Previous Page  14 / 23 Next Page
Information
Show Menu
Previous Page 14 / 23 Next Page
Page Background

Frontotemporale dementie (FTD)

--

Dagbesteding

voor de FTD-patiënt kan de mantelzorgers

ontlasten (zie

Beleid

).

--

Praktisch advies

aan naasten is om de wijkagent en

anderen betrokkenen (winkeliers, buurtgenoten) in te

lichten. Zij weten dan beter hoe ze op het gedrag kunnen

reageren.

-- Bij (huiselijk) geweld is het advies dat partners/naasten

melding

doen bij Veilig thuis of de politie. Het hoeft

geen aangifte te zijn, maar soms is dit wel zinnig.

Zorgverleners zoals de huisarts kunnen hierbij steunen.

Een melding kan uiteindelijk ook bij het opzetten van

zorgkader (indicatie/opname) dienen als illustratie van

de ernst van de situatie.

-- Vaak laten partner en hulpverlener(s) te lang een

situatie bestaan waarin patiënt gewelddadig gedrag

vertoont. Dit - niet melden- is niet alleen ernstig voor

henzelf, het werkt ook in het nadeel van de patiënt die zo

waarschijnlijk geen adequate hulp krijgt. Bij een melding

hoeft de politie de persoon in kwestie (i.c. de patiënt) niet

te verhoren, maar wordt wel geregistreerd.

·

·

Lotgenotencontact voor naasten

Vanuit de instelling

voor dagbehandeling kan ook lotgenotencontact

voor naasten worden aangeboden, bijvoorbeeld

groepsgesprekken met andere naasten. Ook de

patiëntenvereniging biedt verschillende mogelijkheden

voor het uitwisselen van ervaringen met lotgenoten (zie

Consultatie en verwijzing )

.

·

·

Morele dilemma’s

Het is op den duur bij de meeste

patiënten nodig dat naasten het roer van de patiënt

overnemen. Vooral wanneer er verschil van inzicht is

tussen naasten en de patiënt (door zijn gebrek aan ziekte-

inzicht), kan dit morele dilemma’s geven voor naasten

en/of zorgverleners.

Voorbeelden zijn:

--

Weigering van (bevolkings-)onderzoeken en/of opname

Zonder medewerking van de patiënt is het lastig de

diagnostische (vervolg-) onderzoeken uit te voeren. Bij

vrouwelijke FTD-patiënten kan het een dilemma zijn als

zij niet meewerken aan een uitstrijkje of mammografie

in het kader van bevolkingsonderzoek. De vraag is dan

of deze onderzoeken toch moeten worden voortgezet.

Brengt het de patiënt schade als deze onderzoeken niet

worden uitgevoerd? Deze afweging moeten naasten en

zorgverleners met elkaar maken.

Wanneer de patiënt niet meewerkt aan een vrijwillige

opname in een verpleeghuis of ziekenhuis, kan het

soms nodig zijn dat naasten en zorgverleners

(bijvoorbeeld de huisarts) een procedure starten die

een onvrijwillige opname mogelijk maakt. Meestal

is dat een ‘artikel 60-indicatieprocedure’ (via CIZ) of

een rechterlijke machtiging (RM). Een IBS-procedure

wordt bij dementie vrijwel niet toegepast.

--

Weigering van anticonceptie

Als patiënten met FTD

weigeren om anticonceptie te gebruiken, is het de vraag

of zij hiertoe verplicht moeten worden. Onder andere

door ontremming in seksueel gedrag hebben patiënten

gemeenschap als er de mogelijkheid is. Moreel gezien

kunnen patiënten op den duur de ouderlijke taken niet

uitvoeren.

--

Wel/niet (aangepast) kunnen blijven werken?

De patiënt is (gedeeltelijk) arbeidsongeschikt voor zijn

eigen functie (zie

Aandachtspunten voor de huisarts,

Specifieke aandachtspunten, Arbeidsproces

). Dit heeft

vaak financiële gevolgen (zie

Aandachtspunten voor

de huisarts, Specifieke aandachtspunten, Financiële

gevolgen

).

--

Wat is de betekenis van een wilsbeschikking?

De patiënt kan zich steeds moeilijker uitdrukken en

steeds moeilijker consequenties van handelen overzien.

Het is soms moeilijk de wilsbekwaamheid in te schatten

(zie

Aandachtspunten voor de huisarts, Specifieke aandachtspunten, Rechtsbescherming bij dementie

).

17

·

·

Arbeidsproces

Er zijn FTD-patiënten die nog werkzaam

zijn wanneer hun diagnose nog niet gesteld is of

wanneer deze net gesteld is. Het is dan ook belangrijk

een arbeidsdeskundige in te schakelen. Deze kan, in

overleg met de bedrijfsarts en de werkgever, adviseren

om de functie van de FTD-patiënt aan te passen aan zijn

beperkingen. Het is belangrijk dat de FTD-patiënt zo lang

mogelijk actief blijft in een passende functie. Wanneer

de FTD-patiënt zijn werkzaamheden niet meer kan

uitvoeren, kan de arbeidsdeskundige de patiënt begeleiden

richting de WIA-aanvraag bij het UWV. Er zijn helaas erg

weinig arbeidsdeskundigen die weten wat FTD inhoudt.

De meeste arbeidsdeskundigen kunnen daardoor slecht

inschatten welke werkzaamheden iemand nog wel kan

doen. Ook kunnen ze moeilijk een goede inschatting maken

of er niet teveel risico’s verbonden zijn aan het doorwerken.

De Stichting FTD-lotgenoten kent arbeidsdeskundigen met

kennis op dit gebied (zie

Consultatie en verwijzing )

.

·

·

Financiële gevolgen

Door bijvoorbeeld impulsieve

grote uitgaven of transacties kunnen patiënten in de

schulden raken. Patiënten raken soms hun bedrijf kwijt

of krijgen conflicten op hun werk. Omdat het vaak lang

duurt voordat zij een juiste diagnose krijgen, komen ze

niet in aanmerking voor eenWIA-uitkering, of deze wordt

voortijdig gestopt, met alle consequenties van dien:

achterstallige betalingen en schulden. De casemanager

kan ondersteunen bij het aanvragen van een uitkering en

bij het regelen van zaken rondom schuldsanering.

·

·

Rijvaardigheid

Artsen hebben de

plicht

om na het stellen

van de diagnose de FTD-patiënt in te lichten dat hij geen

auto, motor of brommer meer mag rijden. Artsen kunnen

de patiënt niet dwingen. Het helpt naasten als de

12