Previous Page  7 / 21 Next Page
Information
Show Menu
Previous Page 7 / 21 Next Page
Page Background

Anoftalmie/Microftalmie

Symptomen bij eenzijdige A/M

·

·

Afwezigheid oogbol of aanwezigheid van kleine

oogbol

met een cosmetisch afwijkend aspect.

·

·

Verminderde visus

Hoeveel zicht iemand heeft, hangt af

van de ernst van de aandoening. Bij een anoftalmie kan

het kind aan de zijde van het ontbrekende oog niets zien.

Bij een microftalmie is de kans groot dat het kind met dit

kleine oog weinig ziet of zelfs slechts licht en donker kan

onderscheiden.

·

·

Minder goed stereoscopisch zien

Vaak is het niet-

aangedane oog goed aangelegd, en kan het kind met dit

oog zien. Met slechts één oog (monoculus) kan een kind

in principe een normaal leven leiden. Het leert ommet

één oog diepte in te schatten, maar ten opzichte van

de algemene bevolking zullen veel mensen problemen

houden met het stereoscopisch zien. Dit kan invloed

hebben op de beroepskeuze.

·

·

Een kleiner horizontaal gezichtsveld

Meestal past een

kind zich aan deze beperkingen aan door meer oog- en

hoofdbewegingen te maken.

Symptomen bij dubbelzijdige A/M

·

·

Afwezigheid van beide oogbollen of aanwezigheid van

kleine oogbollen

met een cosmetisch afwijkend aspect.

·

·

Verminderde visus of totale blindheid

Dubbelzijdige

anoftalmie betekent totale blindheid. Bij dubbelzijdige

microftalmie is de kans groot dat het kind functioneel

blind zal zijn.

Symptomen bij eenzijdige en dubbelzijdige A/M

·

·

Versmalde oogspleet

·

·

Onvermogen omhet oog of de ogen te openen

·

·

Motorische ontwikkelingsachterstand/

coördinatieproblemen/leerachterstand

Vaak komt

een (tijdelijke) motorische vertraging en soms ook

leerachterstand voor. Bij eenzijdige A/M is het visuele

probleemmeestal niet de oorzaak van deze achterstand.

Het kind heeft zich vanaf de geboorte al aangepast. De

achterstand in de ontwikkeling zou het gevolg kunnen zijn

van een eventueel aanwezige genetische mutatie.

·

·

Niet meegroeiende oogkas

De afwezigheid van een

oogbol van voldoende grootte en het eventueel ontbreken

van oogspieren heeft tot gevolg dat de oogkas en de weke

delen rondom het oog (de oogleden) een groeiachterstand

op kunnen lopen. Zij kunnen niet of niet genoeg met

de schedel meegroeien door het ontbreken van een

groeistimulus.

·

·

Onderontwikkeling maxilla enmandibula

Als de

oogkas groeiachterstand oploopt, leidt dat tot halfzijdige

microsomie met potentiële kans op onderontwikkeling van

de maxilla, de maxillaire sinus en de mandibula.

·

·

Asymmetrie gezicht

Zonder behandeling kan het gezicht

door de groeiachterstand van de oogkas en weke delen in

de loop der jaren een asymmetrische vorm krijgen.

·

·

Syndroom gebonden symptomen/andere systemische

afwijkingen

Deze symptomen komen voor als A/M

onderdeel is van een syndroom of voorkomt met andere

systemische afwijkingen.

Symptomen bij enkele genmutaties

·

·

SOX2-gen

Mutaties in dit gen zijn in 10-20% van de

gevallen de oorzaak van de A/M. Vaak komen naast

oogafwijkingen (meestal dubbelzijdige A/M) ook andere

afwijkingen voor, zoals ontwikkelingsachterstand,

neurologische afwijkingen, dysmorfe gelaatskenmerken,

postnatale groeiachterstand, oesofaguspathologie en

anomalieën van de mannelijke genitaliën. De meerderheid

van de SOX2-gen mutaties zijn de novo mutaties. SOX2-gen

mutaties erven autosomaal dominant over.

·

·

OTX2-gen

Mutaties in dit gen zijn in 3-8% van de gevallen

de oorzaak van de A/M, en zijn daarnaast geassocieerd

met afwijkingen van de hypofyse. Er kunnen groei- en

ontwikkelingsachterstanden, microcephalie, hypotonie en

genitale hypoplasie aanwezig zijn.

·

·

SMOC1-gen

Mutaties in dit gen veroorzaken het

Waardenburg anoftalmie syndroom of ophthalmo-

acromelic syndrome. Bij dit syndroom zijn naast

unilaterale of bilaterale anoftalmie vaak ook symptomen

zoals oligodactylie, synostose van de 4

e

en 5

e

vinger,

leerproblemen en/of een gespleten gehemelte aanwezig.

·

·

GDF6-gen

Mutaties in het ‘groei en differentiatie factor

6’-gen zijn gelinkt aan het Klippel-Feil syndroom, met

congenitale fusie van de cervicale wervels, een lage

achterste haargrens en een korte nek met beperkte

mobiliteit.

S

ymptomen

5