Previous Page  13 / 19 Next Page
Information
Show Menu
Previous Page 13 / 19 Next Page
Page Background

Primaire scleroserende cholangitis

calciumsuppletie.

7

Zeker bij het PSC-AIH overlapsyndroom

waarbij de behandeling bestaat uit corticosteroïden.

Problemen die bij vitaminetekort kunnen ontstaan zijn:

--

Osteoporose/spierzwakte

Door verminderde opname

van vitamine D (en calcium) moet de huisarts bedacht

zijn op osteoporose en spierzwakte.

--

Verhoogde bloedingsneiging / blauwe plekken

Verminderde opname van vitamine K kan aanleiding

geven tot een verstoorde stolling en een verhoogde

bloedingsneiging.

--

Anemie, neurologische verschijnselen en/of spierzwakte

Deze verschijnselen kunnen in zeldzame gevallen het

gevolg zijn van een tekort aan vitamine E.

--

Visusaantasting en huidproblemen

Dit kan een gevolg

zijn van een vitamine A tekort.

·

·

Levertransplantatie

Punt van aandacht voor de huisarts is

dat recidiverende cholangitiden een reden kunnen zijn om

hoger op de wachtlijst te komen voor levertransplantatie

dan op grond van de MELD-score.

15

Na levertransplantatie is begeleiding van de patiënt en

eventuele naasten erg belangrijk. In veel gevallen zal de

huisarts het eerste aanspreekpunt zijn bij klachten, vragen

of psychosociale problemen. Patiënten herstellen zeer

wisselend. Vaak voelen patiënten zich al 1 à 2 weken na de

operatie een stuk beter. Maar soms kan het herstel meer

tijd vragen. Patiënten die een levertransplantatie hebben

ondergaan zijn verhoogd vatbaar voor infecties, als gevolg

van het gebruik van afweerremmers. Let ook expliciet op

tekenen van afstoting zoals pijn, vermoeidheid en slap

worden. Zie ook

Alarmsignalen

.

·

·

Slokdarmvarices en ascites

Door de verhoogde druk

in de lever ontstaat verhoogde druk op de poortader.

Hierdoor kunnen slokdarmvarices en ascites ontstaan.

1,5

Slokdarmvarices geven meestal weinig klachten, maar

er kunnen wel bloedingen optreden die aanleiding

geven tot braken van bloed of zwarte ontlasting.

Slokdarmvarices worden in het ziekenhuis behandeld.

Aan deze slokdarmvarices is niet veel te doen, behalve de

vasoactievemedicatie gebruiken die wordt voorgeschreven

door de behandelend specialist. Ascites ontstaat

bij belangrijke portale hypertensie. De behandeling

bestaat uit fine-tuning door de medisch specialist in een

combinatie met zoutbeperking en diuretica. Uiteraard kan

dit in samenspraak met de huisarts.

Andere auto-immuun gemedieerde ziekten

Bij

mensen met PSC worden soms wel meer auto-immuun

gerelateerde aandoeningen gezien.

11

De huisarts moet

alert zijn op de mogelijkheid van deze combinaties en

de behandelingen daarvan. Zie ook

Diagnose , beloop en comorbiditeit b

ij

Enkele feiten

.

·

·

Vaccinaties

Een griepprik kan verstandig zijn, zeker

wanneer de patiënt een levertransplantatie heeft gehad.

Ook kan in sommige gevallen een hepatitisvaccinatie

geïndiceerd zijn. De huisarts kan dit overleggen met de

behandelend specialist.

·

·

Multimedicatie

De functie van lever en darmen van

mensen met PSC blijft zeer lang goed. Toch kan in een

vergevorderd stadium de werking van de lever minder

worden. Alertheid op specifieke bijwerkingen van

medicamenten is dan geïndiceerd.

·

·

Middelen tegen slaperigheid

Op sommige websites

worden middelen tegen slaperigheid aangeraden, zoals

modafinil of andere pepmiddelen. Dit zijn echter vaak

middelen die worden voorgeschreven bij klassieke

narcolepsie. Omdat dit niet aan de orde is bij PSC-

patiënten raden specialisten het gebruik niet aan.

·

·

Beweging

Wandelen en bewegen in het algemeen dragen

bij aan een fitter gevoel, zeker bij patiënten met een

chronische aandoening. Begeleiding door een (speciale)

sportbegeleider hierbij kan helpen om grenzen goed te

bewaken en toch in beweging te komen en blijven.

·

·

Voedingsadvies

Goede voeding wordt aangeraden bij

chronische ziekten.

18

Er is geen wetenschappelijk bewijs

dat bepaalde voeding een effect heeft op de prognose of

het beloop van PSC. PSC-patiënten kunnen baat hebben bij:

-- kleine frequente maaltijden;

-- vetten in geëmulgeerde vorm, zoals boter en margarine,

geen olie;

-- eiwitten en koolhydraten als extra energiebron in plaats

van extra vet;

-- minimale alcoholconsumptie;

-- vetarm eten als de patiënt na maaltijden pijn heeft.

·

·

Bijwerkingen

Heeft de patiënt last van bijwerkingen,

neem dan contact op met de behandelend arts of de

apotheker. Dit geldt ook voor mogelijke bijwerkingen

die niet in een bijsluiter staan. Wanneer er meerdere

medicamenten gebruikt worden voor eventueel andere

aandoeningen, is overleg met behandelend arts en

apotheker geïndiceerd om te kijken naar de implicaties

hiervan. De patiënt kan bijwerkingen ook rechtstreeks

melden via het

Nederlands Bijwerkingen Centrum Lareb

.

Psychosociale aandachtspunten

·

·

Onbegrip

Mensen met PSC vertonen in het algemeen geen

uiterlijke kenmerken van hun ziekte. De ziekte verloopt

onvoorspelbaar en grillig, vaak gepaard met vermoeidheid,

pijn en jeuk. Dit kan periodiek invaliderend werken wat

betekent dat mensen sterk wisselend en vaak progressief

minder belastbaar zijn. Hierdoor kan onbegrip ontstaan bij

familie en vrienden, maar ook bij werkgever, bedrijfsartsen

en UWV keuringsartsen. De huisarts kan hierbij een

ondersteunende rol vervullen.

9

·

·

Pijn

Patiënten met PSC ervaren tijdens actieve periodes

van de ziekte veel pijn en vermoeidheid. De huisarts kan

pijnmedicatie voorschrijven, zie

NHG-Standaard Pijn

6

, en

de patiënt stimuleren om, waar mogelijk, actief te blijven.

Een dagelijkse routine, hobby’s en contacten met anderen

bieden afleiding waardoor de pijn een minder prominente

rol in het leven van de patiënt zal spelen.

11