Previous Page  7 / 27 Next Page
Information
Show Menu
Previous Page 7 / 27 Next Page
Page Background

Cornelia de Lange syndroom

S

ymptomen

Algemeen

·

·

Klinische variabiliteit

Het aantal, de aard en ook de ernst

van de symptomen tussen mensen met CdLS verschillen.

·

·

Classificatie

Op basis van de symptomen wordt het CdLS

veelal ingedeeld in twee vormen:

-- de klassieke vorm, met meer uitgesproken lichamelijke

kenmerken en een ernstiger verstandelijke handicap;

-- een mildere vorm, met minder makkelijk herkenbare

kenmerken en een hoger ontwikkelingsniveau.

Klinisch

·

·

Groeistoornissen

-- intra-uteriene groeiachterstand;

-- geboortegewicht <2.500gr;

-- ook postnataal achterblijven van lengtegroei en gewicht;

-- lengte, gewicht en schedelomtrek liggen onder de P5;

-- uiteindelijk kleine lichaamslengte, ondanks groeispurt in

de puberteit;

-- iets vertraagde tot normale puberteitsontwikkeling;

-- ‘failure to thrive’: langzame toename in gewicht, maar

gewicht wel in proportie met lengte.

De belangrijkste oorzaak van een beperkte groei bij

kinderen met CdLS is dat hun lichaamscellen zich niet zo

snel kunnen delen als bij andere kinderen. Het geven van

extra calorieën geeft daardoor meestal nauwelijks verschil

in groei. Er zijn nog een aantal redenen die de groei extra

beperken, zoals voedingsproblemen, reflux, spugen en

aangeboren hartafwijkingen.

·

·

Ontwikkelingsachterstanden

Cognitieve ontwikkeling

Het merendeel van de kinderen en

volwassenen met CdLS heeft een verstandelijke beperking.

-- Bij kinderen met de klassieke vorm varieert het IQ tussen

30 en 45 (matige tot ernstige verstandelijke beperking).

-- Bij de milde vorm ligt het IQ tussen 45 en 100 (matige-

lichte verstandelijke beperking tot gemiddeld begaafd).

De cognitieve beperkingen uiten zich in leermoeilijkheden

en (vaak) een ernstige vertraging van de spraakontwik-

keling.

Spraak/taalontwikkeling

De grootste achterstand doet

zich voor op het gebied van het verbale begrip en de

expressieve taal, waarbij de spraak sterk achter blijft bij het

taalbegrip. De expressieve taal is gestoord bij 75-100% van

de kinderen/volwassenen met CdLS.

Spraakontwikkeling:

-- baby’s huilen vaak laag en zwak;

-- op 4-jarige leeftijd maakt ongeveer 55% twee of meer

woordzinnen;

-- jonge kinderen hebben vaak last van moeilijk praten

(dysfonie);

-- oudere kinderen hebben vaak last van abnormale

heesheid bij het praten.

Factoren die een negatieve invloed hebben op de

spraakontwikkeling zijn:

-- laag geboortegewicht (<1.500 gr);

-- gehoorverlies;

-- uitgesproken afwijkingen van de bovenste extremiteiten;

-- zwakke sociale interacties;

-- psychomotorische ontwikkelingsachterstand.

Het visueel-ruimtelijk geheugen en de perceptuele

organisatie zijn relatief sterk ontwikkeld.

De lichaamscommunicatie is vaak erg expressief en het is

van belang dat ouders en verzorgers dit leren ‘lezen’.

Motorische ontwikkeling

Er is sprake van een vertraagde

motorische ontwikkeling: 50% van de kinderen loopt op

2-jarige leeftijd, 75% op de leeftijd van 3½ jaar en 95% op

leeftijd van 10 jaar. De meeste kinderen leren uiteindelijk

zelfstandig te lopen.

De motorische vertraging wordt veroorzaakt door:

-- de psychomotore retardatie;

-- de vertraging in het aanleren van vaardigheden die

de coördinatie van mentale en motorische activiteit

vereisen;

-- de mate van de aangeboren afwijkingen aan de

ledematen.

Een schema met de ontwikkeling bij kinderen met CdLS

(CdLS developmental chart) is beschikbaar ommijlpalen in

de ontwikkeling van een kind met CdLS met andere CdLS

kinderen te vergelijken (zie

www.cldsworld.org

).

Sociaal emotioneel functioneren

Bij mensen met CdLS is

vaak sprake van een disharmonisch ontwikkelingsprofiel:

de verstandelijke ontwikkeling, de zelfredzaamheid

en het begrijpen van de taal zijn verder dan de sociaal-

emotionele ontwikkeling. Informatie wordt mogelijk wel

begrepen maar niet omgezet naar adequaat handelen.

Dit zou kunnen komen door een beperkt vermogen tot

informatieverwerking. Mensen met CdLS hebben vaak

meer tijd nodig om overzicht te krijgen. Hierdoor is er

risico op overvraging, wat kan leiden tot een gevoel

van controleverlies, angst. Voorspelbare structuren

en patronen ondersteunen de grip op het dagelijks

functioneren. Als gevolg van hun beperkte emotionele

ontwikkeling reageert een kind met CdLS sterk op de

stemming van de opvoeder.

Adaptief functioneren

Afhankelijk van de ernst van de

verstandelijke beperking en de fysieke mogelijkheden zal

iemand met CdLS meer of minder vaardigheden op het

gebied van sociale zelfredzaamheid kunnen leren (sociale

vaardigheden, sociaal aanpassingsgedrag, zelfzorg). Veel

5