71
4.5.2.2 Oogheelkundige kenmerken
a. Algemene aandachtspunten
Zorgverleners moeten alert zijn op symptomen en klachten die veroorzaakt worden door cataract,
epiretinaal membraan, hamartomen, stuwingspapil, scheelzien en dubbelzien en die een gevolg zijn van
uitval van de visuele en motorische oogspieraansturende hersenzenuwen met daarbij ook de gelaats- en of
gevoelszenuw. Bij één van de onderstaande klachten, is verwijzing naar de oogarts noodzakelijk:
minder zien (in het donker)/wazig beeld;
kleurverandering/vervormd zien/beeldverkleining;
dubbelbeeld/schaduwbeeld;
scheelzien/uitpuilend oog;
verminderde of juist toegenomen knipper/ knijpacties/traansecretie;
gevoelsstoornissen van hoornvlies/huid.
Van belang is de nauwe samenwerking tussen de oogarts, neuroloog en /of neurochirurg en/of KNO arts,
afhankelijk van de aard van oogklachten.
b. Cataract
Indien cataract wordt geconstateerd bij een jong kind dient tot het 10
e
jaar gecontroleerd te worden of er
verslechtering is van de visus of toename van de cataract. De controle frequentie hangt af van de leeftijd en
de ernst van de cataract. Men dient er rekening mee te houden dat bij jongere kinderen een lui (amblyoop)
oog kan ontstaan als de beeldvorming in het oog niet goed is door de staar. Bij kinderen kan een
staaroperatie plaatsvinden, indien de staar de ontwikkeling van het zien van een oog te veel belemmert. Bij
indicatie voor operatieve ingreep bij volwassenen, wordt de richtlijn Cataract opgevolgd [109].
c. Epiretinale membranen
Het wel of niet behandelen van een epiretinaal membraan is afhankelijk van verschillende factoren, zoals de
aanwezigheid van klachten (zi
e 2.5.2 Oogheelkundige kenmerken )aan één of beide ogen. Meestal wordt
gekeken naar de ernst van de netvliesafwijking, die kan variëren van zeer gering tot ernstig (bron:
oogartsen.nl).
Behandeling bestaat uit microchirurgische ingreep, genaamd vitrectomie
24
. Deze heeft tot doel om de visus
te verbeteren en/of beeldvertekening te verminderen.
d. Retinale hamartomen
Behandeling van retinale hamartomen is niet altijd nodig. Indien de tumor groeit en/of complicaties en
klachten veroorzaakt (achteruitgaan van visus), zijn - afhankelijk van de oorzaak van de klachten - het
volgende type behandelingen mogelijk:
Netvliesloslating
Er zijn viersoorten operaties
25
mogelijk met het doel de visus te verbeteren:
24
Uitgebreide informatie over deze ingreep, eventuele risico’s ervan en nazorg zijn te vinden op:
http://www.oogartsen.nl/oogartsen/glasvocht_netvlies/operatie_vitrectomie_retina/25
Uitgebreide informatie over de vier soorten ingrepen bij netvliesloslating zijn te vinden op:
http://www.oogartsen.nl/oogartsen/glasvocht_netvlies/netvlies_loslating_ablatio_retina_operatie/