Previous Page  10 / 21 Next Page
Information
Show Menu
Previous Page 10 / 21 Next Page
Page Background

Cystenieren

8

·

·

Intracraniaal aneurysma (ICA)

Kleine, intacte ICA’s

behoeven vaak geen behandeling, maar volstaat een

regelmatige herevaluatie door de neuroloog. De frequentie

van de controles wordt voor elke patiënt individueel

bepaald. Er geldt voor de patiënt een dringend advies

om te stoppen met roken. Daarnaast is het van belang

andere cardiovasculaire risicofactoren te minimaliseren.

Patiënten met ADPKD zonder aangetoonde ICA’s, maar

met een positieve familieanamnese hiervoor, komen

elke 5-10 jaar voor presymptomatisch onderzoek bij de

neuroloog. Bij een patiënt met (mogelijk) ADPKDmet acute

ernstige hoofdpijn bestaat de kans dat er sprake is van een

intracerebrale bloeding, waarvoor de patiënt met spoed

naar een neuroloog verwezen moet worden.

Beleid bij psychosociale en psychiatrische

problematiek

·

·

Angst en depressie

Vanwege de impact van ADPKD op het

fysieke en psychische welbevinden is het belangrijk dat de

arts luistert en ingaat op de psychologische en emotionele

zorgen van de ADPKD-patiënt. Wanneer er sprake is van

angst en/of depressieve klachten behandelt de huisarts

conform de

NHG-Standaard Depressie .

Diagnostiek bij familieleden

·

·

Familieonderzoek/presymptomatische diagnostiek

De erfelijkheidsaspecten van de ziekte worden door de

behandelend nefroloog en vervolgens meer specifiek door

de klinisch geneticus met de patiënt en diens partner

besproken. Het is daarbij aan te bevelen dat patiënten

hun eerstegraads familieleden op de hoogte brengen van

het feit dat ook zij een verhoogd risico hebben op ADPKD.

Deze kans is 50% vanwege de autosomaal dominante

overervingswijze. De huisarts kan de familieleden voor

presymptomatische diagnostiek (echo-onderzoek of

DNA-onderzoek) naar een klinisch geneticus verwijzen

(zie

Consultatie en verwijzing )

. De voordelen van

vroegdiagnostiek zijn:

16

-- zekerheid, dit kan van invloed zijn op bijvoorbeeld de

gezinsplanning;

-- vroege opsporing in relatief gezond stadium van ziekte;

-- vroege behandeling van ziekte en complicaties;

-- selectie van familieleden die eventueel geschikt zijn als

nierdonor.

Maar er kleven er ook nadelen aan, zoals financieel, bij het

afsluiten van verzekeringen of voor werk.

·

·

Presymptomatische diagnostiek bij (minderjarige)

kinderen

Bij kinderen wegen de voordelen van het

weten over het algemeen niet op tegen de nadelen (niet

zelf meebeslissen, emotionele belasting, bezwaren

bij het afsluiten van verzekeringen). Er is momenteel

geen behandeling waardoor het beloop van de ziekte

beïnvloed kan worden (anders dan door goede controle

van de hypertensie). Dit kan veranderen, zeker voor

adolescenten, door de komst van medicijnen zoals

tolvaptan (en mogelijk somatostatine analogen), die

het beloop van de aandoening kunnen vertragen. Met

beeldvorming (ook vanwege een andere aanleiding) kan

de diagnose soms op jonge leeftijd al, per toeval, gesteld

worden. Terughoudendheid met beeldvorming van de

buik bij eerstegraads verwanten is daarom op zijn plaats.

Bij klachten waarvoor beeldvormend onderzoek van de

buik gewenst is, wordt geadviseerd om eerst met een

kinderarts(-nefroloog) te overleggen.

·

·

Zelfbeschikkingsrecht

Elke patiënt (en bij kinderen

de ouders) heeft zelfbeschikkingsrecht. Het is van

belang de wenselijkheid c.q. de consequenties van een

presymptomatisch onderzoek uitgebreid te bespreken

en de patiënt de gelegenheid te geven zorgvuldig te

overwegen of hij presymptomatisch onderzocht wil

worden. De klinisch geneticus voert dit voorlichtende

gesprek met de patiënt. Behalve het recht om te weten

hebben patiënten en familieleden ook het recht om niet te

weten. Daarom is de wens van de betrokkene bepalend om

zich wel of niet genetisch te laten onderzoeken.

·

·

Informeren familieleden

In de Nederlandse

privacywetgeving is het klinisch genetici/consulenten

niet toegestaan rechtstreeks familieleden te informeren

over het bestaan van een erfelijke aandoening in hun

familie. De patiënt kan alleen zelf, met hulp van door

de klinisch geneticus opgestelde familiebrieven, de

familieleden informeren. De patiënt moet worden

gewezen op het belang voor de familieleden en de morele

verantwoordelijkheid hen te informeren.

Kinderwens/prenatale diagnostiek

·

·

Kinderwens

Een ouder met ADPKD heeft een kans van

50% om de aandoening aan ieder kind door te geven. Voor

ADPKD-patiënten met een kinderwens en eerstegraads

verwanten met een kinderwens luidt het advies zich

voorafgaand aan een zwangerschap te laten voorlichten.

De nefroloog bespreekt tijdig met de patiënt dat bij

een kinderwens verwijzing naar een klinisch geneticus

mogelijk is. De klinisch geneticus kan informeren over

de mogelijke opties om de aandoening in een volgende

generatie te voorkómen. Wanneer er een kinderwens

is, zal het stel zelf een, bij hen passende, keuze moeten

E

rfelijkheidSVOORLICHTING en

zwangerschap