Previous Page  12 / 27 Next Page
Information
Show Menu
Previous Page 12 / 27 Next Page
Page Background

Cornelia de Lange syndroom

10

(PEG-sonde). Veel ouders vinden het een welkome

verlichting van de voedingsproblemen. Wanneer de

slokdarm voldoende is hersteld en de reflux goed

reageert op de behandeling, kan het kind ook weer

door de mond eten. Soms moet de operatie herhaald

worden wanneer iemand veel is gegroeid. Bij maag-

darmproblemen is minstens jaarlijkse controle nodig.

·

·

Bij ieder signaal van volvulus (bijvoorbeeld galspugen,

plotselinge acute buikklachten) onmiddellijk

verwijzen naar de Spoedeisende Hulp. Bij status na

fundoplicatie kan braken minder of niet aanwezig

zijn.

·

·

Bij hartafwijkingen: controles door kindercardioloog.

Soms is operatief ingrijpen nodig.

·

·

Echo heupen op leeftijd 6 maanden. Tijdens de groei

blijft de specialist de heupen controleren en 1 keer per

2-3 jaar vraagt hij weer een X-heupen aan.

·

·

Bij cryptorchisme (niet ingedaalde testikels) verwijzen

naar uroloog. De uroloog zal overwegen te opereren

op leeftijd tussen de 9 en 18 maanden.

·

·

Indien er een schisis aanwezig is, verwijzen naar een

schisisteam voor operatie, logopedie en eventuele

tandcorrectie.

·

·

Follow-up door de desbetreffende subspecialisten

( bijvoorbeeld KNO) daar waar dat nodig is.

Als een kind geopereerd moet worden, bij voorkeur alle

betrokken specialisten uit het multidisciplinaire team

raadplegen om eventueel gelijktijdig ander onderzoek

onder dezelfde narcose te kunnen doen.

·

·

Interventies 8 jaar tot puberteit

-- Ook tijdens deze periode is steun aan familie en

persoonlijk contact van belang. Indien ouders nog niet

bekend zijn met de patiëntenvereniging dan hiernaar

verwijzen voor steun.

-- Als ouders nog kinderwens hebben verwijzen voor

genetische counseling als dit nog niet is gedaan.

-- Regelmatig check door regievoerend arts: anamnese,

lichamelijk onderzoek, inventariseren van de eventuele

problemen.

-- Vaccinaties volgens het RVP.

-- Groei monitoren met

CdLS groeilijnen

door regievoerend

arts.

-- Ontwikkeling op alle vlakken stimuleren: voortgang van

het individueel ontwikkelingsplan evalueren door allen

die zijn betrokken bij de zorg van het kind. Individuele

therapieën als kinderfysiotherapie, logopedie en

dagbesteding blijven inzetten om de ontwikkeling te

stimuleren. Aandacht houden voor goede communicatie.

Begeleiding door een gedragsdeskundige inzetten als

er gedragsstoornissen zijn. Overleggen met ouders over

woon- en verblijfmogelijkheden en over school- en/of

instellingsplaatsing.

-- Onderzoeken en bevorderen zintuiglijk functioneren:

·

·

oogonderzoek

eenmalig of vaker op basis van eerdere

bevindingen;

·

·

audiologisch onderzoek

elke 2-3 jaar.

-- Mondzorg en goed tandheelkundig onderzoek iedere

3 tot 6 maanden, eventueel bij een centrum voor

bijzondere (kinder)tandheelkunde.

-- Overige medische aandachtspunten:

·

·

Orthopedische begeleiding bij gewrichtscontracturen,

heupcomplicaties, hallux valgus, ontwikkelende

scoliose of bij orthopedisch hulpmiddelengebruik.

·

·

Bij klinische verdenking of verergeren van signalen

van GORZ, opnieuw evaluatie en onderzoek door de

behandelend arts.

·

·

Bij ieder signaal van volvulus (bijvoorbeeld galspugen,

plotselinge acute buikklachten) onmiddellijk naar de

Spoedeisende Hulp verwijzen en overleggen met de

behandelend arts!

·

·

Follow-up door de desbetreffende (sub)specialisten

daar waar dat nodig is.

Als een kind geopereerd moet worden, bij voorkeur alle

betrokken specialisten uit het multidisciplinaire team

raadplegen om eventueel gelijktijdig ander onderzoek

onder dezelfde narcose te kunnen doen.

·

·

Interventies tijdens adolescentieperiode

(puberteit tot

20 jaar)

-- Regelmatig onderzoek en zorg door de huisarts/

behandelend arts/kinderarts met monitoren van de groei

volgens de

CdLS groeilijnen

.

-- Ontwikkeling stimuleren op alle vlakken:

·

·

Ontwikkelingsondersteuning, met schoolplaatsing

en individueel toegespitste therapieën als

kinderfysiotherapie, logopedie, dagbesteding.

Aandacht voor goede communicatie.

·

·

Begeleiding eventuele gedragsstoornissen,

waaronder ook (ontwikkeling van) eventuele

comorbide psychiatrische problematiek en

automutilatie. Grote terughoudendheid met

psychofarmaca tenzij zorgvuldige beeldvorming,

diagnostiek, indicatiestelling en effect evaluatie

door ervaren AVG of psychiater verricht is

( NVAVG- Standaard over psychofarmaca

).

·

·

Tijdig toekomstplan met ouders bespreken ten

behoeve van woon- en verblijfmogelijkheden: thuis,

zorginstelling of begeleid wonen.