Previous Page  10 / 17 Next Page
Information
Show Menu
Previous Page 10 / 17 Next Page
Page Background

Amyloïdose

·

·

Algemeen

De huidige basis voor de behandeling is

het zogenaamde precursor-product concept. Het idee

hierachter is dat de aanwas van amyloïddepositie stopt

wanneer de toevoer van de precursoreiwitten stopt. Het is

van groot belang dat de diagnose accuraat en vroegtijdig

wordt gesteld om de juiste behandeling zo snel mogelijk

te kunnen starten. Het doel van de behandeling van

amyloïdose is tweeledig:

-- symptoombestrijding om de kwaliteit van leven te

verhogen en

-- de depositie van amyloïd stoppen om de functie van de

aangedane organen niet verder te laten verslechteren,

soms geheel of gedeeltelijk te laten verbeteren en de

kans op overleven te vergroten.

6,7,9

Amyloïdose is lastig te behandelen. Het gaat immers om

een systemische aandoening die een mix van ernstige

problemen kan opleveren, die elkaar bovendien veelal

versterken. Het is de kunst om een acceptabele oplossing

te vinden voor alle problemen.

·

·

Multidisciplinair team

Een goede intercollegiale

samenwerking is van groot belang, waarbij één specialist

de zorg coördineert, de zogenaamde regievoerend arts.

Meestal is dit de internist.

Het is gezien de complexiteit verstandig om patiënten

te laten behandelen in het expertisecentrum voor

amyloïdose, dan wel bij vragen dit centrum te consulteren

(zie

Consultatie en verwijzing

).

·

·

Behandeling AL-amyloïdose

Het doel van de behandeling

van AL-amyloïdose is gericht op het behandelen van de

achterliggende plasmaceldyscrasie.

9

Hierdoor daalt de

abnormaal verhoogde spiegel van kappa of lambda lichte

keten eiwitten. Dit gebeurt indien mogelijk door hoge

doseringen

melphalan

toe te dienen. Bij geselecteerde

patiënten wordt deze behandeling gevolgd door een

autologe stamceltransplantatie

. Nieuwere medicamenten

zijn

thalidomide

,

bortezomib

,

lenalidomide

,

pomalidomide

en

ixazomib

, die worden gegeven in combinatie met

dexamethason

. Aan patiënten met AL-amyloïdose

wordt een vergelijkbare behandeling gegeven als aan

onbehandelde patiënten met een multipel myeloom

die in aanmerking komen voor een hooggedoseerde

chemotherapie (inductiebehandeling) met een

stamceltransplantatie. De chemotherapie bestaat uit een

combinatie van 1)

bortezomib

met

dexamethason

, of van

2)

bortezomib

met

dexamethason

en

thalidomide

(zie

Aandachtspunten voor de huisarts )

.

·

·

Behandeling erfelijke ATTR-amyloïdose

Tot voor

kort was de enige mogelijke behandeling van erfelijke

ATTR-amyloïdose

levertransplantatie

, waarbij 99% van

het afwijkende TTR uit de circulatie wordt genomen.

Deze methode is helaas niet altijd succesvol. Na de

transplantatie blijkt de ziekte dan verder te gaan in het

hart. Om deze reden zijn patiënten met ziekteactiviteit op

latere leeftijd (vaak mannen met cardiomyopathie) minder

geschikt voor levertransplantatie.

Levertransplantatie helpt overigens niet tegen de

glasvochttroebelingen en waarschijnlijk evenmin bij

eventuele betrokkenheid van de hersenvliezen. Bij

glasvochttroebelingen is bij ernstige klachten een

oogheelkundige operatie (

vitrectomie

) geïndiceerd.

Op dit moment zijn twee nieuwe medicijnen beschikbaar

gekomen

diflunisal

(NSAID) en

tafamidis

die de vorming

van amyloïd uit TTR afremmen door binding aan en

stabilisatie van het eiwit. TTR is namelijk een tetrameer

die pas na uiteenvallen in dimeren en monomeren

amyloïdogeen wordt. Door het stabiliseren van het

tetrameer wordt remming van amyloïdvorming beoogd.

Twee recente klinische trials laten inderdaad een remmend

effect zien op de progressie van polyneuropathie door

deze twee middelen. Diflunisal remt bij patiënten met

erfelijke ATTR-amyloïdose ook de progressie van de

cardiomyopathie.

Nieuwe technieken als gene silencing (zoals anti-sense en

siRNA) maken het mogelijk om de vorming van alle (zowel

het afwijkende als normale) TTR geheel tegen te gaan.

Trials met deze middelen zijn van start gegaan in 2014 en

2015.

·

·

Behandeling verworven ATTR-amyloïdose

De therapie

voor dit type is beperkt tot ondersteuning van het

hartfalen.

Hoewel een

harttransplantatie

kan worden overwogen,

zijn in Nederland tot 2015 nog geen harttransplantaties

toegestaan in verband met de schaarste aan

donororganen.

Mogelijk kunnen de bij erfelijke ATTR-amyloïdose

werkzame medicijnen

diflunisal

en

tafamidis

, of de in

ontwikkeling zijnde anti-sense en siRNA ook bij verworven

ATTR-amyloïdose de vorming van amyloïd tegengaan.

·

·

Pacemaker

In het geval van cardiale betrokkenheid

(cardiale amyloïdose) is bij geleidingsstoornissen een

pacemaker een behandelingsmogelijkheid.

5

B

eleid

8