Previous Page  7 / 27 Next Page
Information
Show Menu
Previous Page 7 / 27 Next Page
Page Background

Prader-Willi syndroom

5

niet braken sluit ziekten, waarbij iemand gewoonlijk moet

braken, niet uit. Als iemand met PWS toch gaat braken,

kan dit een eerste teken zijn van een levensbedreigende

situatie.

·

·

Verslikken

Dit komt regelmatig voor door snel eten

wanneer er tijdelijk geen toezicht is.

·

·

Obstipatie

Veel kinderen en volwassenen hebben hier

last van.

Tractus urogenitalis

·

·

Later zindelijk

Vaak zijn kinderen later zindelijk, met

name ’s nachts.

Centraal zenuwstelsel

·

·

Verminderde gevoeligheid voor dorstprikkel

Hierdoor

bestaat er een verhoogd risico op uitdroging.

·

·

Epilepsie

Bij 4-26% van de mensen met PWS komt

(voornamelijk focale) epilepsie voor.

27

Orthopedische problemen

·

·

Scoliose

Dit komt veel voor, variërend van 30% onder de

tien jaar, tot 80% bij adolescenten.

7

·

·

Congenitale heupdysplasie

Dit komt voor bij 10-20%

van de kinderen met PWS. De hoge prevalentie van

stuitliggingen zou hier de oorzaak van kunnen zijn.

·

·

Pes planus en valgusstand van de enkels

Dit ontstaat

mede door hypotonie van de spieren en hyperlaxiteit van

de gewrichten.

Cardiovasculaire problemen

·

·

Hypertensie

Ongeveer 38% van de volwassenen krijgt

hypertensie, bij kinderen is het ongebruikelijk.

17

Oogheelkundige problemen

·

·

Visusproblemen

Myopie en hypermetropie komen veel

voor.

·

·

Strabismus

komt bij 60-70% van mensen met PWS voor.

Mondheelkundige problemen

·

·

Verminderde speekselproductie en dik speeksel

Dit

veroorzaakt vaak cariës en mondinfecties.

Huidafwijkingen

·

·

Hematomen

Dit kan soms onterecht tot de verdenking van

mishandeling leiden.

·

·

Huidinfecties

Er is een verhoogd risico op huidinfecties

door skinpicking, het peuteren en krabben aan

oneffenheden van de huid.

Gedragsproblemen en psychiatrische stoornissen

·

·

Gedragsverandering

In de eerste levensjaren is het gedrag

van kinderen met PWS meestal rustig en meegaand. In de

jaren na de peuterleeftijd staan voornamelijk de obsessie

voor voedsel en het veranderen van eetgewoonten op de

voorgrond. De gedragsveranderingen die hiermee kunnen

samengaan, variëren per levensfase (zie

Bijlage 1 )

.

·

·

Gedragsproblematiek bij kinderen

--

Oppositioneel opstandige gedragsstoornis (ODD,

20%)

De belangrijkste symptomen hierbij zijn het

tegenspreken van volwassenen, driftbuien en vaak

lichtgeraakt of snel geïrriteerd zijn door anderen.

19

--

Compulsies

In veel gevallen uiten compulsies zich in

het verzamelen en verstoppen van spullen. Daarnaast

houden kinderen graag vast aan een vaste volgorde en

aan een vast tijdstip voor bepaalde activiteiten.

--

Skinpicking

.

·

·

Sociaal emotioneel functioneren

Kinderen en

volwassenen kunnen moeite hebben zich in te leven

in een ander of in een (sociale) situatie. Een derde van

de kinderen met PWS voldoet aan de criteria voor

autismespectrumstoornissen.

18

·

·

Adolescenten en volwassenen

Het risico op psychoses

en bipolaire stoornissen is verhoogd. Psychotische

symptomen komen weinig voor bij kinderen met PWS (3%).