16
Figuur 2: ICF, WHO 2001
De belangrijkste begrippen uit de ICD-10 en de ICF zijn in
weergegeven.
Bij mensen met een dwarslaesie kunnen de volgende stoornissen, beperkingen en
participatieproblemen optreden:
Stoornissen in lichaamsfuncties
Functiestoornissen van de onderste extremiteiten;
Arm- en handfunctiestoornissen;
Urologische stoornissen;
Gastro-intestinale stoornissen;
Genitale stoornissen;
Decubitus;
Spastische verlamming, slappe verlamming, contractuurvorming;
Pijn;
Posttraumatische syringomyelie;
Neurogene heterotope ossificatie;
Osteoporose;
Circulatie- en temperatuurstoornissen;
Respiratoire stoornissen.
Beperkingen in activiteiten
Beperkingen bij staan, voortbewegen en rompbalans;
Beperkingen bij transfers;
Beperkingen bij reiken, grijpen en manipuleren;
Beperkingen in de persoonlijke verzorging en/of huishoudelijke taken;
Psychische beperkingen;
Beperkingen in communicatie.
Participatieproblemen
Relaties en seksualiteit;
Werk, opleiding en/of school;
Vrijetijdsbesteding en sport;
Wonen en vervoer buitenshuis;
Financiën en economische zelfstandigheid.
Aandoening/ ziekte / letsel (ICD-10)
Lichaamsfuncties
(stoornissen)
Activiteiten
(beperkingen)
Participatie
(participatieproblemen)
Omgevingsfactoren
Persoonlijke factoren
1...,7,8,9,10,11,12,13,14,15,16 18,19,20,21,22,23,24,25,26,27,...87