Background Image
Previous Page  51 / 106 Next Page
Information
Show Menu
Previous Page 51 / 106 Next Page
Page Background

51

De diagnose zal doorgaans in een multidisciplinaire setting binnen het EC gesteld of bevestigd worden. De

patiënt krijgt z.s.m. na de diagnose de RA toegewezen (zie punt 2 hierboven). De RA zorgt ervoor dat de

resultaten van de klinische en/of genetische diagnose terechtkomen bij de relevante leden van zijn/haar

multidisciplinaire team, die de patiënt met NF2 zullen behandelen. De RA organiseert op zeer korte termijn

het eerste multidisciplinaire teamoverleg over de patiënt. Als er nog geen casemanager is voor de patiënt,

wordt die door de RA benoemd.

Voorlichting en communicatie

Het brengen van slecht nieuws bij ouders/volwassenen is een uitdagende taak voor de zorgverlener.

Belangrijk is dat dit persoonlijk, zorgvuldig, aandachtig en met empathie gebeurt. Er moet voldoende tijd zijn

tijdens het gesprek voor de (verzorgers van de) patiënt om het slecht nieuws te begrijpen, zijn/haar emoties

te uiten en om vragen te stellen (zie ook het generiek thema Voorlichting en communicatie). Tijdens dit

gesprek worden contactgegevens van een psychosociale zorgverlener overhandigd en er wordt op korte

termijn een vervolgafspraak gepland.

De volgende ziektespecifieke informatie dient verteld te worden aan de patiënt (en/of naasten):

Ziektebeeld NF2 in het algemeen

: meest voorkomende kenmerken, overerving, klachten/handicaps,

complicaties en behandelingen; lotgenotencontact.

Ziektebeeld NF2 zoals momenteel bij de patiënt

: mogelijke ontwikkelingen m.b.t

klachten/symptomen; details over beleid/behandelingsopties (ook experimentele); informatie over

genotype-fenotype relaties, eventuele (periodieke) vervolgonderzoeken.

3.2.3.4 Fase 4: behandeling en begeleiding

Zorgverleners

Volwassen

patiënten met gediagnosticeerde NF2 hebben

bij voorkeur een neuroloog als RA

. Bij

volwassenen met NF2 is continuïteit van de zorgrelatie van belang en verandert de patiënt bij voorkeur niet

van RA. In deze fase - indien interventie nodig is - zal ook een hoofdbehandelaar (kan de RA zijn) aangesteld

worden en eventueel ook een medebehandelaar of consulent (zie

3.1.4 Zorgverleners )

. Patiënten hebben bij

voorkeur ook een casemanager (zi

e 3.1.4 Zorgverleners )

.

Kinderen

t/m 18 jaar met gediagnosticeerde NF2 hebben de

kinderarts, kinderneuroloog of

kinderneurochirurg als RA

. Deze is voor de ouders/verzorgers, later voor de patiënt zelf het eerste

aanspreekpunt voor inhoudelijke vragen. Ieder kind met NF2 heeft bij voorkeur een casemanager (zi

e 3.1.4 Zorgverleners )

.

Het multidisciplinaire team rondom een NF2 -patiënt bestaat altijd uit een ‘’kernteam’’ (vaak het

schedelbasis-pathologie team /werkgroep) dat uitgebreid kan worden met andere specialisten als dat bij de

individuele patiënt geïndiceerd is. De volgende specialisten maken deel uit van een ‘’kernteam’’:

Kinderen met NF2

kinderarts, kinderneurochirurg

oogarts

kinderneuroloog

dermatoloog