70
Behandelkader dwarslaesie
1.2
Werkwijze
ontwikkeling
behandelkader
Het NVDG heeft eind 2007 besloten dat T.A.R Sluis,
revalidatiearts en secretaris van het NVDG, wordt belast met het
opstellen van het behandelkader dwarslaesie. In 2009 heeft hij
hiervoor ondersteuning gekregen van F.W.A. van Asbeck,
revalidatiearts en oud-voorzitter van het NVDG.
De inhoud van dit behandelkader is afgestemd met de
Werkgroep Artsen van het NVDG en met de Dwarslaesie
Organisatie Nederland.
Bij de ontwikkeling van dit behandelkader is onder andere
gebruik gemaakt van:
Asbeck, FWA (red). Handboek dwarslaesierevalidatie,
Bohn Stafleu Van Loghum, 2007;
Snoek, GJ. Patients preferences for reconstructive
interventions of the upper limb in tetraplegia. Progress
reeks RRD Enschede, 2005;
Kwaliteitsprofiel Gespecialiseerde Klinische afdelingen
voor Dwarslaesierevalidatie, NVDG, 1999;
VRA Behandelkaders pijnrevalidatie, cognitieve revalidatie
en beroerte.
Het behandelkader is in 2011 vastgesteld door het NVDG, VRA
en RN.
1.3
Implementatie
Omdat het HKZ certificatieschema Medisch Specialistische
Revalidatiezorg een vastgestelde werkwijze voor het
implementeren van landelijk vastgestelde behandelkaders
verlangt, wordt tijdens de kwaliteitsvisitatie van de VRA getoetst
in hoeverre de behandelprogramma’s voldoen aan het
behandelkader dwarslaesie.
Het behandelkader is verstuurd naar zorgverzekeraars,
beleidsmakers en naar patiëntenorganisaties als de Dwarslaesie
Organisatie Nederland. Het behandelkader biedt hen
transparantie van het aanbod.
1...,61,62,63,64,65,66,67,68,69,70 72,73,74,75,76,77,78,79,80,81,...87