67
Het behandelen van NF 2 patiënten is niet hetzelfde als het behandelen van solitaire brughoektumoren. De
grootste bedreiging van een NF 2 patiënt is dat hij totaal doof kan worden. Daarom moet van meet af aan
rekening worden gehouden met de consequenties van het inzetten van behandeling voor het gehoor.
Kortom: bij NF 2 dient er goed nagedacht te worden over de behandelstrategie juist vanwege de serieuze
kans op volledige doofheid op termijn.
Het behandelbeleid van een schwannoom van de 8
e
hersenzenuw is ofwel conservatief (afwachten en de
tumor regelmatig controleren op groeisnelheid) ofwel invasief (bestraling en/of operatie). Samenvattend zijn
de volgende behandelopties aanwezig voor schwannomen van de 8
e
hersenzenuw bij NF2-patiënten (zowel
volwassenen als kinderen):
Invasieve behandelingen:
Chirurgie waarbij de tumor aan één of beide kanten (geheel of bijna volledig) wordt verwijderd;
Stereotactische bestraling (radiochirurgie of radiotherapie) waarbij de tumor gericht wordt bestraald
om verdere progressie te stoppen (tumormanagement);
Gecombineerde aanpak: bijna-totale resectie met postoperatieve radiotherapie
22
;
Medicamenteuze behandeling met angiogenese remming
23
.
Conservatief beleid:
Afwachten en de groeisnelheid controleren, vooral bij kleine tumoren die weinig of geen klachten
geven.
Welke behandelingsbeleid in aanmerking komt, hangt van veel factoren af:
de totale tumorload over het gehele lichaam;
de mate van gehoorverlies;
de omvang en positie van de tumoren (bilateraal);
de mate van hersenstamcompressie;
de progressie van de tumoren;
de kans op complicaties van de behandelingsmogelijkheden;
de te verwachten oto-neurologische verbetering;
de vooruitzichten met betrekking tot kwaliteit van leven;
de wensen en voorkeuren van de patiënt.
22
Nog op beperkte schaal toegepast.
23
Dit type behandeling wordt niet aan iedere NF2-patiënt aangeboden, gezien de vele onduidelijkheden met betrekking tot o.a. de duur van de
behandeling en de toxiciteit van de medicijn (Plotkin et al., Otol & Neurotol., 2012). De angiogenese-remmers die gebruikt kunnen worden zijn:
bevacizumab (Avastin) lapatinib, sorafenib, nilotinib, erlotinib. Deze experimentele en veel belovende behandeling is extreem kostbaar en zal in
klinisch trial-verband moeten worden gedaan.