46,XY DSD: Androgeenongevoeligheidssyndroom
S
ymptomen
Symptomen compleet AIS
·
·
Diagnose
Soms geeft een inguinale hernia of zwelling
van de labia op kinderleeftijd aanleiding tot nadere
diagnostiek. Histologisch onderzoek toont testisweefsel.
Meestal komt androgeenongevoeligheid pas tijdens de
adolescentie aan het licht, bij diagnostiek naar primaire
amenorroe, of vindt onderzoek plaats vanwege een
diagnose bij een oudere zus.
·
·
Externe genitalia
Meisjes/vrouwen met CAIS zien er
volledig vrouwelijk uit. De vagina kan variëren van een
kuiltje in het perineum tot een vagina met normale lengte,
maar eindigt altijd blind.
10
·
·
Interne genitalia
Meisjes/vrouwen met CAIS hebben
geen uterus, cervix, tubae en ovaria. De gonaden of testes
bevinden zich intra-abdominaal of in het lieskanaal.
·
·
Endocrien
De volgende bevindingen bij bloedonderzoeken passen bij
CAIS:
-- Testosteronconcentraties zijn binnen of boven de
normaalwaarden voor mannen en jongens.
10
-- AMH-waarden (xy-referentie).
-- Oestradiol: het overmatig geproduceerde testosteron
wordt perifeer gearomatiseerd tot oestrogeen. Dit
oestrogeen zorgt samen met directe secretie van
testiculair oestrogeen (door LH geïnduceerd) voor
oestradiol concentraties die hoger zijn dan bij een
gemiddelde man, maar lager dan bij een gemiddelde
vrouw.
-- LH-concentraties zijn sterk verhoogd.
-- FSH- en inhibineconcentraties zijn doorgaans normaal.
·
·
Overig
Volwassenen met CAIS zijn doorgaans langer dan
gemiddelde vrouwen, maar kleiner dan de gemiddelde
man.
·
·
Puberteit
Een adolescent met deze aandoening heeft in
de puberteit een normale vrouwelijke borstontwikkeling
door de omzetting van testosteron naar oestradiol en een
groeispurt volgens de normale curve. Ontwikkeling van
oestrogeenafhankelijke secundaire geslachtskenmerken
vindt plaats doordat een gedeelte van de hoge
concentratie testosteron omgezet wordt in oestrogenen.
Meestal is er weinig of geen pubis- en okselhaar.
·
·
Gender
Kinderen met CAIS worden bijna altijd als meisje
opgevoed. Uit onderzoek blijkt dat alle personen met CAIS
aan wie het vrouwelijke geslacht was toegewezen zich ook
identificeren als vrouw.
10,17
5
Androgeenongevoeligheidssyndroom
Het androgeenongevoeligheidssyndroom(internationaal AIS; androgen insensitivity syndrome) is de meest
voorkomende variant van 46,XY DSD. Er wordt onderscheid gemaakt in de complete (CAIS) en partiële (PAIS) vorm.
E
nkele feiten
Vóórkomen
·
·
Prevalentie
In de literatuur wordt de prevalentie van CAIS
geschat op 1-5:100.000 personen met een XY karyotype.
9,10,18
PAIS komt waarschijnlijk net zo vaak voor als CAIS.
18
·
·
Etiologie
Androgenen zijn verantwoordelijk voor de
embryonale vorming van de mannelijke genitalia externa
en de virilisatie tijdens de puberteit. Bij AIS zijn de
androgeenreceptoren niet of verminderd gevoelig voor
androgenen zoals testosteron en dihydrotestosteron
(DHT). De gonaden ontwikkelen tot functionele testes en
produceren testosteron en AMH, maar de (gedeeltelijke)
ongevoeligheid voor androgenen resulteert in een volledig
vrouwelijk fenotype, of ambigu genitaal.
·
·
Erfelijkheid
In het merendeel van de gevallen veroorzaken
basesubstituties een mutatie van het X-gebonden
androgeenreceptorgen.
10,17
In 70% van de gevallen betreft
het een X-gebonden recessieve overerving.
14
Dit betekent
dat de moeder draagster is van de mutatie. Bij een volgende
zwangerschap van een XY-kind is het herhalingsrisico 50%.
Bij de geboorte van een XX-dochter is er 50% kans dat zij ook
draagster is. Het aandeel nieuwe mutaties is ongeveer 30%.
1
Bij CAIS kan in 95% van de gevallen een mutatie worden
geïdentificeerd. In 2012 waren al meer dan duizend mutaties
in de androgeenreceptor gerapporteerd.
17