Previous Page  11 / 25 Next Page
Information
Show Menu
Previous Page 11 / 25 Next Page
Page Background

syndroom van Turner

9

Follow-up-schema

(vervolg)

De regievoerend arts is verantwoordelijk voor aanvragen en uitvoeren van onderzoeken en follow-up.

Consult KNO en audiologisch onderzoek

Consult fysiotherapeut

Consult psycholoog

Consult orthopedisch chirurg

Consult cardioloog

Indien hartafwijking, hypertensie

Indien geen hartafwijking

Groeihormoonbehandeling

Puberteitsinductie

oestrogeensubstitutie

1 keer per 1-5 jaar, op indicatie vaker

Op leeftijd 6 en 12 jaar, en op indicatie

Op indicatie

Op indicatie

Op advies cardioloog

1 keer per 1-5 jaar

Bij zwangerschapswens en tijdens zwangerschap

Vanaf leeftijd 4 jaar bij lengte

˂

-2,5 SD

Vanaf leeftijd 6 jaar bij lengte

˂

-1,5 SD

Vanaf 11 jaar

Op volwassen leeftijd. HST/OAC staken omstreeks

leeftijd 50 jaar.

X

X

X

Onderzoek

Leeftijd/frequentie

Bij diagnose

Behandeling

De coördinatie van behandeling en begeleiding van meisjes

en vrouwen met SvT ligt bij het specialistisch team.

·

·

Groeihormoonsuppletie

Hoewel meisjes met SvT niet

groeihormoon-deficiënt (GHD) zijn, krijgen zij door

groeihormoonsuppletie wel een grotere eindlengte.

Meisjes met SvT krijgen meestal vanaf de leeftijd 4-6 jaar

groeihormoon, totdat zij hun eindlengte hebben behaald.

De met groeihormoon behaalde lengtewinst is 5-10 cm.

Deze is onder andere afhankelijk van de startleeftijd, het

karyotype en de mate van botdysplasie. Het advies is de

groeihormoonbehandeling te starten:

-- vanaf de leeftijd van 6 jaar bij een lengte

˂

-1,5 SD;

-- vanaf de leeftijd van 4 jaar bij een lengte

˂

- 2,5 SD.

Bijwerkingen van groeihormoon (zoals oedeem,

benigne verhoogde hersendruk, epifysiolyse, ontregelde

suikerhuishouding) treden uiterst zelden op.

Meisjes en vrouwen met SvT hebben vaak veel moeder-

vlekken welke in grootte kunnen toenemen onder

groeihormoonbehandeling. De kans op maligne

ontaarding is relatief gering.

Tijdens de groeihormoonbehandeling controleert de

kinderendocrinoloog het kind iedere 3 maanden.

·

·

Puberteitsinductie

Indien er geen spontane of

een stagnerende puberteitsontwikkeling is, is het

advies vanaf de leeftijd van 11-12 jaar te starten met

oestrogenen in een leeftijdsafhankelijke, oplopende

dosering. De oestrogeendosering wordt langzaam

opgehoogd over een periode van 3-4 jaar. In de laatste

fase is het advies progestagenen toe te voegen waarna

onttrekkingsbloedingen optreden.

·

·

Oestrogeensuppletie

Ook voor volwassen vrouwen is

oestrogeensubstitutietherapie aangewezen ter preventie

van hart- en vaatziekten en een goede ontwikkeling

van de botdichtheid. Bij ovarieel falen is continue

oestrogeensuppletie (dus zonder stopweek) geïndiceerd.

Het betreft hormonale substitutietherapie. De ‘gewone’

anticonceptiepil is daarom niet geschikt. Er bestaan

speciale preparaten voor hormonale substitutietherapie

(HST) bij deze indicatie. Meestal wordt de orale vorm van

17ß-oestradiol gebruikt, wat gelijk is aan het natuurlijk

voorkomend oestradiol en de gunstige effecten heeft van

oestrogenen. In Nederland zijn ook transdermale pleisters

geregistreerd. HST is geen adequate anticonceptie. Indien

er nog sprake is van ovariële reserve dient men hiermee

rekening te houden (er zijn zwangerschappen beschreven

onder HST).

·

·

Anticonceptie

Een heel klein percentage van de vrouwen

met SvT heeft een menstruatiecyclus. Bij vrouwen die

vruchtbaar zijn, zal de gynaecoloog de anticonceptie

bespreken en zo nodig regelen.