44
voor de keuzes die ze maken in de zorg. Bij 16 jaar bepaalt de jongere zelf of en zo ja, welke behandelingen
hij/zij wil ondergaan [78].
3.1.8 Revalidatiezorg
12
Revalidatie richt zich op het herstel of de verbetering van mogelijkheden van mensen met blijvend
lichamelijk letsel of een functionele beperking [79]. De patiënt wordt door een medisch specialist
doorverwezen voor een revalidatiebehandeling naar een revalidatiearts in een revalidatiecentrum of
revalidatieafdeling van een ziekenhuis.
Kinderrevalidatie is er voor kinderen en jongeren die blijvende gevolgen ondervinden van een ziekte,
ongeval of aangeboren aandoening [80]. Belangrijk is om bij kinderen het revalideren onderdeel uit te laten
maken van (speciaal) onderwijs door voor elk kind een gezamenlijk plan te maken waarin leerdoelen en
revalidatiedoelen op elkaar afgestemd zijn.
Revalidatie kent de functies diagnostiek, advisering, medebehandeling en behandeling, waaronder nazorg.
Revalidatie is
onderdeel van het zorgnetwerk
: de zorg vindt plaats in afstemming met andere specialismen
in ziekenhuizen, verpleeghuizen, thuiszorg, huisartsen en andere eerstelijnsvoorzieningen.
In het ziekenhuis of revalidatiecentrum werken de verschillende behandelaars
13
nauw samen in de vorm van
een
behandelteam
onder leiding van een revalidatiearts (hoofdbehandelaar). Het behandelteam zorgt
ervoor dat de gevolgde therapieën onderling afgestemd zijn. Het team stelt samen met de patiënt het
behandelplan op.
Het
behandelplan
kan gezien worden als een onderdeel van het IzP (zi
e 3.2.4 Individueel zorgplan )Het plan
is opgesteld op grond van inventarisatie van de behoeften van de patiënt en diens mogelijkheden. In het
behandelplan staat wat de doelen zijn van de revalidatiebehandeling en op welke gebieden deze zich richten
(bijvoorbeeld bewegen en mobiel zijn, zelfverzorging, huishouden, communicatie, omgaan met cognitieve,
emotionele of gedragsmatige veranderingen etc.). Daarnaast staat in het behandelplan hoe de patiënt aan
deze doelen gaat werken, met welke therapeuten hoe vaak en gedurende welke periode. Het team
bespreekt de behandeldoelen regelmatig met de patiënt en stelt ze zo nodig bij.
Uiteindelijk moet de revalidatiebehandeling leiden tot een zo zelfstandig mogelijke terugkeer in de
maatschappij. Daarom is er in de revalidatiebehandeling aandacht voor arbeid, onderwijs, vrijetijdsbesteding
en sport en met welke hulpmiddelen de patiënt weer kan deelnemen aan diverse activiteiten.
Na de afronding van de revalidatiebehandeling volgt vrijwel altijd een controle- of evaluatiegesprek met de
revalidatiearts. De revalidatiearts evalueert samen met de patiënt de behandeling die zij/hij heeft gehad.
Ook geeft hij informatie over eventuele noodzaak voor aanvullende zorg, hulpmiddelen of maatregelen.
12
Op grond van / uit:
www.revalidatie.nlvan Revalidatie Nederland. Revalidatie Nederland is de vereniging van revalidatiecentra en
revalidatieafdelingen van ziekenhuizen.
13
Zoals: fysiotherapeut, ergotherapeut, logopedist, orthopedagoog, maatschappelijk werker, klinisch- of Gz-psycholoog, verpleegkundige, een
cognitief trainer, bewegingsagoog, activiteitenbegeleider, sportinstructeur, diëtist, een prothese- en orthesemaker, etc.