Previous Page  11 / 21 Next Page
Information
Show Menu
Previous Page 11 / 21 Next Page
Page Background

Congenitale melanocytaire naevi

9

Volgens

de concept multidisciplinaire richtlijn congenitale

melanocytaire naevi

is standaard profylactische

verwijdering van benigne ogende CMN niet aangewezen,

omdat de profylactische meerwaarde in het voorkómen

van ernstige complicaties onzeker is. Dit geldt voor CMN

van alle groottes. Bij grotere CMN is vaak ook totale

verwijdering niet mogelijk.

·

·

Wens patiënt/ouders van patiënt

Er kan bij patiënt en

naasten een wens tot verwijdering van de CMN aanwezig

zijn:

-- vanuit cosmetisch oogpunt;

-- bij duidelijke hinder van de CMN zoals een ulceratie;

-- als er grote angst voor een melanoom aanwezig is bij

patiënt en naasten.

Bij verwijdering vanuit cosmetisch oogpunt bespreekt de

arts:

-- hoe het resultaat na ingreep waarschijnlijk zal zijn.

De arts maakt met patiënt en diens naasten een

afweging of het te verwachten resultaat mooier is na

chirurgisch ingrijpen. Het uiteindelijk resultaat moet

een verbetering zijn ten aanzien van de uitgangssituatie,

maar bij de grotere CMN is dat niet altijd het geval;

-- of er een risico is op deformiteiten of functieverliezen;

-- hoeveel ingrepen nodig zijn. Bij de CMN groter dan 20 cm

PAS zijn vaak meerdere ingrepen nodig, met/zonder het

gebruik van tissue expanders of huidtransplantaties;

-- pijn door de ingreep, ziekenhuisopname en eventuele

complicaties van een ingreep (zoals risico narcose,

ontsteking en bloedingen).

Observatie zonder verder ingrijpen kan volstaan als:

-- er een benigne uiterlijk is;

-- naevi gemakkelijk te vervolgen lijken te zijn op dat

moment, ook door patiënt en naasten;

-- chirurgisch ingrijpen mogelijk tot functieverlies of

ernstige verlittekening leidt en er geen medische

noodzaak tot behandeling is;

-- potentiële complicaties van chirurgie groter zijn dan

positieve effecten;

-- ouders morele bezwaren hebben tegen behandeling en

er geen medische noodzaak tot behandeling is.

·

·

Chirurgische behandeling

Als ouders met de arts een

ingreep overwegen heeft ingrijpen op jongere leeftijd vaak

de voorkeur.

Argumenten voor ingrijpen op jonge leeftijd zijn:

-- De huid is op jongere leeftijd veel elastischer, zodat

verwijdering van grotere delen naevushuid in één keer

mogelijk is.

-- Het subcutane vet is op jonge leeftijd het dikst.

-- Curettage (schaafmethode) is alleen op zeer jonge

leeftijd mogelijk. Zie

Beleid, Behandeling, Chirurgische

technieken

.

-- Het melanoomrisico in grotere CMN is het hoogst op de

kinderleeftijd.

Argumenten om niet al op jonge leeftijd te opereren zijn:

-- Soms treedt nog een (gedeeltelijke) spontane regressie

van de naevus op.

-- CMN kunnen zich ook in de eerste levensjaren nog

uitbreiden (door later zichtbaar worden van het

pigment), waardoor opereren na operatie op jonge

leeftijd nog een keer herhaald moet worden.

-- Het is beter om anesthesie op jonge leeftijd zoveel

mogelijk te vermijden, in ieder geval liever tot de leeftijd

van 6-12 maanden. Narcose op jongere leeftijd zou een

verhoogd risico op een hartstilstand kunnen geven, en

verder een risico op (negatieve) beïnvloeding van de

neurologische, cognitieve en sociale ontwikkeling. Indien

mogelijk, kan het beste worden gewacht tot de leeftijd

van 3 jaar.

Chirurgische technieken

Er zijn verschillende chirurgische technieken:

·

·

‘Full thickness’ technieken

Verwijdering van de gehele

dermis en epidermis en een variërende hoeveelheid

subcutaan weefsel tot op de fascie. Veel tractie aan de

wond geeft risico op wonddehiscentie en een verwijding

van het litteken. Daarom gebruikt men de volgende

technieken:

--

(Seriële) excisies

Een stuk van de moedervlek

verwijderen en de wond direct hechten. Soms is

het nodig na een aantal maanden een volgend stuk

moedervlek te verwijderen nadat de huid op natuurlijke

wijze is opgerekt.

--

‘Skin grafting’

Eerst operatieve verwijdering van de

moedervlek en vervolgens een huidtransplantatie.

--

‘Tissue expansion’

Oprekken van de naevushuid door

een onderhuidse ballon waardoor er meer huid ontstaat

om een zogenaamde zwaailap procedure uit te voeren.

Dit heeft het beste resultaat onder de leeftijd van 4 jaar

in verband met de elasticiteit van de huid. Complicaties

van de ‘tissue expanders’ zijn onder andere: kapot gaan

van de huid, bloeding, infectie, pijn, wonddehiscentie en

lekkage van de expanders.

·

·

‘Partial thickness’ technieken

zoals lasertherapie,

dermabrasie en curettage (schaafmethode). Dit zijn

oppervlakkige therapieën die een reductie van het aantal

naevuscellen geven, maar niet alle naevuscellen in de

diepte verwijderen. Het doel is cosmetische verbetering en

ook verlaging van het risico op maligne ontaarding. Of het

risico op maligne ontaarding minder is na deze technieken

is echter onzeker, omdat in de diepere lagen vaak nog

naevuscellen achter blijven.

--

Lasertherapie

Vernietiging van de naevuscellen in de

huid met een laser. Deze behandeling gebruikt men

alleen bij CMN als behandeling met chirurgische excisie

niet mogelijk is. Het herhaaldelijk behandelen met laser

is niet wenselijk vanwege het onduidelijke effect op