Background Image
Previous Page  40 / 106 Next Page
Information
Show Menu
Previous Page 40 / 106 Next Page
Page Background

40

samenspraak met negen andere beroeps- en brancheorganisaties en koepels in de zorg [72]. Deze

Handreiking is gericht op zowel simultane als op volgtijdelijke samenwerking tussen zorgverleners onderling

binnen dezelfde instelling of uit verschillende instellingen of een mengvorm hiervan (deels binnen een

instelling en deels tussen instellingen).

In de Handreiking worden dertien aandachtspunten benoemd en toegelicht die van belang zijn bij een

regeling van verantwoordelijkheden bij samenwerking in het zorgproces tussen zorgverleners. In Bijlage 3

worden deze aandachtspunten samengevat.

Taken en verantwoordelijkheden van de zorgverleners passen in het functie-/takenpakket en de hiermee

samenhangende verantwoordelijkheden zoals bepaald door de instellingen waarbinnen zij werkzaam zijn of

waaraan zij functioneel verbonden zijn.

3.1.3 Expertisecentrum en interventiecentrum

In het VSOP-visiedocument ‘’Organisatie en concentratie van zorg bij zeldzame aandoeningen’’ [69] is de

optimale concentratie- en organisatiestructuur van de zorg voor zeldzame aandoeningen beschreven. De

zorgconcentratie van NF2-zorg omhelst een expertisecentrum en diverse interventiecentra, die hieronder

kort beschreven worden.

Een

expertisecentrum (EC)

levert hooggespecialiseerde (topreferente) zorg en is belast met de aansturing en

de coördinatie van het integrale zorgnetwerk. Als shared-care aan de orde is, dan houdt het

expertisecentrum samen met (ouders/verzorgers van) de patiënt de regie voor het hele integrale

zorgnetwerk. Instellingen die onderdeel zijn van shared-care, rapporteren en sturen medische

gegevens/bevindingen periodiek en bij voorkeur elektronisch naar het expertisecentrum ten behoeve van

bevordering van kennis over de (zorg voor) de desbetreffende zeldzame aandoening en ten behoeve van

verzamelen van (patiënt)gegevens (patiëntenregister). De criteria voor een EC zoals geformuleerd door de

Stuurgroep Weesgeneesmiddelen, worden in 3.2.1 opgesomd.

Een

interventiecentrum

(IVC)

biedt zorg in de vorm van een specifieke interventie zoals een bijzondere

diagnosestelling, behandeling of operatie (techniek). Deze specifieke interventie is vaak van toepassing bij

meerdere verschillende aandoeningen met overeenkomstige klachten en symptomen. Een IC kan een

zelfstandig instituut zijn, (onderdeel/buitenpoli van) een algemeen of academisch ziekenhuis of privékliniek.

3.1.4 Zorgverleners

De

regievoerend arts (RA)

is een medicus (geen arts-assistent), die op de hoogte is van de recente

wetenschappelijke ontwikkelingen en behandelmethoden van de aandoening.

10

Het hoofdbehandelaarschap

- zoals juridisch bepaald - kan in de diverse zorgfasen bij diverse specialisten liggen (zie volgende paragraaf)

met duidelijk omschreven juridische status. De verantwoordelijkheden van de RA worden wel vastgelegd,

maar heeft geen juridische status. De RA is het eerste aanspreekpunt voor de patiënt betreffende

zorginhoudelijke vragen. De RA stelt samen met de patiënt het individueel zorgplan op. Hierbij kan de RA

10

Criteria vanuit patiënten- en zorgverlenersperspectief zoals evt. gevolgde opleiding en / of ervaring van de arts zullen tijdens de expertmeeting op

19 maart 2015 aan de orde komen en in een volgende versie van de zorgstandaard opgenomen zijn.