61
dwarslaesieniveau zich uitend in hypertensie, bleke koude extremiteiten en pilo-erectie. Boven
het niveau van de dwarslaesie zijn vooral de gevolgen van het compensatiemechanisme
merkbaar door optreden van vasodilatatie met een rood gelaat, hoofdpijn, neuscongestie en
bradycardie.
Vooral de hoog oplopende tensies vormen een gevaar voor een hypertensieve crisis met
cerebrale en cardiale complicaties tot gevolg. Doel is het voorkomen van de vegetatieve
dysregulatie en bij optreden ervan reguleren van de bloeddruk.
Preventie
Een goede blaas- en darmregulatie.
Bij optreden van symptomen van autonome dysregulatie:
Oorzakelijke prikkel proberen op te sporen (Ledigen van de blaas, Strakke kleding,
elastische kousen, buikband verwijderen, lediging van de darm, etc).
Tensie meten.
Revalidant in verticale positie brengen.
Bij aanhoudende klachten en bloeddrukstijging (RR diastolisch > 120 mmHg en/of RR
systolisch > 200 mmHg)
medicamenteuze behandeling aangewezen:
R/ Captopril (CapotenR) 25 mg sublinguaal. Blijf tensie meten.
Wanneer na 30 minuten RR nog steeds hoog (RR diastolisch > 120 mmHg
en/of RR systolisch > 200 mmHg).
R/ Nifedipine (AdalatR) 5mg sublinguaal. Cave ritmestoornissen! Tensie
blijven controleren. Eventueel Nifedipine herhalen na 15 minuten.
Bij onvoldoende effect: R/ Diazoxide (ProglycemR) 150 mg intraveneus.
Eventueel 300 mg intraveneus.
Blaasfunctie
Het doel van blaasbeleid is het voorkomen van beschadiging van de blaasspier door
overrekking, het voorkomen van urineweginfecties, voorkomen van vorming van blaasstenen en
blaasschrompeling, fistelvorming en necrose van de urethra.
Start met een regime van intermitterend katheteriseren aan de hand van te bepalen
residu: (pm residu is hoeveelheid urine in blaas na spontane mictie)
residu > 600 cc: 6 x per etmaal en vochtbeperking overwegen.
residu 500 – 600 cc: 5 x per etmaal
residu 400 – 500 cc: 4 x per etmaal
residu 300 – 400 cc: 3 x per etmaal
residu 200 – 300 cc: 2 x per etmaal
residu < 100 cc: katheteriseren staken.
Verwijderen van de verblijfskatheter zodra dit mogelijk en verantwoord is.
Bijhouden vochtbalans (input / output).
Streven naar een vochtintake van 2. liter per dag.
Wanneer er een noodzakelijkheid bestaat tot langdurig gebruik van een verblijfskatheter
heeft een suprapubische katheter de voorkeur.
Darmfunctie
Bij mensen met een dwarslaesie kunnen zich de volgende veranderingen voordoen ten aanzien
van het maagdarmkanaal: Bij laesiehoogte > T12 vertraagde darmmotiliteit, vertraagde
1...,52,53,54,55,56,57,58,59,60,61 63,64,65,66,67,68,69,70,71,72,...87