Previous Page  13 / 23 Next Page
Information
Show Menu
Previous Page 13 / 23 Next Page
Page Background

Fanconi anemie

zoals aspirine, NSAID’s en sommige antihistaminica,

moeten patiënten zoveel mogelijk vermijden in geval

van trombocytopenie. Raad de patiënt in geval van

trombocytopenie, activiteiten met een hoog risico op

trauma af.

·

·

Verhoogd infectierisico

Bij koorts neemt de huisarts

contact op met de behandelend hematoloog over het

te voeren beleid en eventuele verwijzing. In geval van

leukopenie is snel starten van antimicrobiële therapie

noodzakelijk om fulminant verlopende infecties te

voorkomen. Voor sommige patiënten is het zinvol om thuis

antibiotica op voorraad te hebben, maar dit is (zeker na

een geslaagde SCT) niet altijd nodig. Preventief gebruik van

antibiotica wordt afgeraden vanwege het verhoogde risico

op schimmelinfecties en antibioticaresistentie.

·

·

Vaccinaties

FA-patiënten komen in aanmerking voor

een jaarlijkse griepvaccinatie. Raad meisjes met FA

aan om zich te laten vaccineren tegen HPV via het

Rijksvaccinatieprogramma. Dit advies geldt ook voor

jongens met FA, omdat zij het virus kunnen dragen,

overbrengen en er zelf last van kunnen hebben. Mogelijk

verlaagt HPV-vaccinatie ook het risico op hoofd-

halstumoren. Na een SCT moeten alle vaccinaties herhaald

worden.

·

·

Spoedzorg

Het is belangrijk dat de huisartsenpost goed op

de hoogte is van de ziektegeschiedenis van de patiënt en

weet dat laagdrempelige verwijzing naar het ziekenhuis en

overleg met de hoofdbehandelaar noodzakelijk kan zijn.

Psychosociale aspecten

·

·

De kwaliteit van leven kan sterk worden beïnvloed door

FA. Patiënten en hun naasten moeten steeds opnieuw

moeilijke keuzes maken. Ook krijgen zij veel te maken met

zorgverleners die geen ervaring hebben met FA. Angst voor

ernstige gezondheidsproblemen, verlies van kwaliteit van

leven en overlijden komt veel voor. Het wachten op een SCT

en op uitslagen van onderzoeken is stressvol.

·

·

Congenitale afwijkingen kunnen zichtbaar zijn en/of

functionele problemen geven. Hierdoor zijn kinderen en

volwassenen met FA ‘anders’, wat kan leiden tot gepest

worden en sociale isolatie.

·

·

Besteed bij pubers en adolescenten extra aandacht aan

het afraden van risicogedrag (roken, alcohol) en het

bevorderen van therapietrouw.

·

·

FA-patiënten en hun naasten hebben vaak het gevoel

dat ze in goede tijden zitten te wachten op de volgende

crisis. Het is belangrijk dat zij leren om juist in goede tijden

volledig te genieten, om op te laden voor toekomstige

slechtere periodes. Mindfulness kan hier bijvoorbeeld bij

helpen.

·

·

Bij FA wordt een groot beroep gedaan op de draagkracht

van de ouders. Ook voor broers en zussen is de ziekte van

één of meer gezinsleden ingrijpend. De periode rond de SCT

is voor de patiënt en diens familieleden een ingrijpende

periode, zeker wanneer een broer of zus de donor is.

Besteed aandacht aan de andere kinderen in het gezin

en aan de relatie tussen beide ouders. Kinderen weten

vaak meer dan hun ouders zich realiseren. Verdriet, angst,

jaloezie en schuldgevoelens komen veel voor. Een open

communicatie en het bespreekbaar maken van emoties

zijn belangrijk. Wijs op het belang van goede (internet-)

informatie.

·

·

Bied actief verwijzing naar maatschappelijk werk of

psychologische hulpverlening aan. Ook mindfulness

kan nuttig zijn. Vaak wordt psychosociale begeleiding

gestart tijdens een ziekenhuisopname, waarbij

geanticipeerd kan worden op de situatie na de opname.

Het verdient de voorkeur om FA-patiënten en hun

naasten te verwijzen naar een hulpverlener met ervaring

met levensbedreigende en chronische aandoeningen,

bijvoorbeeld IPSO (zie

Consultatie en verwijzing )

.

·

·

Palliatieve zorg

Ondersteuning rondom het levenseinde

is belangrijk. De algemene richtlijnen voor palliatieve zorg

gelden ook voor FA. Het kan een langdurig proces zijn,

waarin veel van de draagkracht van de naasten wordt

gevraagd. Veel ouders kampen met schuldgevoelens

wanneer hun kind gaat overlijden of overleden is. De

Vereniging Ouders, Kinderen en Kanker (VOKK) kan

ondersteuning bieden (zie

Consultatie en verwijzing

). Op

www.thuisarts.nl/levenseinde

is patiënteninformatie te

vinden over het (naderende) levenseinde.

·

·

Patiëntenvereniging

Lotgenotencontact kan veel

ondersteuning bieden. Voor lotgenotencontact, informatie

en belangenbehartiging kunnen patiënten en hun naasten

terecht bij de werkgroep Fanconi anemie van de VOKK (zie

Consultatie en verwijzing

).

·

·

Werk en verzekeringen

Patiënten kunnen terecht bij

kenniscentrumWelder voor advies over werk, uitkeringen

en verzekeringen (zie

Consultatie en verwijzing )

.

·

·

Voorzieningen en aanpassingen

Patiënten kunnen

voorzieningen en aanpassingen nodig hebben, afhankelijk

van de beperkingen. Een ergotherapeut kan hierbij

adviseren. De huisarts kan de patiënt wijzen op mogelijke

vergoedingen en kan verwijzen naar de gemeente en

overige instanties, waaronder MEE (zie

Consultatie en verwijzing )

.

·

·

Nieuwe ontwikkelingen

Internationaal wordt onderzoek

verricht naar stamceltherapie en gentherapie of een

combinatie daarvan.

11