Previous Page  15 / 25 Next Page
Information
Show Menu
Previous Page 15 / 25 Next Page
Page Background

syndroom van Turner

Erfelijkheidsvoorlichting/fertiliteit

Vrouwen met SvT zijn bijna altijd onvruchtbaar en zullen dus

zelden een kind met een eicel van zichzelf krijgen. Een heel

klein percentage heeft een normale puberteitsontwikkeling

en spontane menstruatie. Spontane zwangerschap komt

voor bij 2-6%. Indien er een mogelijkheid van spontane

zwangerschap bestaat en er een kinderwens is, zal altijd

cardiale evaluatie en genetische counseling plaatsvinden.

De kans voor een gezonde moeder met een Turner-dochter

om nog een dochter met SvT te krijgen, is heel klein en

afhankelijk van de chromosoomafwijking die haar kind heeft.

Alleen bij een afwijkend tweede X-chromosoom bij de Turner-

dochter is de herhalingskans op nog een dochter met SvT

verhoogd. In overleg met de klinisch geneticus wordt bepaald

welke familieleden een verhoogde kans hebben op een kind

met SvT. De klinisch geneticus zal de genetische counseling

begeleiden (zie

Etiologie en erfelijkheid )

.

Kinderwens

Met de beschikbaarheid van nieuwe reproductieve

technieken (zoals preïmplantatie genetische diagnostiek en

IVF met eiceldonatie) neemt het aantal zwangerschappen bij

vrouwen met SvT toe.

Een consult bij een cardioloog is absoluut noodzakelijk

voor tot eventuele stappen richting zwangerschap wordt

overgegaan. Zie

Zwangerschap en bevalling

.

Indien een vrouw een kinderwens heeft, kan de behandelend

(huis)arts ook de opties adoptie of pleegouderschap

bespreken.

Prenatale diagnostiek

In de prenatale fase kan de diagnose SvT vermoed worden

op basis van echografische bevindingen. Wanneer ouders

tijdens de zwangerschap willen weten of hun kind SvT

heeft, dan is onderzoek mogelijk door middel van een

vruchtwaterpunctie, een vlokkentest of via het testen van

moederbloed tijdens de zwangerschap.

Ouders krijgen van tevoren uitgebreide voorlichting door

de gynaecoloog of de klinisch geneticus van een centrum

voor prenatale diagnostiek (in de UMC’s), met name over de

risico’s van de onderzoeken (miskraam) en de overwegingen

bij een afwijkende uitslag.

·

·

NIPT

De Niet Invasieve Prenatale Test (NIPT) screent via het

moederbloed het foetale DNA op chromosoomafwijkingen.

Hierbij onderzoekt men het bloed van de zwangere in

een laboratorium. In het bloed van de moeder is ook

DNA van het kind aanwezig. Dit DNA is afkomstig van

de placenta. Met de NIPT wordt het DNA van het kind

onderzocht op trisomie 21 (downsyndroom), trisomie 18

(edwardssyndoom) en trisomie 13 (patausyndroom). De

NIPT kan ook een verhoogde kans op SvT laten zien. Er

wordt niet standaard getest op SvT, het wordt niet als

nevenbevinding aangegeven. Als een moeder een dochter

met SvT heeft is er meestal geen verhoogde kans op

herhaling. Zie

Etiologie en erfelijkheid

.

Toch wensen veel

vrouwen met SvT een NIPT in een volgende zwangerschap.

Dit wordt na een goede uitleg vaak wel gehonoreerd.

Als in het moederbloed een verhoogde kans op SVT

zichtbaar is, volgt een vlokkentest of vruchtwaterpunctie

in een centrum voor PND (prenatale diagnostiek). De

vruchtwaterpunctie en de vlokkentest geven uitsluitsel,

maar leiden in één op de twee- tot driehonderd gevallen

tot een miskraam. De NIPT kent dat risico niet, omdat

daarbij alleen bloed van de zwangere vrouwwordt

afgenomen.

Bij een negatieve uitslag van de NIPT is de kans op

afwijkingen zeer gering. De NIPT kan een vals positieve

uitslag geven. Ook kan het zijn dat er bij de NIPT niet

genoeg foetaal DNA wordt gevonden. Bij meerling

zwangerschappen is de uitslag niet betrouwbaar.

·

·

Vlokkentest

vindt zo nodig plaats bij 11-12 weken

zwangerschap. De uitslag duurt 2-3 weken. Wanneer

de ouders op basis van de uitslag kiezen voor

zwangerschapsafbreking, is dit door middel van een

curettage mogelijk.

·

·

Vruchtwaterpunctie

vindt zo nodig plaats rond de

15

e

-16

e

week. De uitslag duurt minimaal 3 weken.

Wanneer de ouders op basis van de uitslag kiezen

voor zwangerschapsafbreking, is dit met behulp van

misoprostol mogelijk.

·

·

Pre

ї

mplantatie Genetische Diagnostiek (PGD)

Dit is een

IVF-procedure waarbij vóór de plaatsing van het embryo

een cel wordt afgenomen en onderzocht op de betreffende

genmutatie/chromosoomafwijking. Een niet-aangedaan

embryo wordt geplaatst.

Zwangerschap en bevalling

Vrouwen met SvT kunnen, ook als ze geen comorbiditeit

hebben v

όό

r een zwangerschap, deze wel ontwikkelen tijdens

een zwangerschap. Denk daarbij onder andere aan aorta-

dissectie. Voorafgaand aan een eventuele zwangerschap is

een preconceptioneel advies daarom noodzakelijk.

Voordat een vrouw en haar partner besluiten tot een

eventuele zwangerschap, moet uitgebreid onderzoek van

hart en bloedvaten bij de vrouw plaatsvinden, vanwege

de belasting op hart en bloedvaten tijdens zwangerschap.

Preconceptiecounseling van de vrouwmet SvT samen

met haar partner vindt plaats in multidisciplinair verband

(perinatoloog en cardioloog). Eventuele risico’s op

zwangerschapscomplicaties worden daarbij besproken.

13

E

rfelijkheid en zwangerschap