Background Image
Previous Page  18 / 72 Next Page
Information
Show Menu
Previous Page 18 / 72 Next Page
Page Background

Zorgstandaard MD1 2015

18

3.

Organisatie van zorg

In dit hoofdstuk wordt de organisatie van zorg voor patiënten met MD1 beschreven. MD1 is niet

te genezen en de zorg voor patiënten met MD1 is gericht op het tijdig opsporen van complicaties

en het behouden van een optimale kwaliteit van leven. De ziekte stelt om een aantal redenen

bijzondere eisen aan zorgverleners en vergt een specifieke organisatie van de zorg. Duidelijke

afspraken over coördinatie en regie zijn gewenst, mede doordat deze groep patiënten zich

kenmerkt door onderrapportage van klachten en initiatiefarmoede.

3.1

Gecoördineerde zorg

3.1.1 De centrale zorgverlener

Gezien de complexe medische en psychosociale problematiek die optreedt bij MD1- patiënten is

goede coördinatie van de zorg essentieel (Gagnon et al., 2010). Het is aan te bevelen dat één

arts (de centrale zorgverlener of coördinator) de zorg rondom de patiënt coördineert en bewaakt.

MD1 is een chronische ziekte met een progressief verloop. Lichamelijke problemen zijn vaak

ernstig en ontstaan meestal sluipend. De klachten zijn zeer uiteenlopend waardoor de

betrokkenheid van verschillende medische orgaanspecialisten is vereist. Behandeling en

begeleiding door zorgverleners met specifieke kennis van en ervaring met de zorg voor MD1-

patiënten heeft de voorkeur.

Daarnaast vragen de gevolgen van MD1 op psychosociaal vlak om een specifieke manier van

zorgverlening. Door cognitieve en/of gedragsmatige gevolgen van de ziekte kunnen sociale

problemen optreden, bijvoorbeeld in de relatie met de partner, in de gezinssituatie of de

arbeidssituatie. Onderrapportage van klachten en het mijden van regelmatige controles zijn

herkenbare fenomenen voor zorgverleners die te maken hebben met MD1-patiënten.

Dit leidt ertoe dat actie en initiatief vaker bij zorgverleners liggen dan bij de MD1-patiënt. Het is

essentieel dat één centrale zorgverlener de zorg rondom de MD1 patiënt coördineert. Deze

centrale zorgverlener, heeft overzicht over het totale zorgaanbod en bewaakt de kwaliteit van de

zorg en het zorgproces.

De centrale zorgverlener is bij voorkeur een revalidatiearts of neuroloog die kennis heeft over en

ervaring met de behandeling van MD1 en die ook affiniteit heeft met deze patiëntengroep.

Taken en verantwoordelijkheden van de centrale zorgverlener

De centrale zorgverlener neemt de verantwoordelijkheid op zich voor de multidisciplinaire

afstemming tussen en de samenwerking met de diverse medisch orgaanspecialisten. Daarnaast

speelt de centrale zorgverlener een essentiële rol in het bewaken van de zorg, door tijdig

(para)medische en psychosociale zorg in te schakelen. De centrale zorgverlener geeft sturing,

door de patiënt op het juiste moment te verwijzen naar de juiste zorgverlener. Daarvoor is het

noodzakelijk dat de centrale zorgverlener de patiënt regelmatig ziet, of met regelmaat contact met

hem of haar heeft. Een jaarlijkse controle wordt geadviseerd, waarbij aandacht is voor

(dreigende) orgaancomplicaties en psychosociale problematiek.

Indien nodig verwijst de centrale zorgverlener de patiënt naar een medisch specialist of andere

zorgverlener. De behandeling vindt altijd plaats onder medische verantwoordelijkheid van deze

medisch specialist of andere zorgverlener. De centrale zorgverlener heeft de regie over de totale