Previous Page  7 / 23 Next Page
Information
Show Menu
Previous Page 7 / 23 Next Page
Page Background

Fanconi anemie

·

·

Hypercholesterolemie en hyperlipidemie

De helft

van de FA-patiënten heeft hyperlipidemie en/of

hypercholesterolemie, vaak in combinatie met obesitas en

diabetes mellitus.

·

·

Puberteitsontwikkeling

Veel kinderen komen later in de

puberteit. Zo treedt de menarche gemiddeld op 15-jarige

leeftijd op. De precieze oorzaak is nog niet duidelijk, maar

chronisch ziek zijn en SCT verhogen het risico op een

vertraagde puberteitsontwikkeling. Sommige kinderen

komen juist eerder in de puberteit. Als de puberteit te vroeg

begint of te snel doorzet, groeit het kind minder lang door

en wordt het minder lang dan verwacht.

·

·

Menstruatiestoornissen

Vrouwen met FA hebben vaak

onregelmatig en/of overmatig vaginaal bloedverlies.

Dit kan komen door trombocytopenie, een verstoorde

hormoonhuishouding (hypogonadisme, hypothyreoïdie),

SCT, gebruik van androgenen vanwege beenmergfalen of

uterusafwijkingen.

·

·

Hypogonadisme

Zowel hyper- als hypogonadotroop

hypogonadisme komen voor bij FA.

·

·

Osteoporose

Bij FA is het belangrijk dat de arts de

uitkomst van de botdichtheidsmeting corrigeert voor

de lengte. De meeste FA-patiënten hebben een gezonde

botdichtheid. Na SCT of door een tekort aan geslachts- of

groeihormonen kan osteopenie of osteoporose ontstaan.

Overige symptomen

·

·

Gewichtsproblemen

Circa 20-35% van de FA-patiënten

heeft ondergewicht. Dit wordt veroorzaakt door

een verminderde eetlust, onvoldoende opname van

voedingsstoffen in het maagdarmkanaal, glucose-

intolerantie en/of een hogere energiebehoefte. Ongeveer

10-30% van de FA-patiënten heeft overgewicht door

leefstijl en/of een familiaire aanleg.

·

·

Vermoeidheid

Chronische vermoeidheid is een

veelvoorkomend probleem bij FA. Mogelijke oorzaken zijn

cytopenie, chemo- en radiotherapie, SCT, spierzwakte

en schildklierproblemen. Vermoeidheid komt echter

ook veelvuldig voor bij FA-patiënten zonder deze

onderliggende problemen.

·

·

Huidafwijkingen

--

Pigmentatie

Café-au-lait-vlekken en hyper- en

hypopigmentatie.

--

Infecties

Bij huidinfecties die niet op antibiotica

reageren, moet de (huis)arts aan het Sweetsyndroom

(acute neutrofiele dermatose) denken. De patiënt heeft

pijnlijke rode plaques of noduli en koorts. Dezelfde

plaques of noduli kunnen aanwezig zijn in de botten,

longen en tractus digestivus. Sweetsyndroom gaat vaak

gepaard met myelodysplastisch syndroom (MDS)/ acute

myeloïde leukemie (AML).

--

Maligniteiten

Het risico op basaalcelcarcinoom en

plaveiselcelcarcinoom is verhoogd. Het is onbekend of

het risico op melanomen ook verhoogd is.

--

‘Graft-versus-host disease’

Na een SCT kan GvHD van

de huid ontstaan. Acute GvHD (3-8 weken na SCT)

gaat gepaard met een fijnvlekkige roodheid, jeuk, een

branderig of pijnlijk gevoel en soms blaarvorming.

Vooral de romp, de handpalmen, voetzolen en oren zijn

aangedaan. Bij chronische GvHD kan de huid ernstig

aangetast zijn met erosies, blaarvorming, ulcera,

littekenvorming met hyper- en hypopigmentatie en

sclerodermiforme huidveranderingen.

5