Frontotemporale dementie (FTD)
18
Bijlage 2
vervolg
IV. Gedragsvariant van FTD met definitieve FTLD pathologie
V. Exclusiecriteria voor bvFTD
Om hieraan te voldoen, moet de patiënt zich presenteren met mogelijke of waarschijnlijke gedragsvariant van
FTD (A) samen met één van de volgende:
B histopathologisch bewijs van FTLD bij biopsie of PA onderzoek
C aanwezigheid van een bekende pathogene mutatie
A de symptomen kunnen beter worden verklaard door andere niet-neurodegeneratieve neurologische of
somatische aandoeningen
B de symptomen kunnen beter verklaard worden door een psychiatrische aandoening
C biomarkers sterk indicatief voor Alzheimer of een andere neurodegeneratieve aandoening
Bron: FTD Expertgroep. Frontotemporale dementie, best practice diagnostiek en management. Tweede druk, September 2012.
www.ftdexpertgroep.nl
.