7
Aanbevelingen
A.
Opvang en behandeling van patiënten met traumatische wervelletsels met neurologische
uitval dienen primair te geschieden in een level 1 traumacentrum dat beschikt over een
team ervaren wervelkolomchirurgen die op elk tijdstip zorg kan bieden.
B.
Met behoud van de wervelimmobilisatie dient de duur dat een patiënt op een
wervelplank ligt zo kort mogelijk te worden gehouden in verband met het voorkomen
van decubitus.
C.
Voor het vervoer van dwarslaesiepatiënten over grotere afstand dient de traumaheli te
worden ingezet.
2 Ziekenhuis/Traumacentrum
In geval van een traumatische dwarslaesie ten gevolge van een incident wordt men plotseling
geconfronteerd met de aandoening, terwijl bij een niet-traumatische oorzaak de dwarslaesie
een gevolg is van een onderliggende aandoening. In het eerste geval is de dwarslaesie te
beschouwen als de ‘hoofddiagnose’, terwijl in het tweede geval een onderliggende primaire
aandoening gepaard gaat met een dreigende of manifeste dwarslaesie die (potentieel)
behandelbaar is.
Het NVDG heeft in 2010 een ziekenhuisprotocol opgesteld – zie
– om meer eenheid in
de behandeling van dwarslaesiepatiënten in de ziekenhuisfase te krijgen. Het protocol streeft
een zo praktisch mogelijke indeling na, waarbij de dwarslaesie in verschillende niveaus wordt
onderverdeeld. Bij elk niveau horen bepaalde richtlijnen.
De diagnostiek bij niet-traumatische oorzaken is gericht op het vaststellen van de dwarslaesie.
Beeldvorming en neurologisch onderzoek zijn de hoofdcomponenten, waarbij ook gebruik wordt
gemaakt van de ‘International Standards for neurological and functional Classification of Spinal
Cord Injury’ (ISCSCI). De diagnose wordt gesteld door de neuroloog.
Bij beide groepen – traumatisch en niet-traumatisch – is het noodzakelijk om in het ziekenhuis
zo snel mogelijk een revalidatiearts met dwarslaesie-ervaring bij de behandeling te betrekken.
Als norm moet gelden dat de revalidatiearts binnen 24 uur wordt geconsulteerd, tenzij er
sprake is van een levensbedreigende situatie waarvoor een directe behandeling prioriteit geniet.
De hulpvraag van de patiënt met een dwarslaesie is (los gezien van mogelijk bestaande andere
aandoeningen) afhankelijk van de fase van zijn revalidatieproces, de ernst van de uitval, de
sociale situatie en de persoonlijke kenmerken van de patiënt en zijn omgeving.
Indien sprake is van ruggenmergletsel ten gevolge van acute traumatische
wervelkolompathologie is intensieve medische/chirurgische en paramedische behandeling
geboden.
De behandeling van mensen met een niet-traumatische dwarslaesie kan afhankelijk van de
primaire aandoening, al of niet in combinatie, bestaan uit:
Chirurgie ter decompressie;
Immobilisatie wervelkolom (conservatief of chirurgisch);
Farmacotherapie;
Radiotherapie.
1,2,3,4,5,6,7 9,10,11,12,13,14,15,16,17,18,...87