Congenitale melanocytaire naevi
de histologie en het ontstaan van maligniteiten door
laser. Op korte termijn lijkt lasertherapie effectief in het
verminderen van pigmentatie in congenitale naevi.
--
Curettage
is een pijnlijke ingreep waarbij vaak
complicaties optreden (infectie, vorming littekenweefsel,
bloedverlies). Deze schaafmethode bestaat uit het
verwijderen van een deel van de CMNmet een curette
(stompe lepel). In enkele gevallen, met name bij
reuzen CMN, wordt het nog toegepast. De toepassing
vindt plaats op zeer jonge leeftijd (1-3 maanden
na de geboorte). Dit in verband met een mogelijk
hypothetisch klievingsvlak op deze leeftijd, en het nog
meer aan de oppervlakte liggen van de pigmentcellen bij
pasgeborenen.
--
Dermabrasie
is ook een schaafmethode waarbij
men gebruik maakt van een mechanische frees.
Men gebruikt deze techniek alleen als chirurgische
therapie niet mogelijk is. Er zijn nog te weinig goede
onderzoeksresultaten bekend.
Curettage en dermabrasie zijn voorheen vaak toegepast
in grote en reuzen CMN. Naast de hierboven al genoemde
nadelen, hebben zij als nadeel dat het geen of onvolledig
materiaal voor weefselonderzoek oplevert (om na te gaan of
het weefsel kwaadaardig is en/of volledig verwijderd) en dat
er zeer vaak recidieven zijn.
In de richtlijn wordt de voorkeur gegeven aan ‘full thickness’
technieken. De werkgroep adviseert ‘partial thickness’
technieken alleen toe te passen wanneer excisie niet
mogelijk is (vanwege de grootte) of niet wenselijk is
(vanwege een cosmetisch kwetsbare lokalisatie).
·
·
Nazorg na OK
De plastisch chirurg bepaalt het
postoperatief beleid.
-- Hij geeft adviezen voor de verzorging van de huid en het
littekenweefsel.
-- Hij begeleidt eventuele klachten rondomwondgenezing,
zoals een open wond, lekkage en jeuk. De huisarts is in
samenwerking met het gespecialiseerde team de meest
geschikte persoon om tussentijds acute of algemene
problemen op te vangen en zo nodig door te verwijzen.
-- Na operatie en genezing van de wond blijft een goede
controle door de dermatoloog belangrijk omdat:
·
·
niet al het naevusweefsel met zekerheid weg is;
·
·
het risico op melanoom aanwezig blijft, hoewel het
veel kleiner is;
·
·
naevuscellen kunnen terugkomen, ook als de uitslag
van het pathologisch anatomisch onderzoek aangeeft
dat de randen vrij zijn.
Verzorging van de naevus- en/of littekenhuid
Als ouders van de patiënt/patiënt in samenspraak met de
behandelend arts besluiten om een CMN niet of slechts
gedeeltelijk te verwijderen, is het van belang de naevushuid
goed te verzorgen. Ook na operatie heeft de huid goede
verzorging nodig.
De huisarts kan voor mensen met CMN van grote waarde
zijn, zeker als het ziekenhuis ver weg is. Naast problemen
door kwetsbaarheid van de naevushuid, kunnen er ook na
operaties problemen zijn (bijvoorbeeld het loslaten van een
huidflapje). Zie
Aandachtspunten voor de huisarts.
·
·
Droge huid en jeuk
De huid bij (grotere) CMN kan erg
droog zijn. Hierbij gelden de gewone adviezen bij een droge
huid, zoals:
-- de huid reinigen met (niet te warm) water en géén zeep
of alleen PH-neutrale zeep gebruiken;
-- niet te vaak en niet te heet baden/douchen;
-- een vettende crème gebruiken zoals vaseline/lanette
crème of andere emolliens;
-- geen crèmes of zalven met parfums gebruiken;
-- ouders van patiënten geven aan dat een zalf
(bijvoorbeeld op de billen) vaak lang vettig en nat
aanvoelt, waardoor een crème beter is.
Bij sommige patiënten jeukt de moedervlek, meestal
door een droge huid of eczeem. Vaseline/lanette crème of
talkpoeder en koelen helpen hiertegen. De arts kan fenistil
druppels (antihistaminicum) of een corticosteroïdcrème
voorschrijven tegen de jeuk.
Als corticosteroïden (klasse 2 of klasse 3) worden
voorgeschreven, moet goede follow-up plaats vinden. Ook
moet men er rekening mee houden dat deze een tijdelijk
effect geven (na stoppen corticosteroïden terugkerende
klachten). De arts die corticosteroïden voorschrijft is
alert ten aanzien van de bijwerkingen van (langdurig)
corticosteroïdgebruik.
·
·
Beharing
Op de moedervlek kan meer haargroei
voorkomen. Dit kan geknipt of zonodig geschoren worden.
Het beste kan dit met een tondeuse (met een scheermes
kan irritatie ontstaan van de al kwetsbare naevushuid).
Adviseer om voorzichtig te zijn met ontharingscrèmes en
raad epileren af.
·
·
Kwetsbaarheid
De huid van een moedervlek lijkt
kwetsbaarder en gevoeliger te zijn dan gewone huid.
Wondjes kunnen normaal verzorgd worden en genezen
in het algemeen net als de normale huid. De huid kan
beschermd worden met tweede huid pleisters.
·
·
Camouflage van de CMN
Als een kind zelf camouflage van
een cosmetisch storende CMNwenst, kan men dat met
camouflerende crèmes en poeders proberen. Dit kan geen
kwaad mits de naevus mild gereinigd wordt. Het is wel
moeilijk om een donkere vlek echt licht te maken.
Ontraad bleekmiddelen sterk vanwege het agressieve en
toxische karakter.
·
·
Zon en warmte
Reuzen CMN hebben vaak minder
zweetklieren en daardoor heeft de huid ter plaatse
moeite met warmte kwijt raken. Mensen met een
reuzenmoedervlek kunnen eerder last hebben van warmte.
10