Background Image
Previous Page  66 / 106 Next Page
Information
Show Menu
Previous Page 66 / 106 Next Page
Page Background

66

behandeling nodig is en zo ja, welke de meest gunstige behandeling is. Dit gaat in samenspraak met (de

ouders van) de patiënt.

4.5.2 Behandeling, begeleiding en monitoring

Na de diagnose NF2 is er niet altijd interventie noodzakelijk, zeker als de diagnose het gevolg is van screening

in het kader van vroegtijdige opsporing en er nog geen duidelijke klachten zijn. (zi

e 4.3 Vroegtijdige opsporing )

. Maar ook als de diagnose het gevolg van is van onderzoeken, die naar aanleiding van klachten

van het individu verricht werden, is onmiddellijke behandeling niet altijd noodzakelijk, maar wordt vaak

conservatief (afwachtend) beleid ingezet met regelmatige controles (zowel klinisch als MRI).

Met betrekking tot Schwannoom van de 8

e

hersenzenuw komt het (conservatief) beleid in 4.5.2.1a aan bod.

Andere (oto-)neurologische kenmerken, maar ook oogheelkundige of cutane symptomen van NF2 kennen

soms een afwachtend beleid (zie

4.5.2.1 (Oto-)neurologische kenmerken , 4.5.2.2 Oogheelkundige kenmerken

e

n 4.5.2.3 Cutane kenmerken )

.

Met betrekking tot kinderen van aangedane ouders, bij wie door mutatieanalyse NF2 is gediagnosticeerd,

maar die nog geen symptomen vertonen (zie 4.3.1

. (a) Eerstegraads familielid met bewezen (door klinische of genetische diagnose) NF2 hebben (ouder, zus, broer, kinderen ) [33].)

, is de follow-up in tabel 8 samengevat).

Follow-up onderzoeken

Frequentie

Anamnese en algemeen onderzoek (KNO, oogheelkundig, kinderneurologie,

dermatologie)

jaarlijks

Audiologisch onderzoek

jaarlijks

MRI van hoofd (inclusief gehoorgang) + ruggenmerg incl. gadolinium

toediening

Tussen 10

e

-20

e

jaar elke

2 jaar

In geval van aangetoonde tumor in het centraal zenuwstelsel: MRI van hoofd

(inclusief gehoorgang) + ruggenmerg inclusief gadolinium toediening

Frequentie volgens

relevant SKION protocol

en klinische toestand

Tabel 8. Follow-up onderzoeken bij kinderen van een ouder met NF2 en bij wie DNA mutatieanalyse NF2 heeft aangetoond

(op grond van [84]).

4.5.2.1 (Oto-)neurologische kenmerken

(a) Schwannoom van de 8

e

hersenzenuw

Door middel van multidisciplinair overleg tussen de KNO-arts, neurochirurg, neuroloog, oogarts en radioloog,

radiotherapeut samen met de patiënt wordt gezocht naar de meest gunstige behandeling waarbij niet alleen

het verwijderen van de tumor of stoppen van tumorgroei het doel is, maar ook de prognose en de kwaliteit

van leven van een patiënt een belangrijke rol spelen. Zowel in opzet gehoorsparende chirurgie bij kleine

brughoektumoren, het aanpassen van hoortoestellen of soms het plaatsen van CI/ABI kunnen een

overweging zijn. Ook radiotherapie (in opzet gehoorsparend) kan geïndiceerd zijn.