52
5 Generieke thema’s
5.1 Informatie, voorlichting en educatie
Informatie, voorlichting en educatie vormen een belangrijk onderdeel gedurende het gehele
zorgtraject en dient diverse doelen (zie
)
22
:
cliënten krijgen kennis over en inzicht in de aandoening, de behandeling ervan en de
gevolgen voor het dagelijks leven;
cliënten zijn door kennis in staat om meer verantwoordelijkheid te nemen voor de eigen
aandoening (zelfmanagement en zelfregie);
cliënten leren door kennis emotioneel en/of praktisch om te gaan met de eigen
aandoening (coping);
cliënten besluiten op basis van de beschikbare kennis en adviezen tot het wel of niet
starten van een behandeling (informed-consent);
cliënten ervaren een betere kwaliteit van leven door coping, zelfmanagement en een
adequate behandeling.
De voorlichting dient zo snel mogelijk na het stellen van de diagnose te worden gestart en moet
worden afgestemd op de behoefte en het referentiekader van de cliënt en diens naasten.
Informatie en voorlichting vragen om een stapsgewijze aanpak op geleide van de behoefte van
de cliënt (inhoud ziektebeeld, voorgestelde behandelingsopties en consequenties). Naast de
professionele informatievoorziening geldt lotgenotencontact als wezenlijke aanvulling.
De informatieverstrekking dient eenduidig en begrijpelijk te zijn. Deze behoort tot de taken van
alle zorgverleners, waarbij verschillende vormen kunnen worden gehanteerd (auditief, visueel,
praktisch, mondeling en schriftelijk). Bij de persoonlijke overdracht zijn een empathische
houding en het bieden van ruimte voor emoties van belang.
5.2 Psychosociale zorg
Uit de enquête onder mensen met een dwarslaesie blijkt dat bijna de helft van de respondenten
ontevreden is over de psychosociale zorg en ondersteuning.
Psychosociale hulpverlening in de revalidatie legt de nadruk op directe hulp en dienstverlening
aan de revalidant met aandacht voor de persoon in wisselwerking met zijn sociale omgeving. De
hulpverlening richt zich op het ontrafelen en in kaart brengen van problemen, het ontwerpen
en uitvoeren van een hulpverleningstraject, het bieden van begeleiding en behandeling zowel
individueel, als systeemgericht en in groepsverband. De begeleiding en behandeling moet ertoe
leiden dat de revalidant weer zoveel mogelijk op eigen kracht (sociaal) kan functioneren door
het versterken van zijn eigen vermogens, veelal in combinatie met veranderingen in de
omgeving.
Een dwarslaesie raakt niet alleen de revalidant in zijn complete bestaan, maar heeft ook grote
impact op het gezin. De aandoening brengt lichamelijke beperkingen met zich mee. Hierdoor
moet de revalidant zich vaak aanpassen aan de omstandigheden. De revalidant kan met zeer
ingrijpende verliezen te maken krijgen. Er wordt veel meer verloren dan lichaamsfuncties.
22
VSOP, Communicatie en voorlichting (2012), via
1...,43,44,45,46,47,48,49,50,51,52 54,55,56,57,58,59,60,61,62,63,...87