Background Image
Previous Page  50 / 72 Next Page
Information
Show Menu
Previous Page 50 / 72 Next Page
Page Background

Zorgstandaard MD1 2015

50

De centrale zorgverlener is alert op klachten betreffende slokdarm, maag en darmen (zie

Slokdarm, maag en darmen )

.

De centrale zorgverlener is alert op problemen met een cognitieve of psychosociale achtergrond

die van invloed zijn op het dagelijks leven van het kind.

5.10.3 Indicaties voor verwijzen naar specialist

Voor de behandeling van contracturen kan een orthopedisch chirurg worden ingeschakeld. Ook

is fysiotherapie aangewezen.

Bij cardiologische problematiek of voor cardiale controles wordt verwezen naar een

(kinder)cardioloog (zie

Hart )

.

Voor advies betreffende voeding en gebit wordt zo nodig verwezen naar diëtist en mondhygiënist.

Voor standsafwijkingen van kaken en tanden wordt verwezen naar de orthodontist (zi

e Overige klachten )

.

Bij vertraagde motorische ontwikkeling wordt verwezen naar de (kinder)fysiotherapeut (zie

Spieren )

.

Bij spierzwakte in het gelaat, spraak- en communicatieproblemen wordt verwezen naar de

logopedist (zie

Spieren )

.

Bij vragen over de cognitieve ontwikkeling en schoolkeuze wordt verwezen naar de

orthopedagoog of psycholoog. Verwijzing vindt eveneens plaats bij gedrags- of sociale

problemen.

Bij problemen in het gezin of de opvoeding wordt een maatschappelijk werkende of pedagoog

ingeschakeld (zie ook

hoofdstuk 6 )

.

5.10.4 Behandeling

Zie waar van toepassing de diverse onderdelen van hoofdstuk 4.

De centrale zorgverlener/kinderarts kan in eerste instantie adviseren over de preventie van

obstipatie, diarree en het bevorderen van een regelmatige stoelgang.

Tevens kunnen de gezins- en opvoedingssituatie ter sprake komen. De attitude van ouders en

manieren om met het kind om te gaan en het aan te moedigen kunnen worden besproken. Hierbij

is aandacht gewenst voor de draaglast/draagkracht van beide ouders. In de praktijk komt veel

neer op de schouders van de niet aangedane ouder. De aangedane ouder is door klachten

horende bij MD1 (zoals vermoeidheid en initiatiefarmoede) vaak maar beperkt belastbaar. Extra

ondersteuning in de gezins- en opvoedingssituatie kan in sommige gevallen gewenst zijn.

Bij problemen op school of in contact met leeftijdsgenootjes kan zo nodig psychosociale hulp

worden ingeschakeld.

Om voedings- en gebitsproblemen zoveel mogelijk te voorkomen dient speciale aandacht te

worden besteed aan preventieve zorg voor voeding en gebit. Standsafwijkingen van kaken en

tanden kunnen het best in de puberteit worden behandeld.

De behandeling van recidiverende longontstekingen is overeenkomstig de behandeling van

volwassenen met MD1 (zi

e Longen en ademhaling )

.