Previous Page  16 / 23 Next Page
Information
Show Menu
Previous Page 16 / 23 Next Page
Page Background

Auto-immuun hepatitis

ook in lage dosering voor overdag worden voorgeschreven

om tot rust te komen. Zie ook

NHG-Standaard Slaapproblemen en slaapmiddelen .

·

·

Risico osteoporose

Patiënten die langdurig prednison

slikken krijgen in de meeste gevallen osteoporoseprofylaxe.

In principe draagt de specialist zorg voor deze

profylaxe. De huisarts monitort het proces, en kan dit

in overleg met de specialist ook begeleiden. Zie

Beleid, Therapie, Osteoporoseprofylaxe

in deze brochure

en zie

Multidisciplinaire Richtlijn Osteoporose en fractuurpreventie

en

NHG-Standaard Fractuurpreventie .

Denk bij pijn in de rug ook aan ingezakte wervels.

·

·

Narcose

In principe kan een patiënt met een rustige AIH

een narcose ondergaan.

·

·

Risico diabetes mellitus type-1 en andere auto-

immuunziekten

Denk bij nieuwe klachten aan het

mogelijke risico op diabetes mellitus type-1 en andere

auto-immuunziekten.

·

·

Diabetes mellitus type-2

Een bijwerking van de

prednisonbehandeling kan diabetes mellitus type-2 zijn.

De patiënt krijgt van de behandelend arts behandeling

in de vorm van dieet, leefstijladviezen en tabletten of

insuline. Soms is er een contra-indicatie voor tabletten,

omdat zij de lever extra belasten. De specialist schrijft dan

insuline voor. In overleg met de specialist kan de huisarts

de behandeling van de diabetes mellitus type-2 op zich

nemen. Zie ook de

NHG-Standaard Diabetes mellitus type-2 .

·

·

Cystitis

Zeker bij diabetes mellitus heeft de patiënt

een groter risico op het krijgen van een cystitis. Wees

hier alert op. Houd bij het voorschrijven van een

antibioticum rekening met mogelijke levertoxiciteit.

Zie ook

Aandachtspunten voor de huisarts, Medische

aandachtspunten

.

·

·

Wondgenezing

Mede door de medicatie (prednison) is

er soms een slechte wondgenezing. Ook treedt sneller

beschadiging op van de huid, omdat deze dunner is. Houd

de wondgenezing in de gaten.

·

·

Gewicht

Mede door de prednison kan de patiënt

overgewicht hebben. Ook ondergewicht kan een groot

probleem zijn bij AIH-patiënten, zeker wanneer het

ziekteproces verder gevorderd is en er sprake is van

levercirrose. Dit is niet altijd goed zichtbaar, zoals bij

oedeem/ascites. Geef waar nodig voedingsadviezen en

verwijs naar de diëtist.

·

·

Controle gewicht en bloeddruk

Prednisongebruik kan

een verhoogde bloeddruk veroorzaken. Controleer de

bloeddruk. Spreek op geleide van de gemeten bloeddruk

regelmatige controles af.

·

·

Controle laboratoriumwaarden

Bij aanvragen

laboratoriumonderzoek naar aanleiding van klachten,

eventueel ook de leverwaardes laten bepalen. Doe dit zo

nodig in overleg met de behandelend arts.

·

·

Coeliakie

Coeliakie komt vaker voor bij AIH-patiënten.

Vraag onderzoek aan bij buikklachten die hierop zouden

kunnen wijzen.

·

·

Alcohol

Adviseer het gebruik van alcohol te vermijden/

minimaliseren. Een zieke lever kan alcohol moeilijker

verwerken. Elke vorm van ‘secundaire beschadiging’

moet worden voorkomen. Er is hierover geen eenduidig

onderzoek of advies. Kom hierover samen met de patiënt

tot een goede en verantwoorde beslissing. In een situatie

waarin de ontsteking goed onder controle is en er

nauwelijks littekenschade in de lever aanwezig is, zou heel

matig alcohol gebruik eventueel wel kunnen, bijvoorbeeld

1 glas wijn bij het eten of soms een glas bier.

·

·

Antibiotica en risico op schimmelinfecties

Omdat

de patiënt al immunosuppressiva gebruikt, kan bij

gebruik van antibiotica sneller een schimmelinfectie

optreden. Informeer de patiënt hierover en geef bij een

schimmelinfectie hiervoor adviezen en medicatie.

·

·

Vitamine-suppletie

Bij leverschade en door malabsorptie

kan er tekort ontstaan van vetoplosbare vitaminen A,

D, E en K. Dit wordt eigenlijk alleen gezien als er ook

cholestase aanwezig is en daarom dus alleen bij de

overlapsyndromen.

·

·

Verhoogde bloedingsneiging/blauwe plekken

Eventuele

verminderde opname van vitamine K kan aanleiding

geven tot een verstoorde stolling en een verhoogde

bloedingsneiging. Dit komt alleen voor bij een verder

gevorderd leverprobleem.

·

·

Anemie, neurologische verschijnselen en/of

spierzwakte

Deze klachten kunnen het gevolg zijn van een

tekort aan vitamine B12.

·

·

Visusaantasting/(nacht)blindheid/huidproblemen

kunnen het gevolg zijn van een vitamine A tekort ten

gevolge van malabsorptie. Malabsorptie komt vooral bij de

overlapsyndromen voor.

·

·

Onbegrepen pijnklachten

Soms zijn er onbegrepen

klachten van enorme pijn in de leverstreek en kunnen

patiënten zelfs niet op hun zij liggen. Onderzoek de

patiënt en beoordeel of overleg met/verwijzing naar de

specialist nodig is. Huisarts en specialist kunnen eventueel

samen beoordelen of verwijzing/opname nodig is, of

dat bijvoorbeeld pijnbestrijding gegeven kan worden.

Hierbij zal de voorgeschiedenis ook een rol spelen, omdat

sommige patiënten al eerder deze pijn ervaarden en er

tijdens eerdere opnames geen oorzaak voor deze pijn

gevonden werd. Soms is een opname onvermijdelijk en

is sterke pijnstilling nodig. De huisarts (in overleg met

de specialist) of de specialist kan, als paracetamol niet

werkt, tramadol of zelfs morfine voorschrijven. Blijf alert

op mogelijke andere aandoeningen die niets met het

oorspronkelijke leverprobleem te maken hebben.

·

·

Controles oogarts

Monitor of de patiënt controles

heeft bij de oogarts (1 keer per jaar). Zowel prednison als

budesonide hebben invloed op de ogen.

·

·

Beweging en fysiotherapie

Bewegen is goed om in betere

conditie te komen en osteoporose tegen te gaan. Stimuleer

de patiënt om een half uur per dag te bewegen. Soms

is dit slecht op te brengen voor de patiënt. Sporten met

begeleiding van een fysiotherapeut (fysiosport) kan dan

een oplossing zijn.

14