Previous Page  11 / 27 Next Page
Information
Show Menu
Previous Page 11 / 27 Next Page
Page Background

Cornelia de Lange syndroom

9

·

·

reflux;

·

·

overgang van sondevoeding naar orale voeding.

-- Een enkele keer is er een indicatie voor kauw- en

slikonderzoek. Meestal worden geen afwijkingen

gevonden en is de oorzaak een coördinatieprobleem,

samenhangend met het ontwikkelingsniveau. Bij

voedingsproblemen in verband met een hoog gewelfd

gehemelte, kunnen soms aanpassingen (speciale flessen)

het voeden vergemakkelijken.

-- Groeihormoontherapie kan soms een overweging

zijn bij kinderen met een groeihormoontekort (als

dit tekort is vastgesteld door onderzoek). Voor veel

kinderen en volwassenen met CdLS is een beperkte

lengte geen enkel probleem, en verzorging is bij een

beperkte lengte ook makkelijker. In de praktijk wordt

het alleen bij CdLS kinderen met een uitzonderlijk hoog

ontwikkelingsniveau overwogen.

-- Ontwikkeling stimuleren vanaf het begin. Er moet zo

spoedig mogelijk een multidisciplinaire beoordeling

van de ontwikkelingssituatie van het kind plaatsvinden

en een individueel ontwikkelingsplan gemaakt

worden voor stimuleren van contact, communicatie en

psychomotorische ontwikkeling. Het ontwikkelingsplan

moet gericht zijn op wat de ouders zelf kunnen doen

in de thuissituatie, maar ook wat begeleiders en

leerkrachten kunnen doen op school of (medisch)

kinderdagverblijf en hoe ze daarbij geholpen kunnen

worden door bijvoorbeeld de fysiotherapeut en andere

disciplines.

-- Onderzoeken zintuiglijk functioneren:

·

·

Oogonderzoek.

·

·

Audiologisch onderzoek

elke 2-3 jaar. Bij jonge

kinderen wordt vaak het BERA onderzoek verricht.

Wanneer gehoorverlies is vastgesteld kan bij

het kind of de volwassene een gehoorapparaat

worden aangemeten. Bij gedragsverandering altijd

middenoorontstekingen uitsluiten. Otitiden zijn

moeilijk vast te stellen, enerzijds omdat het kind soms

niet de signalen afgeeft , en anderzijds in verband

met moeilijk onderzoek door de vaak zeer nauwe

gehoorgangen. Verder lijken kinderen met CdLS op

jonge leeftijd vaak slechter met gehooronderzoeken

te scoren dan op oudere leeftijd. Het kan zijn dat het

kind het ‘horen’ nog moet leren.

-- Bevorderen zintuiglijk functioneren:

·

·

Het is belangrijk om verbale en non-verbale

communicatie vanaf het begin aan te bieden. Naast

de aandacht voor het praten, ook al vroeg starten met

alternatieven.

·

·

Gespecialiseerde kinderdagverblijven.

·

·

Sensorische integratietherapie.

-- Hulpmiddelen bij de ontwikkeling:

·

·

Bij afwijkingen aan de ledematen kunnen protheses

soms een goed hulpmiddel zijn, vooral protheses voor

de onderste ledematen, zoals orthopedisch schoeisel.

Soms is een operatie nodig, bijvoorbeeld voor het

corrigeren van contracturen.

·

·

Zelfredzaamheid ondersteunende materialen,

zoals speciaal bestek, rolstoelen, wandelstokken

en communicatiemiddelen, waardoor kinderen

en volwassenen met CdLS productiever en

onafhankelijker zijn.

-- Mondzorg:

·

·

Tandheelkundig onderzoek vanaf de leeftijd van

2 jaar, iedere 3 tot 6 maanden, eventueel bij een

centrum voor bijzondere (kinder)tandheelkunde.

·

·

Bij behandelingen kan (algehele) narcose nodig zijn.

·

·

Een goede mondhygiëne door zorgvuldig poetsen en

gebruik van tandvriendelijke voeding is belangrijk.

Vaak bestaat er weerstand tegen tandenpoetsen en

ontstaat tandvleesontsteking en tanderosie door

maagzuur (als gevolg van reflux).

·

·

Extra controles zijn nodig bij kinderen en

volwassenen met geringe kaakontwikkeling, over

elkaar staande tanden en extra- of ontbrekende

tanden.

·

·

Wanneer behandeling door een orthodontist nodig

is, kunnen mensen met CdLS het beste terecht bij een

tandheelkundig specialist, die ervaring heeft met

kinderen met een verstandelijke beperking.

-- Overige medische aandachtspunten:

·

·

Bij een klinische vermoeden van refluxziekte, of bij

het verergeren van de refluxklachten: evalueren met

endoscopie, of PH-metingen. Reflux kan bij kinderen

en volwassenen met CdLS zeer therapieresistent zijn.

·

·

Bij problemen zoals obstipatie, diarree,

krampen: medicatie en/of dieet. Indien nodig

onderzoek maagdarmleverspecialist en

gespecialiseerde diëtist(e)

( Diëtetiek Verstandelijk Gehandicaptenzorg

). Soms is een PEG-sonde of

operatie nodig. Kinderen met CdLS knappen hier vaak

goed van op, hoewel dit bij reflux vaak slechts tijdelijk

het geval is.

·

·

Fundoplicatie en gastrostomie zijn de meest

voorkomende maag-darmoperaties bij CdLS. Bij

een fundoplicatie wordt het onderste gedeelte van

de slokdarm beschermd door de maagbodem er als

een manchet omheen te wikkelen. Dit reduceert

de reflux. Vaak wordt tegelijk met de fundoplicatie

een gastrostomie aangelegd. Via deze opening kan

voeding rechtstreeks in de maag worden gebracht