Auto-immuun hepatitis
7
onderzoeken zijn nodig om de plaats van budesonide in de
behandeling van AIH te bepalen.
De behandeling bij overlapsyndromen verschilt per patiënt
en bestaat vaak uit een combinatiebehandeling van de
middelen prednison, azathioprine en ursodeoxycholzuur.
Ursodeoxycholzuur is een hydrofiel galzout met een
immuunmodulerende en cytoprotectieve werking op
hepatocyten bij cholestase.
·
·
Osteoporoseprofylaxe
Als een patiënt glucocorticoïden
voor lange tijd krijgt voorgeschreven, is vaak
osteoporoseprofylaxe nodig. Het beleid is:
-- Bij een glucocorticoïden-dosering tussen 7,5 en 15 mg
(prednison-equivalenten) per dag:
·
·
bij premenopauzale vrouwen en mannen
<
70 jaar een
DXA (Dual-energy X-ray absorptiometry) maken en
afhankelijk van de uitslag behandelen;
·
·
postmenopauzale vrouwen en mannen
≥
70 jaar
behandelen.
-- Bij een glucocorticoïden-dosering
>
15 mg (prednison
equivalenten) per dag en/of de aanwezigheid van
een prevalente fractuur is er altijd een indicatie voor
osteoporosebehandeling.
Zie ook de
NHG-Standaard Fractuurpreventie .Aanbevelingen zijn :
-- voldoende calcium (1.000-1.500 mg per dag);
-- voldoende vitamine D;
-- voldoende lichaamsbeweging, leefstijladviezen
-- valpreventie.
Aanvullend een bisfosfonaat met calcium en vitamine D.
Er zijn meerdere middelen mogelijk:
-- risedroninezuur (remt de afbraak van botten en maakt
ze steviger);
-- calciumcarbonaat met vitamine D;
-- alendroninezuur (remt de afbraak van botten en maakt
ze steviger).
·
·
Beloop na startenmedicatie
Na starten van de
behandeling kan het een halve maand tot 6 maanden
duren tot biochemische remissie bereikt wordt. Kenmerken
van een volledige remissie zijn een normale ALAT en een
normaal IgG-gehalte. Het bereiken van histologische
remissie duurt vaak nog enkele maanden langer. Snelle
verbetering van de biochemische leveruitslagen (binnen
2 weken) is prognostisch gunstig. Handhaving van de
remissie is essentieel en vereist meestal een langdurige
onderhoudstherapie.
Bij 10-20% van de patiënten is de behandeling ineffectief,
met slechts een partiële remissie, of zelfs geen remissie.
Verhoging van de dosis prednison en/ of azathioprine of het
gebruik van andere immunosuppressiva geeft dan soms
verbetering.
·
·
Bijwerkingenmedicatie
Prednison:
-- opgezet gezicht, vollemaansgezicht;
-- gewichtstoename;
-- toename eetlust;
-- ontregeling menstruatie;
-- toegenomen haargroei op gelaat, borsten, buik, armen
en benen bij vrouwen;
-- acne;
-- soms hoge bloeddruk;
-- verhoogde bloedsuikers/prednison geïnduceerde DM;
-- verstoorde vetverdeling in het lichaam (dunnere benen
en dikkere romp);
-- spierzwakte armen en benen;
-- verminderd libido;
-- maagdarmklachten, maagzweren, maagbloedingen;
-- vocht vasthouden (dikke handen en voeten);
-- veranderingen in emoties;
-- meer kans op infecties;
-- tragere wondgenezing;
-- dunner worden van de huid;
-- onderhuidse bloedinkjes/blauwe plekken;
-- botontkalking;
-- overmatig transpireren;
-- intentietremor;
-- ontregeld slaapritme;
-- effect op de ogen (glaucoom, veranderen vochtgehalte in
de lens met slechter zien, staar, virale oogontstekingen).
Veel van de bijwerkingen treden meestal op bij doseringen
boven de 10 mg.
Azathioprine:
-- misselijkheid, verlies van eetlust 10-20%;
-- verminderde beenmergfunctie;
-- pancreatitis;
-- bij langdurig gebruik (
˃
10 jaar) een licht verhoogde kans
op kwaadaardige aandoeningen met name van de huid
(3%).
·
·
Stoppen van de behandeling
Staken van de therapie heeft
als voordeel dat de patiënt geen medicatie meer hoeft in
te nemen en geen last meer heeft van bijwerkingen. Na
een aantal jaren remissie is stoppen met de therapie een
overweging, waarbij arts en patiënt rekening houden met
het percentage relapse. Stoppen is slechts in 11-20% van de
gevallen succesvol; 89% van de patiënten krijgt een relapse
na het stoppen van de medicatie. Het meest kans op een
blijvende remissie heeft de patiënt als de serumwaarde
van ALAT de helft van de normaalwaarde is en het
IgG
˂
12. Wanneer de ontsteking niet volledig tot rust komt,
is het advies aan de patiënt om levenslang medicatie te
gebruiken (in een zo laag mogelijke dosering).