Cystenieren
-- Een beperkte cafeïne-inname kan mogelijke bevordering
van cystegroei door cafeïne voorkómen.
-- Gewichtsbeheersing. Adviseer gezonde, gevarieerde
voeding en lichaamsbeweging (zie
NHG-Standaard Obesitas ).
-- Roken bevordert de nierschade. Adviseer de rokende
patiënt dringend te stoppen met roken en bied zo nodig
ondersteuning door de patiënt hierbij te begeleiden
of te wijzen op hulpprogramma’s (zie
NHG-Standaard Stoppen met roken ).
·
·
Vrouwelijke geslachtshormonen
Mogelijk kunnen
oestrogenen en progestagenen de groei van levercysten
bevorderen. Daarom is extra begeleiding in de vorm van
goede voorlichting, advies en controle nodig voor alle
vrouwen met een polycysteuze leveraandoening in de
reproductieve fase.
3
Houd hier rekening mee wanneer er
vraag is naar anticonceptieve maatregelen of wanneer er
een indicatie is voor hormonale substitutietherapie (HST).
·
·
Griepvaccinatie
Op grond van de individuele situatie
wordt bepaald of de patiënt in aanmerking komt voor
de jaarlijkse griepvaccinatie. Onder andere bij patiënten
met ernstige nierinsufficiëntie leidend tot nierdialyse
of niertransplantatie en na een niertransplantatie, is
griepvaccinatie geïndiceerd.
·
·
Urineweginfectie
De voornaamste klachten zijn dysurie,
polyurie, hematurie en eventueel koorts. Behandel
een urineweginfectie volgens de
NHG-Standaard Urineweginfecties. Geadviseerd wordt om vóór aanvang
met antibiotica een urinekweek af te nemen. Overleg bij
twijfel met de behandelend nefroloog over het te voeren
beleid.
·
·
Niercyste-infectie
De voornaamste klachten zijn
hematurie en koorts. Behandeling bestaat uit antibiotica,
bij voorkeur fluorquinolonen of trimethroprim-
sulfamethoxazole. Daarnaast is het belangrijk een
bloedkweek af te nemen, voor het uiteindelijk te voeren
antibiotisch beleid. Overleg bij het vermoeden van een
niercyste-infectie met de nefroloog over het beleid, of
eventuele (spoed)verwijzing.
·
·
Niercystebloeding
De voornaamste klacht is hematurie.
Meestal is de bloeding self-limiting en treedt herstel
op in 2-7 dagen. Een ziekenhuisopname kan nodig zijn
wanneer de bloeding persisteert. Het tijdelijk staken van
de ACE-remmer en/of diuretica tijdens zo’n episode kan
acute nierschade mogelijk voorkomen. Overleg bij het
vermoeden van een niercystebloeding met de nefroloog
over het te voeren beleid.
·
·
Nierstenen
De voornaamste klachten zijn pijn in de flank,
bewegingsdrang en hematurie. Geef in acute situaties
10 mg morfine subcutaan of intramusculair. Overleg bij
vermoeden van nierstenen met de nefroloog of een
uroloog over het te voeren beleid. Hiermee wijkt het
beleid bij nierstenen bij patiënten met ADPKD af van de
NHG-Standaard Urinesteenlijden.
·
·
Levercyste-infectie
De voornaamste klachten zijn lokale
pijn, koorts en bloedwaarden passend bij een infectie.
De patiënt is meestal ziek. Behandeling bestaat uit
breedspectrumantibiotica uit de groep fluorquinolonen.
Overleg bij vermoeden van een levercyste-infectie met de
nefroloog of hepatoloog over het te voeren beleid.
·
·
Acute cholangitis
De voornaamste klachten zijn koorts,
icterus en pijn rechts boven in de buik. Patiënten zijn
doorgaans erg ziek. Overleg met de hepatoloog over een
eventuele opname in het ziekenhuis voor behandeling.
·
·
Acute hoofdpijn
Verwijs een patiënt met (mogelijk) ADPKD
met acute, ernstige hoofdpijn met spoed naar de neuroloog
voor analyse in verband met de kans op een intracerebrale
bloeding.
·
·
Complicaties door gebruik van tolvaptan
Overleg bij een
vermoeden van problemen door gebruik van tolvaptan
met de nefroloog. Bekende complicaties bij het gebruik van
tolvaptan zijn:
--
Dehydratie
Er bestaat een verhoogd risico op dehydratie
tijdens het gebruik van tolvaptan tijdens periodes van
braken en/of diarree. De (huis)arts adviseert in dat geval
in overleg met de nefroloog de dosis tolvaptan tijdelijk te
verminderen of gebruik te staken. Zorg daarnaast voor
goede rehydratie.
--
Stijging leverenzymen
Tolvaptan heeft invloed op de
leverenzymen. Tijdens behandeling met dit middel
controleert de nefroloog structureel de leverenzymen
(eerste 18 maanden elke maand, daarna vier keer per
jaar). Overleg met de nefroloog indien bij tussentijdse
bepalingen een stijging van de leverenzymen gevonden
wordt.
·
·
Afstotingsverschijnselen na niertransplantatie
Na
transplantatie is begeleiding van patiënten en eventuele
naasten erg belangrijk. In veel gevallen is de huisarts het
eerste aanspreekpunt bij klachten, vragen en psychosociale
problemen. Patiënten herstellen zeer wisselend na een
transplantatie. Ook na een geslaagde transplantatie kan
de patiënt te maken krijgen met lichamelijke beperkingen
zoals vermoeidheid en verminderde weerstand door
het levenslange gebruik van immunosuppressiva. Let
ook expliciet op tekenen van afstoting van de donornier.
Afstoting kan zich uiten in koorts en een algemeen gevoel
van ziek zijn. Soms zijn er echter helemaal geen klachten.
Neem bij een vermoeden van afstoting direct contact op
met het transplantatiecentrum.
11