Background Image
Previous Page  53 / 72 Next Page
Information
Show Menu
Previous Page 53 / 72 Next Page
Page Background

Zorgstandaard MD1 2015

53

6.2

De balans binnen relatie en gezin

De gedragsveranderingen die bij de ziekte horen kunnen een grote weerslag hebben op de

relatie met de partner en de gezinssituatie. De balans in het gezin raakt verstoord. De MD1-

patiënt ziet door gebrek aan ziektebesef niet altijd in dat hij of zij niet meer functioneert als

voorheen. Het lukt steeds minder om te voldoen aan de verwachtingen van partner en

gezinsleden. Bij de partner of gezinsleden kunnen gevoelens van eenzaamheid en

machteloosheid ontstaan. Daarnaast kan de confrontatie met voortdurende lichamelijke

achteruitgang en het verhoogde risico op orgaancomplicaties een gevoel van verdriet en rouw

veroorzaken (Cup et al., 2011).

De gevolgen van de ziekte voor de partner en het gezin zijn een belangrijk aandachtspunt voor

artsen en andere hulpverleners. Partners of andere direct betrokkenen kunnen baat hebben bij

lotgenotencontact via Spierziekten Nederland. Zonodig kan worden verwezen naar een

psycholoog of maatschappelijk werkende, bij voorkeur met ervaring met MD1.

Het is belangrijk alert te zijn op veranderingen in de relatie met de partner. In stabiele relaties

blijkt men beter om te kunnen gaan met de progressie van de ziekte (Timman et al., 2010). Het in

stand houden van dit vangnet is een belangrijk aandachtspunt, aangezien het in grote mate

bepalend is voor het welbevinden van zowel de patiënt als partner. Om de balans in gezin en

relatie te behouden zou tijdig onderzocht moeten worden of het inschakelen van thuiszorg en/of

psychosociale hulpverlening zinvol zou kunnen zijn om de partner te ontlasten.

Het risico bestaat dat de intimiteit in de relatie met de partner verdwijnt. Bijvoorbeeld doordat de

persoon met MD1 geen behoefte meer heeft aan seks of hier lichamelijk niet of minder goed toe

in staat is. Ook bij de partner kan de behoefte aan intimiteit afnemen, bijvoorbeeld als deze

steeds meer als mantelzorger gaat functioneren. Bij vragen of problemen met seksualiteit kan

desgewenst worden doorverwezen naar een seksuoloog of andere psychosociaal hulpverlener.

6.3

Speciale aandacht

In de ervaring van Spierziekten Nederland vragen de volgende situaties speciale aandacht:

Meerdere personen met MD1 in één gezin

Wanneer er meerdere MD1-patiënten in één gezin zijn, wordt een extra zwaar beroep gedaan op

partner en andere gezinsleden. In bepaalde situaties kan vroegtijdige inschakeling van thuiszorg

en eventueel psychosociale hulpverlening voor de patiënt maar ook voor de niet aangedane

gezinsleden gewenst zijn.

Bijkomende medische of sociale problematiek

Wanneer er naast MD1 in het gezin sprake is van andere (chronische) ziekten of sociale

problematiek kan eveneens vroegtijdige inschakeling van thuiszorg en eventueel psychosociale

hulpverlening kan gewenst zijn.

Alleenwonenden

Alleenwonende MD1-patiënten lopen als gevolg van mentale problematiek eerder de kans in een

sociaal isolement te raken, zeker wanneer er geen nabije familieleden zijn die contact met hen

onderhouden. Psychosociaal hulpverleners met kennis van MD1 kunnen helpen bij de

ontwikkeling en in stand houden van een sociaal netwerk, bijvoorbeeld door het inschakelen van

activiteitencentra of andere vormen van dagopvang.