Previous Page  17 / 25 Next Page
Information
Show Menu
Previous Page 17 / 25 Next Page
Page Background

syndroom van Turner

·

·

Zorgen dat de dienstdoende huisartsen (onder andere

de huisartsenpost) bekend zijn met de patiënt en met de

speciale kenmerken en omstandigheden die het SvT met

zich meebrengt.

Kernpunten van goede zorg

·

·

De regie van ouders respecteren en versterken.

·

·

Goede communicatie met ouders en andere gezinsleden.

·

·

Aandacht voor het kind als deel van het gezin.

·

·

Beschikbaarheid van zorg en ondersteuning vanaf

de start van het diagnostisch traject (pedagogische,

psychologische en (para)medische ondersteuning en

ontwikkelingsstimulering).

·

·

Coördinatie van hulpverlening vanaf de diagnose, bij

voorkeur één hulpverlener die het gezin in het hele traject

bijstaat.

·

·

Bij de rol van de huisarts hoort ook het geven van morele

ondersteuning vanaf het begin:

-- bespreek met een empathische en optimistische kijk het

leven met SvT;

-- ondersteun in de emotionele verwerking van het feit dat

SvT is gediagnosticeerd;

-- trek samen met ouders op;

-- erken de expertise van de ouders;

-- wees de ondersteuner dicht bij huis;

-- Kijk steeds naar het

schema onderzoek en follow-up

en

bepaal of de huisarts een rol heeft of verwijs door naar

een kinderarts of internist.

·

·

Blijf afstemmen met de hoofdbehandelaar/regievoerend

arts.

·

·

Zorg ervoor dat de dienstdoende huisartsen (onder andere

de huisartsenpost) via het beschikbare dossier bekend

zijn met de patiënt en met de speciale kenmerken en

omstandigheden die de aandoening met zich meebrengt.

Dit is met name van belang voor de meisjes/vrouwen met

cardiale problematiek.

Specifieke aandachtspunten

·

·

Kennis

De huisarts weet welke verschijnselen en

complicaties SvT met zich mee kan brengen, zoals

problemen op het gebied van de gezondheid, de

ontwikkeling van taal en motoriek en de mogelijk beperkte

sociale vaardigheden. Hij houdt de zeer variabele expressie

van het SvT in het oog. Hij noteert gezondheidsproblemen

duidelijk in het digitale dossier van de patiënt, zodat ook

voor een eventuele waarnemer direct duidelijk is waar

extra alertheid nodig is.

·

·

Huisartsenconsult

Een consult kan meer tijd vragen dan

normaal. Aandachtspunten tijdens een consult met een

meisje/vrouwmet SvT zijn:

--

Ziekte-inzicht

Het kan moeilijk zijn zicht te krijgen

op het ziekte-inzicht van iemand met SvT. Soms

beïnvloeden cognitieve beperkingen de communicatie

over en de inschatting van de gezondheidssituatie

en de psychosociale omstandigheden. Aanvullende

informatie van naasten, die zo mogelijk meekomen naar

het spreekuur, heeft daarom zeker een meerwaarde. Bij

kinderen overlegt de huisarts veel ook met de ouders.

--

Ziektebeleving

Vooral jongeren en jongvolwassenen

met SvT hebben de neiging om het opdoen van

kennis over de aandoening en het opbouwen van

zelfmanagementvaardigheden te vermijden. De vaak

aanwezig sociaal-wenselijke houding bij mensen met

SvT maakt het extra moeilijk om inzicht in de beleving te

krijgen.

--

Communicatie

·

·

De taalvaardigheden zijn bij meisjes/vrouwen met

SvT vaak beter ontwikkeld dan de handelingsgerichte

vaardigheden. Daardoor wekken zij soms de indruk

meer te begrijpen en te kunnen uitvoeren dan in de

praktijk het geval is.

·

·

Door meegaandheid en sociaal wenselijke antwoorden

(‘pleasend gedrag’) wekken zij vaak een positievere

indruk. Tijdens een consult kunnen deze vlotheid van

spreken en positieve toon misleidend zijn.

·

·

Een groot deel van de meisjes/vrouwen met SvT heeft

in meer of mindere mate een gehoorverlies. Het is van

belang hier in het contact rekening mee te houden.

·

·

De huisarts moet duidelijk verstaanbare informatie

geven en weten dat non-verbale communicatie soms

minder goed wordt opgepakt.

·

·

Mensen met SvT hebben behoefte aan

duidelijke informatie. Het opnemen van nieuwe

informatie kan moeilijk zijn door een lagere

verwerkingssnelheid of overzichtsproblemen. Angst-

en spanningsverschijnselen kunnen hierbij extra

negatieve factoren hierbij zijn. De huisarts gaat na of

zijn uitleg is begrepen. De huisarts kan patiënt ook

aanraden om het gesprek op te nemen. Zo is

het gesprek later nog eens, eventueel samen met

familie/partner, te beluisteren. Verbale informatie

wordt beter opgeslagen dan beeldmateriaal.

·

·

Transitie van kindergeneeskunde naar volwassenzorg

De huisarts is alert op ‘drop-outs’ bij de transitie

naar volwassenenzorg (zie

Beleid, Transitie van kindergeneeskunde naar volwassenenzorg )

.

·

·

Zorgcoördinatie bij volwassenen

Verschillende medisch

specialisten en andere zorgverleners zijn bij de zorg

voor volwassenen met SvT betrokken. Eén van hen is de

regievoerend arts die de zorg binnen het ziekenhuis goed

op elkaar af laat stemmen. Deze regievoerend arts is ook

contactpersoon voor de huisarts.

·

·

Arbeidsongeschiktheid

Bij (gedeeltelijke) arbeids-

ongeschiktheid (Wajong/WAO) zijn de bedrijfsarts en de

verzekeringsarts betrokken.

15