere chromosomen een belangrijke rol spelen in
de ontwikkeling van de gonaden.
Normaal gesproken wordt, zodra de testes zijn ontwikkeld,
in de Leydigcellen testosteron en in de Sertolicellen
Anti-Müller-Hormoon (AMH) geproduceerd.
Testosteron
is verantwoordelijk voor de ontwikkeling van de
gangen vanWolff tot mannelijke interne geslachtsorganen.
Daarnaast zet het enzym 5
α
-reductase testosteron om in de
meer actieve stof dihydrotestosteron. Bij functionele testes
en androgeenreceptoren differentiëren en ontwikkelen
onder invloed van dihydrotestosteron de prostaat en
de externe mannelijke genitalia. Bij afwezigheid van
testosteron en dus ook van dihydrotestosteron, of bij niet
(voldoende) functionerende androgeenreceptoren, kunnen
de genitalia zich niet in mannelijke richting ontwikkelen
en ontwikkelen de externe genitalia zich in vrouwelijke
richting.
AMH
onderdrukt de ontwikkeling van de vrouwelijke interne
geslachtsorganen (tuba, uterus en proximale deel van de
vagina) uit de buizen van Müller. Bij afwezigheid van AMH
verdwijnen de interne vrouwelijke structuren niet.
Een verstoring op enig niveau in deze embryonale
geslachtelijke ontwikkeling kan leiden tot een afwijkende
geslachtsontwikkeling. Het niveau waarop de afwijking zich
voordoet en de mate waarin een defect optreedt, hebben
invloed op het verdere verloop van de ontwikkeling van
de interne- en/of externe genitalia (zie
Bijlage 1). Vormen
van 46,XY DSD kunnen worden ingedeeld op basis van
de verschillende oorzaken. Bevindingen bij lichamelijk
onderzoek kunnen een indicatie geven van de onderliggende
oorzaak (zie
Bijlage 2 ).
·
·
Erfelijkheid
De overerving varieert per oorzaak van DSD.
Wanneer de aandoening door overerving wordt veroorzaakt,
betreft het meestal autosomaal recessieve of X–gebonden
recessieve overerving. Afhankelijk van de aandoening zijn
er ook andere vormen van overerving mogelijk. Er kan ook
sprake zijn van een spontane mutatie in een van de genen
die betrokken zijn bij de geslachtelijke ontwikkeling.
3
E
nkele feiten
DSD
46,XY DSD
46,XX DSD
Afwijking in
geslachtschromosomen
Ambigu genitaal
Vrouwelijk genitaal
Onder andere:
•
adrenogenitaal
syndroom (AGS)
Onder andere:
•
47,XXY
(Klinefeltersyndroom)
•
45,X (syndroom van Turner)
•
Partieel AIS
•
Parti l gonadale
dysgenesie
•
5α-reductase-2-
deficiëntie
•
17β-HSD 3
deficiëntie
•
Leydigcelhypoplasie
•
Compleet AIS
•
Compleet
gonadale
dysgenesie
*Alleen aandoeningen die in de brochure worden beschreven zijn vermeld. Er zijn ook diverse
mozaïekvormen die een zelfde beeld kunnen geven maar in deze brochure buiten beschouwing
worden gelaten (bijvoorbeeld 45X/46XY).
Bron: Prader Stadia. Radboud DSD Center, Ra boudumc, Nijmege .
-
eë
Schema 1: Verschillende variaties in DSD.
Alleen de aandoeningen in het zwart omlijnde kader worden in de brochure besproken. Er zijn ook diverse mozaïekvormen die een zelfde beeld
kunnen g ven maar in eze brochure buiten beschouwing worden gelaten (bijvoorbeeld 45X/46XY).