Previous Page  7 / 19 Next Page
Information
Show Menu
Previous Page 7 / 19 Next Page
Page Background

Primaire scleroserende cholangitis

S

ymptomen

Klachten bij PSC-patiënten verschillen per persoon en zijn

zeer grillig in de tijd. Ze komen niet bij elke PSC-patiënt

voor en ook niet in gelijke mate. In veel gevallen verloopt

de ziekte in het begin asymptomatisch, waarbij alleen

verhoogde bloedwaarden van alkalisch fosfatase, gamma

GT of bilirubine worden gezien. In latere fasen kunnen

als gevolg van de leverschade en levercirrose secundaire

symptomen ontstaan die zich eveneens zeer grillig kunnen

presenteren.

1,2,16

Vroege symptomen

·

·

Vermoeidheid

Veel PSC-patiënten hebben last van

vermoeidheid. De vermoeidheid lijkt niet gerelateerd te

zijn aan de ernst van de aantasting van de galwegen en

lever. Voor vermoeidheid aan PSC toegewezen wordt, moet

eerst worden uitgesloten dat de vermoeidheid een andere

oorzaak heeft. Er lijkt slechts een beperkt verband te zijn

tussen vermoeidheid en depressieve gevoelens ten gevolge

van de diagnose. Wel lijkt er een sterker verband te zijn

tussen vermoeidheid en autonoom falen (vooral wanneer

er sprake is van orthostatische hypotensie), somnolentie

en slaperigheid overdag.

1

·

·

Jeuk

Jeuk komt veel voor bij chronische leveraandoeningen

en cholangitis, ook bij PSC. De jeuk kan gedurende de dag of

het gehele ziekteproces sterk fluctueren en volgt vaak een

circadiaan ritme waarbij de meeste jeuk ’s nachts optreedt.

Jeuk concentreert zich op de ledematen en dan vooral

op handpalmen en voetzolen. De jeuk kan zeer ernstige

vormen aannemen en invaliderend werken of de kwaliteit

van leven ernstig aantasten. De jeuk kan aan het eind van

het ziekteproces verminderen.

·

·

Galaanvallen

De cholestase kan leiden tot galaanvallen

met pijn en soms koorts. Het krachtig samenknijpen van

galblaas en galgangen zorgt voor koliekpijn. De krampen

komen en gaan. Deze pijn straalt vaak uit naar de rug en

gaat gepaard met misselijkheid en braken. Er is meestal

drang om te bewegen; beweging verlicht de pijn. Mensen

met een galkoliek hebben vaak de neiging om te lopen of

te kronkelen (het draaien van het lichaam in verschillende

posities) in bed om een zo comfortabel mogelijke positie

te vinden. Er kunnen aanvallen van cholangitis met

rillingen en koorts optreden, al zijn deze vrij zeldzaam bij

eerste presentatie en komen ze meestal ook niet voor als

er geen eerdere galwegoperatie of cholangiografie heeft

plaatsgevonden.

1,5

·

·

Hepato- en splenomegalie

Bij eerste presentatie kunnen

een vergrote lever en milt geconstateerd worden.

·

·

Icterus

Door de verminderde afvoer van galzouten

kan bilirubine niet worden afgevoerd met als gevolg

bilirubinemie en icterus.

Latere symptomen

Als de ziekte verder gevorderd is, kunnen de volgende

symptomen optreden:

·

·

Steatorrhoea

Doordat er onvoldoende of geen gal meer

in de 12-vingerige darm komt, kunnen er soms problemen

ontstaan met de vetvertering. Dit leidt tot vetdiarree en

mogelijk tot een tekort aan vetoplosbare vitaminen A, D, E

en K.

1,5

·

·

Hepatische encefalopathie

Hepatische encefalopathie

is een in principe reversibel syndroom van neurologische

symptomen dat voorkomt bij patiënten met (acuut)

leverfalen. De belangrijkste symptomen zijn:

-- Hoofdpijn.

-- Gedragsveranderingen.

-- Verwardheid.

-- Bewustzijnsschommelingen.

-- Motorische verschijnselen zoals een asterixis. Asterixis is

het onvermogen een vaste positie te behouden (‘sterixis’

is ‘vaste positie’ in het Grieks) en is zichtbaar als een

plotseling tonusverlies van de hand- en polsspieren

bij het uitstrekken van de armen. Asterixis wordt ook

wel een ‘flapping tremor’ of ‘negatieve myoklonieën’

genoemd.

5,8

·

·

Ascites/Slokdarmvarices

Door de levercirrose kan de

bloeddoorstroming van de lever bemoeilijkt worden en

kan portale hypertensie ontstaan. Hierdoor kunnen onder

andere ascites en slokdarmvarices ontstaan met opgeven

van bloed of zwarte ontlasting.

1,5

·

·

Osteoporose

Chronisch leverlijden kan via een

malabsorptie van vitamine D en calcium leiden tot

hepatische osteodystrofie. Hierdoor kunnen onder andere

pijnklachten in het bewegingsapparaat ontstaan. Zeker

wanneer er sprake is van het PSC-AIH overlapsyndroom.

1

Zie kader

PSC-AIH overlapsyndroom

.

5