Previous Page  11 / 19 Next Page
Information
Show Menu
Previous Page 11 / 19 Next Page
Page Background

Primaire scleroserende cholangitis

9

·

·

Voorkomen

Het PSC-AIH overlapsyndroom is een slecht

gedefinieerde immuun-gemedieerde aandoening die vooral

bij kinderen, jongeren en jongvolwassenen gezien wordt. Van

alle PSC-patiënten lijdt ongeveer 6% ook aan auto-immuun

hepatitis (AIH). Zie ook huisartsenbrochure AIH.

·

·

Kenmerken

De kenmerken voor dit slecht gedefinieerde

ziektebeeld zijn cholangiografische afwijkingen die bij PSC

horen en biochemische en histologische uitslagen die bij AIH

horen. Concreet houdt dit in:

-- typische verwijdingen en stricturen van de galwegen;

-- verhoogd serum-IgG;

-- aanwezigheid van ANA of anti-gladdespier-antilichamen;

-- histologisch beeld met levercelverval (piecemeal-necrose);

-- een matig tot ernstig periportaal of periseptaal

lymfoplasmacellulair ontstekingsinfiltraat (‘interface

hepatitis’).

Er is discussie of er werkelijk sprake is van overlapsyndroom,

of dat er sprake is van een variant van PSC dan wel

AIH. Voor PSC-patiënten is het van belang om de juiste

diagnose te stellen en PSC te onderscheiden van PSC-AIH

overlapsyndroom om onnodige blootstelling aan (cortico)

steroïden te voorkomen.

·

·

Kinderen

Bij kinderen komt het overlapsyndroom relatief

vaker voor. Onderzoeken uit Engeland wijzen uit dat 50% van

de kinderen en adolescenten met AIH ook PSC heeft (auto-

immuun scleroserende cholangitis (ASC)). Aangeraden wordt

om bij kinderen met een inflammatoire darmziekte of AIH

ook met behulp vanMRCP onderzoek te doen naar PSC indien

er biochemisch tekenen zijn van cholestase.

·

·

Beloop

Het PSC-AIH overlapsyndroom lijkt een minder heftig

beloop te kennen dan PSC. Er zijn minder cholestatische

aanvallen, maar het syndroom kenmerkt zich niet door

een langere overlevingstijd. Het overlapsyndroom kent een

heftiger beloop dan bij uitsluitend AIH.

·

·

Symptomen

Bij het PSC-AIH overlapsyndroom hebben

patiënten veelal dezelfde, grillig aanwezige symptomen

als bij PSC. Ook komen onverklaarbare gewrichtspijnen in

meerdere gewrichten voor.

·

·

Diagnose

Wanneer bij PSC-patiënten ook de

immunotransferase en IgG waarden verhoogd zijn of stijgen,

moet men een aan een overlapsyndroom gaan denken.

Het aantonen van auto-antilichamen kan de diagnose

‘overlapsyndroom’ steunen, maar is niet bewijzend. Vaak

is een duidelijk verbetering van leverwaarden in reactie op

medicatie met immunosuppressieve middelen een sterke

aanwijzing voor het overlapsyndroom bij patiënten met

een cholangiografische beeld passend bij PSC. Uiteindelijk

is bij een PSC-patiënt een afwijkend leverbiopt, met

piecemeal necrose en interface hepatitis, bewijzend voor

het PSC-AIH overlapsyndroom. Andersom is bij een AIH-

patiënt een positief MRCP met een typische verwijdingen

en versmallingen van de galgangen bewijzend voor PSC-AIH

overlapsyndroom.

·

·

Comorbiditeit

Hiervoor geldt hetzelfde regime als voor PSC-

patiënten, zie

Diagnose , beloop en comorbiditeit .

·

·

Beleid

Overlappatiënten worden behandeld met een

combinatie van UDCA (15–20 mg/kg per dag), prednison

(0.5 mg/kg per dag) en azathioprine (50–75 mg/kg per dag).

Dit leidt over het algemeen tot verbeterde biochemische

waarden en vermindering van klachten. Levertransplantatie

is ook hier uiteindelijk de enige oplossing.

·

·

Aandachtspunten voor de huisarts

Dezelfde

aandachtspunten gelden zoals beschreven elders in deze

brochure, zie

Aandachtpunten voor de huisarts .

Verder moet

de huisarts beducht zijn op bijwerkingen van de medicatie!

Vooral de bijwerkingen van de prednison kunnen aanleiding

geven tot klachten. Gebruik van UDCA kan aanleiding geven

tot diarree.

PSC-AIH overlapsyndroom

(Bron: 1, 2, 5, 12)