Background Image
Previous Page  68 / 106 Next Page
Information
Show Menu
Previous Page 68 / 106 Next Page
Page Background

68

Invasieve behandelingen

Chirurgie

Bij toenemend hersenstamcompressie is er indicatie tot behandeling, bij voorkeur chirurgie waarbij

tenminste één van de brughoektumoren wordt verwijderd. Met betrekking tot omvang (manier van

opmeten en rapporteren) wordt volgens de consensus gewerkt [95][96]. Additioneel wordt ook de

zogenaamde KOOS-classificatie van tumoren gebruikt waarbij ook de mate van hersenstamcompressie wordt

uitgedrukt [97].

De chirurgische toegangsweg is afhankelijk van de positie en omvang van de tumor, als ook van de expertise

van het chirurgisch team. Bij kleine tumoren kan de chirurgische ingreep in opzet gehoorsparend zijn. Bij

grote tumoren gaat het in principe om een zo compleet mogelijke tumorverwijdering. Bij een chirurgische

ingreep is de kans op beschadiging van de nervus facialis altijd aanwezig, waarbij de kans op beschadiging

gerelateerd is aan de omvang van de tumor. Het monitoren van de aangezichtszenuw tijdens de ingreep

verkleint deze kans [98]. In principe wordt gestreefd naar bijna-volledige (

near-total

) of volledige

verwijdering van de tumor. Deze aanpak verkleint de kans op uitgroei van resttumor en dus opnieuw

behadeling (radiotherapie of chirurgie).

Belangrijk is dat er op tijd wordt gesproken over eventuele gehoorimplantaten. Bij NF2 patiënten wel eens

een ‘’slapende’’ ABI ingebracht tijdens de chirurgische tumorverwijdering, die (wellicht) pas later gebruikt

gaat worden.

Stereotactische bestraling (radiochirurgie en stereotactische radiotherapie)

Bij bestraling van brughoektumoren wordt hoge precisie radiotherapie toegepast. Daaronder vallen

radiochirurgie en de stereotactische radiotherapie. De bestraling kan éénmalig plaatsvinden of enkele malen

(gefractioneerd). Er bestaat geen consensus over welke patiëntenpopulatie in aanmerking komt voor

bestraling van een brughoektumor [98].

De bestralingsbehandeling zelf geeft in het algemeen geen acute verschijnselen. In een enkel geval kan wat

misselijkheid optreden, welke eenvoudig is te behandelen. De belangrijkste complicatie van deze

behandeling is toename van het gehoorverlies (er is 40 - 50% kans dat het gehoor minder wordt. Dit

percentage loop op bij langere follow-up). Er is een kleine kans dat de aangezichtszenuw wordt beschadigd

[99].

Radiochirurgie en stereotactische radiotherapie geven een enigszins verhoogd risico op het ontwikkelen van

kwaadaardige tumoren bij mensen met NF2 (dit blijft zeldzaam). Dit kunnen nieuwe tumoren zijn, maar ook

al aanwezige goedaardige tumoren die in de loop der tijd kwaadaardig worden. Hoewel er geen langlopende

studies bestaan die het optreden van stralingsgeïnduceerde tumoren bij grote aantallen NF2-patiënten laten

zien, rapporteren bestaande studies een hoger risico op deze tumoren bij het bestralen van NF2-patiënten in

vergelijking met NF2-patiënten die geen bestraling ondergaan (zie studies in [16] en [100]). Desondanks

blijven radiochirurgie en stereotactische radiotherapie waardevolle alternatieven voor operatie bij bilaterale

brughoektumoren bij NF2 patiënten [101]. Of een patiënt in aanmerking komt voor dit type behandeling zal

in multidisciplinair teamoverleg en na voorlichting van de (verzorgers van) patiënt bepaald worden.