84
onderwijsinstelling voor doofblinde
28
kinderen
( kentalis.nl ), waar alle expertise aanwezig is om het kind
optimaal te kunnen begeleiden. Leerkrachten op reguliere scholen dienen alert te zijn op eventuele
leerachterstanden en die tijdig te bespreken met de ouders.
Gehoorverlies/oorsuizen
Speciale scholen voor mensen met beperkingen in horen of communiceren bestaan in alle regio’s van het
land (zi
e Bijlage 4 Zorginstanties, kennis- en behandelcentra ). Kinderen met gehoorproblemen kunnen ook
deelnemen aan regulier onderwijs met extra begeleiding vanuit de speciale scholen (ambulante
onderwijskundige begeleiding). De reguliere school kan bijvoorbeeld specialistische ondersteuning en
logopedie (op locatie) bij de speciale school inkopen, maar ook gebarencursussen. De reguliere school krijgt
op deze wijze informatie en ondersteuning, ook op het gebied van inschakelen van een gebarentolk en
hulpmiddelen om het onderwijs te kunnen volgen.
Zichtproblemen
Voor kinderen met zichtproblemen is er ambulante onderwijskundige begeleiding mogelijk in een reguliere
basisschool. Ambulante onderwijskundige begeleiding (aob) is mogelijk voor leerlingen in het speciaal
onderwijs, in alle vormen van het voortgezet onderwijs, in het middelbaar beroepsonderwijs (mbo) en indien
noodzakelijk in het begin van het hoger beroepsonderwijs of de universiteit. De begeleiding is voor
slechtziende en blinde leerlingen in de leeftijd van vier tot twintig jaar. De begeleiding op de mbo, hbo en
universiteit kan doorlopen tot de leeftijd van dertig jaar.
De ambulant onderwijskundig begeleider (aob'er) helpt leerlingen met een visuele beperking om zo goed
mogelijk deel te kunnen nemen aan het (reguliere) onderwijs. Hij of zij biedt bijvoorbeeld advies aan
leerkrachten over een geschikte lesomgeving en het aanpassen van lesmateriaal/lesmethoden. Hij of zij
adviseert op het ICT-gebied en inzet en gebruik van hulpmiddelen voor slechtzienden.
Evenwichtsproblematiek /rolstoelgebruik
Bij (geleidelijke) toename van evenwichtsproblematiek dient de (reguliere) onderwijsinstelling aanpassingen
mogelijk te maken die het kind het makkelijk maakt om zich te verplaatsen (bijv. toegang tot lift, klaslokaal
op de begane grond, gebruik loophulpmiddelen en rolstoel).
28
Doofblind is een combinatie van niet (goed) kunnen horen en niet (goed) kunnen zien. Doofblind is niet alleen doof e
n blind,maar oo
k blind en
slechthorend, of doof e
n slechtziend,of slechthorend en slechtziend (bron:
visio.org)