Previous Page  9 / 17 Next Page
Information
Show Menu
Previous Page 9 / 17 Next Page
Page Background

Cystinose

Behandeling renale problematiek

De behandeling van het renaal Fanconi syndroom bestaat

uit voldoende voeding, vocht en het substitueren van de

verliezen via de nier (eiwitten, mineralen en bicarbonaat).

Dit zijn cruciale voorwaarden voor het kind om te kunnen

groeien.

3,8

·

·

De behandeling van

botproblemen

zoals rachitis bestaat

uit suppletie met fosfaat in combinatie met vitamine D.

Eventueel wordt ook alfacalcidol gegeven, dit is actief

vitamine D.

·

·

Vanaf de tienerjaren komen ook andere botproblemen

voor zoals genua valga en pedes plani. Deze problemen

ontstaan mogelijk ten gevolge van de ziekte zelf en door

koperdeficiëntie. Kopersuppletie is de enige mogelijke

behandeling. Botfracturen komen ook vaker voor bij

cystinosepatiënten.

·

·

Eindstadiumnierfalen (ESRD)

ontstaat uiteindelijk

bij alle patiënten. Niertransplantatie heeft veruit de

voorkeur boven dialyse gezien de kwaliteit van leven en

de gezondheidseffecten. Nieren kunnen afkomstig zijn

van familieleden, van levende zogenaamde Samaritaanse

donoren en van postmortem donoren. In de nieuwe nier

is het gendefect afwezig. De ziekte komt hier dan ook

niet terug, alhoewel door invasie van hostcellen er wel

cystinekristallen in de donornier waargenomen kunnen

worden.

3,8

·

·

Dieet

is een belangrijk onderdeel van de behandeling

van het Fanconi syndroom. Hierbij is vooral de calorische

intake van belang, gezien de grote verliezen via de nieren.

Het dieet dient gebalanceerd te zijn en dient voldoende

vocht en zouten te bevatten. Een kindernefrologie-diëtist

kan ouders hierbij helpen.

3,8

·

·

Bij veel kinderen wordt zo snel mogelijk na de diagnose een

PEG-sonde

geplaatst omdat de kinderen door overgeven

en het gebrek aan eetlust niet genoeg calorieën binnen

krijgen. De calorische intake moet 100% zijn van wat zij

nodig hebben voor hun leeftijd. Er is geen bewijs dat een

nog hogere intake leidt tot een betere groei. Een PEG-sonde

kan ook helpen om extra

vocht

toe te dienen en voor het

geven van de medicatie in de nacht.

2

Bij nierinsufficiëntie is

vaak een eiwitbeperkt dieet noodzakelijk.

·

·

Cysteamine stimuleert de zuurproductie in de maag,

protonpompremmers

kunnen maagklachten

verbeteren. De kinderarts zal deze daarom laagdrempelig

voorschrijven.

·

·

Indometacine

remt de prostaglandine-synthese in het

nierparenchym. Hierdoor wordt het verlies aan vocht en

zouten beperkt. Het kan leiden tot ernstige maagklachten

en acute nierinsufficiëntie. Ondanks deze ernstige

bijwerking schrijft de kinderarts-nefroloog het medicijn

regelmatig voor ommeer controle te hebben over het

Fanconi syndroom. De huisarts of kinderarts moet echter,

in overleg met de behandelend nefroloog, aan de patiënt

adviseren om onmiddellijk met het medicijn te stoppen

bij dehydratie, hypotensie, noodzaak van gebruik van

ACE-remmers (enalapril) of bij achteruitgang van de

nierfunctie.

3

·

·

ACE-remmers en angiotensine receptorblokkers

dienen met zorg door de (kinder)nefrologen te worden

voorgeschreven vanwege de mogelijke bijwerkingen (zie

Aandachtspunten voor de huisarts, Alarmsymptomen

).

Deze medicijnen lijken de nier te beschermen in geval

van chronisch nierfalen. Ze zorgen echter ook voor een

afname van de nierperfusie, wat bij kinderen met cystinose

al een probleem is. Hoge doses dienen te allen tijde te

worden vermeden. Bij warmweer, hoge koorts of buikgriep

(dreigende dehydratie) past de zorgverlener (huisarts/

kinderarts/internist/anders) de dosering aan of laat het

medicijn stoppen. Het is verstandig als de huisarts hierover

contact opneemt met de behandelend nefroloog en samen

met ouders hierover afspraken maakt, zodat voor iedereen

duidelijk is wie deze zorg coördineert.

3,8

·

·

Groeihormoon

De behandeling met cysteamine in

combinatie met voldoende intake zorgt bij veel kinderen

voor voldoende groei. Het zorgt echter niet voor een ‘catch-

up’ van eventuele reeds bestaande groeiachterstand.

Wanneer cysteamine, adequate voeding en correctie

van verlies van zouten een groeiachterstand niet

kunnen voorkomen, start de kinderarts-endocrinoloog

laagdrempelig met groeihormoon. Dit heeft het meeste

effect wanneer vroeg wordt gestart, voorafgaand

aan niervervangende behandeling. Langdurige

groeihormoontoediening zorgt voor een eindlengte die

gemiddeld ligt tussen de -2,6 en -2,0 SD.

3,8

·

·

Testosteron

Veel jongens met cystinose ontwikkelen

een hypergonadotroop hypogonadisme. Toediening

van testosteron zorgt ervoor dat ze in de puberteit

kunnen komen. Helaas helpt testosteron niet om

fertiliteitsproblemen te voorkomen.

2

Het is waarschijnlijk

mogelijk om voorzaadcellen te oogsten. Onduidelijk is nog

of dit tot een zwangerschap kan leiden.

Niervervangende therapie (dialyse en/of

transplantatie)

Niervervangende therapie is uiteindelijk onvermijdelijk. De

nierfunctie gaat in de loop van de tijd achteruit, waarbij de

patiënt in het begin veel klachten ondervindt door de slechte

tubulaire functie (zie

Symptomen, Overige symptomen

).

Later komt hier de achteruitgang van de glomerulaire

functie bij. Dit leidt over het algemeen tot nog meer klachten

van algehele malaise met onder andere misselijkheid en

vermoeidheid. De (kinder)nefroloog zal bij een nierfunctie

van 30%met de voorbereidingen op niervervangende

therapie starten. Dit omvat de voorbereidingen op een

eventuele transplantatie (zijn er in de omgeving geschikte

donoren (donatie bij leven geeft een beter resultaat dan

7