Previous Page  10 / 17 Next Page
Information
Show Menu
Previous Page 10 / 17 Next Page
Page Background

Cystinose

8

post-mortem donatie), wat is de vaccinatiestatus met

betrekking tot hepatitis B en waterpokken). Een tijdige

voorbereiding verkleint de kans dat iemand eerst moet gaan

dialyseren voor hij voor transplantatie in aanmerking komt.

Transplantatie geeft een beduidend betere kwaliteit van

leven dan dialyseren als niervervangende therapie. Wanneer

de nierfunctie zo slecht wordt dat niervervangende therapie

noodzakelijk is, plaatst de nefroloog de patiënt op de

wachtlijst en start met dialyse al dan niet in combinatie met

de transplantatie-bij-leven procedure. Na de transplantatie

zijn immunosuppressiva nodig die afstoting voorkomen.

Een

bijwerking van immunosuppressiva

na nier-

transplantatie is onder andere migraine-achtige hoofdpijn.

12

Verder brengt het gebruik van immunosuppressiva een

verhoogde vatbaarheid voor virale en schimmelinfecties

met zich mee.

Mogelijke toekomstige behandelingen

Huidig onderzoek bij muizen laat zien dat een combinatie

van stamceltransplantatie en gentherapie de ziekte zouden

kunnen genezen. Het zal echter nog tientallen jaren duren

voordat een dergelijke genezende therapie voor mensen

beschikbaar is.

6,9

Op de kortere termijn komt waarschijnlijk een maagsap-

resistente coating voor cysteamine beschikbaar. Hierdoor is

het voor patiënten mogelijk om de inname van de medicijnen

te beperken tot tweemaal per dag, wat een aanzienlijke

toename van het gebruiksgemak betekent en daarmee de

therapietrouwwaarschijnlijk bevordert.

De oogdruppels met cysteamine worden nu centraal voor

Nederland gemaakt door de apotheek van het Radboudumc.

In 2017 komen er oogdruppels met cysteamine

(Cystadrops

®

) op de markt. De druppels dienen ter

voorkoming van de vorming van kristallen 6 maal daags te

worden gebruikt. In de praktijk blijkt dit niet haalbaar en

druppelt men 4 tot 5 maal daags. Er komt mogelijk een gel

beschikbaar, die nog maar 2 maal daags toegediend hoeft te

worden.

Beleid Spoedeisende Hulp (SEH) of huisartsenpost

Patiënten komen relatief vaak op de spoedeisende hulp

of huisartsenpost. Voor (jonge) kinderen met het Fanconi

syndroom speelt uitdroging vaak een rol. Daarnaast hebben

patiënten relatief vaak een (urineweg)infectie of een

fractuur.

·

·

Uitdroging

Start direct met een infuus met isotone

vloeistof of eventueel met glucose en/of ringerlactaat.

·

·

Vermoeden van (urineweg)infectie

Zet direct de urine of

ander substraat op kweek en start gelijk met amoxicilline

clavulaanzuur of een 3

e

generatie cefalosporine. De

apotheker kan op geleide van de nierfunctie de exacte

dosering bepalen en aangeven of er interactie met

eventuele immunosuppresiva te verwachten is.

·

·

Botbreuk

In geval van een botbreuk is het van belang om

te zorgen voor adequate pijnstilling. NSAID’s worden sterk

afgeraden bij nierpatiënten gezien het gevaar van acute

nierinsufficiëntie. Start daarom direct met paracetamol èn

een morfinederivaat. Zeker bij kinderen is pijnstilling van

het grootste belang om psychotraumata te voorkomen.

Dipidolor (0.2 mg/kg/dosis (max 20 mg)) behoeft bij

kortstondig gebruik geen aanpassing aan de nierfunctie

en wordt in de lever gemetaboliseerd. Hiernaast is er

weinig interactie met de meeste immunosuppressiva te

verwachten.

Familieonderzoek

·

·

Cystinose is een autosomaal recessieve aandoening (zie

Erfelijkheid en etiologie )

.

·

·

De kindernefroloog of klinisch geneticus bespreekt de

erfelijkheidsaspecten van cystinose met de patiënt en/of

de ouders. Vrijwel altijd zijn beide ouders van een patiënt

met cystinose drager van de genmutatie. Zij hebben bij

iedere volgende zwangerschap 25% kans op een kind met

cystinose. DNA-onderzoek (genetische analyse van het

CTNS-gen) kan het dragerschap bevestigen.

·

·

Zelfbeschikkingsrecht

Iedereen heeft zelfbeschikkings-

recht. Het is van belang de wenselijkheid c.q. de

consequenties van een genetisch onderzoek en met

name van DNA-onderzoek uitgebreid te bespreken en de

eventuele deelnemer aan dit onderzoek de gelegenheid

te geven het testen zorgvuldig te overwegen. Het is van

belang dat de klinisch geneticus de wenselijkheid en

consequenties van het genetisch onderzoekt doorspreekt.

Behalve het recht om te weten hebben patiënten en

familieleden ook het recht om niet te weten.

·

·

Informeren familieleden

De Nederlandse wetgeving staat

niet toe dat klinisch genetici/consulenten rechtstreeks

familieleden informeren over het bestaan van een erfelijke

aandoening in hun familie. De patiënt kan wel met

begeleiding van de klinisch geneticus en met behulp van

een door de klinisch geneticus opgestelde familiebrief,

de familieleden informeren.

Kinderwens en zwangerschap

·

·

Tijdens het gebruik van het immunosuppressivum

mycofenolaat mofetilis (of andere mycofenolzuren) is het

voorkómen van zwangerschap voor zowel mannen als

vrouwen belangrijk, vanwege de ernstige teratogeniciteit

van het middel.

E

rfelijkheidsvoorlichting

en zwangerschap