Background Image
Previous Page  70 / 106 Next Page
Information
Show Menu
Previous Page 70 / 106 Next Page
Page Background

70

Soms is een meningeoom niet of slechts gedeeltelijk bereikbaar voor een chirurgische verwijdering.

Soms moet (eventueel na een gedeeltelijke verwijdering van het meningeoom) bestraling

plaatsvinden

[104]

. Gezien de kans op stralingsgeïnduceerde tumoren bij NF2 is men hier erg

terughoudend mee.

Bij kinderen en adolescenten is totale resectie van de meningeomen de eerste aanbevolen

behandeling. Bij onvolledige verwijdering, is herhaling van chirurgie aanbevolen. NF2-patiënten met

meningeomen moeten levenslang met MRI-schedel van de hersenen gevolgd worden [38].

c2: Spinale meningeomen

Chirurgische verwijdering van deze tumoren geniet de voorkeur bij neurologische

uitvalsverschijnselen (meestal van de kracht en het gevoel van de benen) en geeft goede uitkomsten

m.b.t. functieherstel. Radiochirurgie kan in uitzonderlijke situaties toegepast worden [46].

(d) Spinale gliomen (ependymomen en astrocytomen)

De meeste spinale ependymomen bij NF2-patiënten groeien niet of langzaam en geven geen klachten.

Behandeling van deze tumoren is dan niet nodig [105]. Als er wel klachten zijn en/of tumorgroei, dan is,

afhankelijk van de leeftijd, de klinische status van de patiënt en de grootte en positie van de tumor(en)

totale chirurgische verwijdering de eerste keuze [49]. Additionele radiotherapie van spinale ependymomen

(WHO graad II) is niet aan te raden gezien de risico’s van bestraling bij deze groep patiënten [49] en

therapieresistentie/recidiverende laesies.

Bij pilocytaire astrocytomen is chirurgie de eerste keuze van behandeling [106]. Een pilocytair astrocytoom is

beter behandelbaar dan een diffuus astrocytoom en gaat gepaard met hogere levensverwachting [77]. Bij de

diffuse vorm van dit type tumor (meestal WHO graad II) is de meerwaarde van chirurgie onduidelijk. In

retrospectieve series wordt een lage levensverwachting beschreven, ook na chirurgie, en een mogelijke

verbetering van de levensverwachting door radiotherapie. [107]. Er zijn geen systematische gegevens in de

literatuur beschikbaar over spinale diffuse astrocytomen bij NF2 patiënten. Beleid dient op individuele basis

in multidisciplinair team (met voldoende expertise op het gebied van NF2 EN van diffuse gliomen)

vastgesteld te worden.

(e)Perifere neuropathie

e1: Perifere neuropathie als gevolg van tumor(groei)

Bij grote tumoren, is chirurgie de eerste behandeloptie.

e2: Polyneuropathie syndroom

Polyneuropathie bij NF2 wordt momenteel enkel symptomatisch behandeld volgens de geldende

richtlijn [108]. Behandelopties zijn:

1.

Medicatie: neuropathische pijnstillers waaronder amitryptilline, gabapentine, pregabalin [18] en

nortriptyline.

2.

Fysiotherapie (oefen/bewegingstherapie): versterking/herstel van spieropbouw.

3.

Medische implanteerbare apparaten: neurostimulatoren en medicijnpompen (systemen voor

intrathecale toediening van geneesmiddelen). Ze worden tijdens een operatie in het lichaam van

de patiënt geplaatst en onderdrukken de pijnsignalen voor deze de hersenen bereiken.