Auto-immuun hepatitis
S
ymptomen
Meestal is er bij AIH sprake van één of meer van de volgende
verschijnselen:
-- vermoeidheid;
-- spier- en gewrichtspijn;
-- pijn in de rechter bovenbuik;
-- andere buikklachten (als inflammatoire ziekten
meespelen);
-- lichte koorts/verhoging;
-- misselijkheid;
-- concentratieverlies;
-- jeuk;
-- icterus;
-- donkere urine, ontkleurde defecatie;
-- krachtsverlies;
-- droge huid;
-- defecatieklachten;
-- droge ogen;
-- droge mond;
-- hartkloppingen;
-- steken in de zij;
-- amenorrhoe;
-- maculopapulaire huidrash.
·
·
Leverfalen
Bij een klein percentage van de patiënten kan
de ziekte zich acuut openbaren met hevige ontsteking en
leverfalen met:
-- ernstige icterus;
-- verstoorde bloedstolling;
-- sufheid;
-- koorts (geen typisch kenmerk, maar duidt mogelijk op
bijkomende infecties);
-- ascites (bij acuut leverfalen is er soms nog geen portale
hypertensie aanwezig, en kan ascites afwezig zijn).
·
·
Levercirrose
In een later stadium kan levercirrose
ontstaan met:
-- hepatomegalie (soms pijnlijk) of juist een kleine
cirrotische lever;
-- splenomegalie;
-- oesofagusvarices met/zonder bloedingen (dit duidt op
portale hypertensie);
-- palmair erytheem;
-- spider naevi.
·
·
Portale hypertensie
Verder gevorderde stadia geven het
klinisch beeld van portale hypertensie, met daarbij:
-- ascites;
-- oesofagusvarices;
-- portale hypertensieve gastropathie;
-- cytopenie door vergrote milt;
-- hepatische encephalopathie.
·
·
Auto-immuunziekten
AIH komt in 26-40% van de
gevallen samen voor met andere auto-immuunziekten:
-- auto-immuunziekte schildklier (ziekte van Hashimoto,
ziekte van Graves-Basedow (9%));
-- reumatoïde artritis (4%);
-- inflammatoire darmziekten (5%);
-- coeliakie (2,8%);
-- diabetes mellitus type-1 en type-2;
-- auto-immuun gastritis;
-- psoriasis;
-- systemische lupus erythematodus (SLE);
-- vitiligo;
-- alopecia;
-- sjögren;
-- immuun trombocytopenische purpurae (ITP, ziekte van
Werlhof);
-- uveïtis;
-- sarcoïdose.
Deze auto-immuunziekten komen vaker dan gemiddeld
voor bij de patiënt met AIH zelf, maar ook bij hun
familieleden in de 1
e
graad.
5